Enerpac AHP-40 Serie Fiche D'instructions page 28

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 5
hydraulische koppelingen en aansluitingen stevig zijn vastgezet.
Zie de Afbeeldingen 1, 2 en 3 voor hydraulische aansluitingen die
specifiek zijn voor elk pompmodel.
OPMERKING : Standaard spruitstuk (met toevoegsel "S") -
Het standaard kleppenspruitstuk dient twee doeleinden. Ten eerste
kan het worden gebruikt met elke standaard Enerpac klep
uitgevoerd in een 6-bouten bevestigingspatroon. U kunt zo
eenvoudig een kleppensysteem creëren voor voeding van
gemiddelde tot grotere circuits. Elke standaard klep uit de VM of
VS serie kan aan dit spruitstuk worden gemonteerd. Er zijn twee
leidingpluggen die uit de druksysteem- en reservoirpoorten aan de
bovenzijde van het spruitstuk moeten worden verwijderd voordat
de Enerpac klep aan het spruitstuk wordt gemonteerd. Als dit
wordt nagelaten, kan het systeem worden beschadigd.
Ten tweede kan het bijgeleverde spruitstuk worden gebruikt voor
voeding van op afstand geplaatste kleppenbanken. Door de twee
leidingpluggen aan de bovenzijde van het spruitstuk te laten zitten
en de poorten gemerkt "P" en "T" aan de zijkant van het spruitstuk
te gebruiken, kan deze pomp nu meerdere kleppenbanken en -
systemen voeden. Dit is interessant wanneer een groot aantal
kleppen nodig is, of als de pomp moet worden gemonteerd in een
slecht toegankelijke omgeving.
4.2 Luchtaansluiting
De
pomp
is
uitgerust
luchtdrukregelaar en de luchtdrukmeter worden in een plastic zak
bij de pomp meegeleverd. Installeer de luchtdrukregelaar op de
1/4-NPT 90° bocht aan de pomp (zie Afbeelding 1, 2 of 3).
Installeer de luchtdrukregelaar met de stelknop naar beneden
gericht; Bevestig de luchttoevoer tegenover de poort waar de
drukregelaar aan de pomp is gemonteerd. De luchtdrukmeter kan
aan een van de twee overblijvende poorten worden gemonteerd;
Alle NPT aansluitingen moeten worden getaped met Teflon tape.
Draai de bedieningsknop van de drukregelaar (aan de onderzijde
van de regelaar) helemaal linksom (met de pomp in verticale
stand) naar de laagste instelpositie voordat de luchttoevoer wordt
aangesloten. Op deze wijze wordt voorkomen dat het hydraulisch
systeem aan overdruk wordt blootgesteld.
4.3 Vloeistofopvoer en pompvulling
52. Nadat het oliecircuit en de luchttoevoer zijn aangesloten, moet
de pompeenheid worden gevuld en op druk worden gebracht. Dit
gebeurt door de eerste hydraulische fitting uitwaarts los te draaien
uit de drukpoort. Laat de pomp draaien op een ingaande luchtdruk
van 20 psi totdat olie begint uit te stromen uit de losgedraaide
fitting en zet de fitting dan weer vast.
4.4 Monteren van de pomp
De pomp mag uitsluitend in horizontale stand worden bediend. In
de onderzijde van het reservoir zijn gaten aangebracht voor
zelfsnijdende schroeven die een stevige montage van de pomp
mogelijk maken (schroeven worden meegeleverd met de pomp).
5.0 BEDIENING
5.1 Olieniveau
De pomp wordt geleverd zonder olie in het reservoir, maar de olie
wordt wel separaat met de pomp meegeleverd. Verwijder om olie
bij te vullen de vuldop/beluchtingsplug en vul de pomp bij totdat in
het kijkglas aan de zijkant van het reservoir te zien is dat het
olieniveau tenminste boven het "bijvullen" merkteken staat. Het
reservoir mag worden bijgevuld tot aan de bovenzijde van het
kijkglas. Breng de beluchtingsdop weer aan (zet hem handvast).
met
een
luchtdrukregelaar. De
5.2 Druk in hydraulisch systeem
De gewenste maximum systeemdruk wordt ingesteld door de
ingaande luchtdruk via de luchtdrukregelaar af te stellen (de
drukmeter is ingebouwd in de luchtdrukregelaar). De luchtdruk die
vereist is voor een gegeven hydraulische systeemdruk kan worden
gevonden aan de hand van de curves in Grafiek 1 en Grafiek 2. De
pomp wordt geleverd zonder hydraulische drukmeter, deze moet
worden toegevoegd aan het hydraulische circuit.
6.0 ONDERHOUD
6.1 Olieverversing / Olieniveau
De olie moet telkens na elke 1500 gebruiksuren worden ververst
en nog eerder als de olie niet behoorlijk werd gefilterd en zo
vervuild raakt. Voer de afgewerkte olie op correcte wijze af en vul
olie bij volgens de instructies in het hoofdstuk installatie in dit
document. Als er onder in het reservoir vervuiling of bezinksel
aanwezig is, verwijder dan de afdekplaat en reinig het reservoir
onderin. Vul de pomp bij met Enerpac Hydraulic Oil.
Controleer steeds het olieniveau van de pomp voordat deze wordt
opgestart. Als de pomp langdurig in gebruik is, controleer deze
dan regelmatig tijdens de werking. In het kijkglas aan de zijkant
van het reservoir wordt het olieniveau van de unit aangegeven en
als het kijkglas aangeeft dat de pomp weinig olie heeft; vul bij met
Enerpac Hydraulic Oil.
6.2 Hydraulische lekkage
Controleer de componenten van het hydraulisch systeem op
mogelijke lekkage van hydraulische olie. Lekkage is meestal het
gevolg van losse aansluitingen en koppelingen of beschadigde of
versleten afdichtingen. Repareer lekken steeds direct nadat deze
zijn geconstateerd. Lekkage kan zorgen dat vervuilende stoffen in
het systeem terechtkomen terwijl zo ook hydraulische vloeistof
verloren gaat. Controleer het olieniveau opnieuw nadat eventuele
lekkage is gerepareerd. Als de olie onder het "bijvullen" merkteken
staat, vul dan bij met Enerpac Hydraulic Oil. Opmerking :
Reparaties
mogen
alleen
pneumatische en hydraulische druk volledig is afgelaten.
6.3 Onderhoud van pneumatisch systeem
Tap het condenswater regelmatig af via de aftapkraan aan het
luchtfilter. Reinig de dempers en de beluchter aan de pomp steeds
na elke 250 bedrijfsuren.
7.0 STORINGZOEKEN (Zie de Storingzoekgids)
28
worden
uitgevoerd
nadat
de

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Ahp-60 serie

Table des Matières