Reiniging, Verzorging En Onderhoud; Stoffilter Reinigen - AEG VH 213 Utilisation Et Installation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Bediening
Tijdprogramma's Pro1 en Pro2
Met de tijdprogramma's Pro1 en Pro2 kunt u het start- en
eindtijdstip van de comfortwerking bepalen. Gedurende
die tijd verwarmt het toestel naar de ingestelde comfort-
temperatuur. Buiten deze gedefinieerde tijd werkt het
toestel in de verlaagde werking. Daaruit resulteert een
comfort- en een nachtfase, die dagelijks (Pro1) of op elke
werkdag (Pro2) worden herhaald.
In de fabriek zijn deze fasen als volgt geconfigureerd:
◦ 08:00 uur - 22:00 uur: Comfortwerking
◦ 22:00 uur - 08:00 uur: Verlaagde werking
Info
Bij geactiveerd tijdprogramma Pro2 werkt het toe-
stel tijdens het weekend uitsluitend in verlaagde
werking.
Om de tijdprogramma's Pro1 en Pro2 aan te passen aan
uw behoeften, gaat u als volgt te werk:
» Roep in het configuratiemenu het gewenste tijdpro-
gramma op met de toetsen "+" en "–".
» Druk op de toets "OK".
Het starttijdstip voor comfortwerking wordt
weergegeven.
» Stel het gewenste starttijdstip in met de toetsen "+"
en "–".
» Druk op de toets "OK".
Het eindtijdstip voor comfortwerking wordt
weergegeven.
» Stel het gewenste eindtijdstip in met de toetsen "+"
en "–".
» Druk op de toets "OK" om op te slaan.
Tijdprogramma Pro3
Met tijdprogramma Pro3 kunt u tot 14 afzonderlijke com-
fortfasen definiëren, die wekelijks worden herhaald.
Om in tijdprogramma Pro3 een comfortfase te configure-
ren, gaat u als volgt te werk:
» Roep in het configuratiemenu tijdprogramma Pro3 op
met de toetsen "+" en "–".
» Druk op de toets "OK".
Het display toont "3---".
» Druk op de toets "OK".
Een dag van de week of een groep weekdagen wordt
weergegeven.
» Stel de gewenste dag van de week of de gewenste
groep weekdagen in met de toetsen "+" en "–".
» Druk op de toets "OK".
Het starttijdstip voor comfortwerking wordt
weergegeven.
» Stel het gewenste starttijdstip in met de toetsen "+"
en "–".
» Druk op de toets "OK".
Het eindtijdstip voor comfortwerking wordt
weergegeven.
» Stel het gewenste eindtijdstip in met de toetsen "+"
en "–".
» Druk op de toets "OK".
De comfortfase "3-01" is geconfigureerd.
» Om een andere comfortfase te configureren, selec-
teert u in tijdprogramma Pro3 de weergave "3---" met
de toetsen "+" en "–". Ga te werk zoals beschreven.
Info
Om de ingestelde comfortfasen te resetten, activeert
u parameter P4.
» Merk op dat door parameter P4 te activeren, alle
tijdprogramma's (Pro1, Pro2, Pro3) weer in de
leveringstoestand worden gezet.
30
6.3.3 Parameter
U kunt de volgende parameters oproepen:
Display
Beschrijving
P1
Offset kamertemperatuur
P2
Tijdnotatie
P3
Eenheid temperatuurweergave
P4
Klokprogramma's (timerwerking) resetten.
P5
Relatieve verwarmingsduur resetten
Wanneer u de waarde van een parameter wilt wijzigen,
roept u de overeenkomstige parameter op met de toetsen
"+" en "–". Druk op de toets "OK".
Zodra het symbool "Parameter bewerkbaar" verschijnt,
kunt u de waarde van de parameter wijzigen met de toet-
sen "+" en "–". Druk op de toets "OK" om de ingestelde
waarde op te slaan.
P1: Offset kamertemperatuur
Een ongelijkmatige temperatuurverdeling in de ruimte kan
tot een verschil leiden tussen de weergegeven actuele
temperatuur I1 en de door u gemeten kamertemperatuur.
Om dit verschil te compenseren, kunt u met parameter P1
een kamertemperatuur-offset van ±3 °C instellen.
Voorbeeld: Het toestel geeft I1 = 21,0 °C aan. De door u
gemeten kamertemperatuur bedraagt 20,0 °C. Er is een
verschil van 1,0 °C.
» Om het verschil te compenseren, stelt u een offset
van P1 = -1,0 in.
P2: Tijdnotatie
Met parameter P2 kunt u definiëren of de tijd wordt weer-
gegeven in 12-uurs- of 24-uurs notatie.
P3: Eenheid temperatuurweergave
Met parameter P3 kunt u bepalen of de kamertemperatuur
wordt weergegeven in graden Celsius [°C] of in graden
Fahrenheit [°F].
P4: Tijdprogramma's resetten
Door parameter P4 te activeren, zet u alle klokprogram-
ma's weer in de leveringstoestand.
P5: Relatieve verwarmingsduur resetten
Door parameter P5 te activeren, zet u de teller voor de
relatieve verwarmingsduur (I2) terug.
7. Reiniging, verzorging en
onderhoud
Het toestel bevat geen onderdelen die door de gebruiker moeten
worden onderhouden.
Materiële schade
◦ Spuit geen reinigingsspray in de luchtspleten.
◦ Let erop dat er geen vocht binnendringt in het
toestel.
◦ Als er een lichte, bruinachtige verkleuring optreedt
op de behuizing van het toestel, veegt u deze met
een vochtige doek af.
◦ Reinig het toestel in afgekoelde toestand met gebrui-
kelijke onderhoudsmiddelen. Vermijd schurende en
bijtende onderhoudsmiddelen.

Stoffilter reinigen

» Reinig de stoffilter regelmatig. De stoffilter kan aan
de zijkant uit het toestel worden getrokken.
Zo nodig moet u het toestel eerst van de wandbeves-
tiging losmaken (zie het hoofdstuk "Voorbereidingen/
Montageplaats").
Opties
±3 °C | ±5 °F
12 h | 24 h
°C | °F
on | off
on | off

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières