Bosch GCM 10 SD Professional Notice Originale page 101

OBJ_BUCH-1128-005.book Page 101 Thursday, October 13, 2016 3:21 PM
Zagen met afkortbeweging
– Voor het zagen met behulp van de afkortvoorziening 23
(brede werkstukken) dient u de vastzetschroef 29 los te
maken wanneer deze is vastgedraaid.
– Span het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Stel de gewenste verstekhoek in.
– Draai de gereedschaparm zo ver van de aanslagrail 18 weg
tot het zaagblad zich voor het werkstuk bevindt.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Druk de knop 6 in en beweeg de gereedschaparm met de
handgreep 5 langzaam omlaag.
– Duw nu de gereedschaparm in de richting van de aanslag-
rail 18 en zaag het werkstuk met gelijkmatige voorwaartse
beweging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Profielplinten (vloer- of plafondplinten) bewerken
Profielplinten kunt u op twee verschillende manieren bewerken:
– tegen de aanslagrail geplaatst,
– plat op de zaagtafel liggend.
Vloerplinten
De volgende tabel bevat aanwijzingen voor het bewerken van vloerplinten.
Instellingen
Verticale verstekhoek
Vloerplint
Binnenkant Horizontale verstek-
hoek
Positionering van het
werkstuk
Gereed werkstuk be-
vindt zich ...
Buitenkant Horizontale verstek-
hoek
Positionering van het
werkstuk
Gereed werkstuk be-
vindt zich ...
Bosch Power Tools
Werkstukken van gelijke lengte zagen (zie afbeelding Q)
Voor het eenvoudig zagen van werkstukken van gelijke lengte
kunt u de lengtegeleider 35 gebruiken.
U kunt de lengtegeleider aan beide zijden van de zaagtafelver-
lenging 36 monteren.
– Draai de blokkeerschroef 34 los en klap de lengtegeleider
35 over de klemschroef 57.
– Draai de blokkeerschroef 34 weer vast.
– Stel de zaagtafelverlenging 36 op de gewenste lengte in
(zie „Zaagtafel verlengen", pagina 98).
Diepteaanslag instellen (groef zagen) (zie afbeelding R)
De diepteaanslag moet worden versteld als u een groef wilt
zagen.
– Druk op de blokkeerhendel 41 en draai de gereedschap-
arm in de gewenste stand.
– Druk op de knop 58.
– Verschuif de instelschroef 27 tot het einde van de schroef
de diepteaanslag 59 raakt.
– Laat de knop 58 weer los.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Speciale werkstukken
Zet vooral gebogen of ronde werkstukken voor het zagen
goed vast, zodat deze niet kunnen wegglijden. Bij de zaaglijn
mag geen spleet tussen werkstuk, aanslagrail en zaagtafel
ontstaan.
Maak indien nodig speciale houders.
Bovendien kunt u afhankelijk van de breedte van de profiel-
plint met of zonder trekbeweging zagen.
Probeer de ingestelde verstekhoek altijd eerst uit op een stuk
afvalhout.
Tegen aan-
slagrail
geplaatst
0°
Linkerzijde Rechterzijde
45° Links 45° Rechts
Onderkant op zaag- Onderkant op zaag-
tafel tafel
... links van zaag- ... rechts van zaag-
snede snede
45° Rechts 45° Links
Onderkant op zaag- Onderkant op zaag-
tafel tafel
... links van zaag- ... rechts van zaag-
snede snede
Nederlands | 101
Plat op de
zaagtafel
liggend
45°
Linkerzijde Rechterzijde
0° 0°
Bovenkant tegen Onderkant tegen
aanslagrail aanslagrail
... links van zaag- ... links van zaagsne-
snede de
0° 0°
Onderkant tegen Bovenkant tegen
aanslagrail aanslagrail
... rechts van zaag- ... rechts van zaag-
snede snede
1 609 92A 2NT | (13.10.16)