4 Installatie
4.1 Opstellingsplaats
4.1.1 Voorwaarden opstellingsplaats
Ledig de verwarmingsketel via
de vul/aflaatkraan om
eventuele vorstschade te
voorkomen
4.1.2 Ausrichten des Kessels am
Aufstellungsort
Legende voor afbeelding 4.2.
1
Ketel
2
Ketelvoet
36
Afbeelding 4.1 Opstellingsplaats
2
Afbeelding 4.2. Verstelbare ketelvoeten
De opstelling van de verwarmings-
ketel moet in een vorstvrije ruimte en
zodicht mogelijk bij de schoorsteen,
geschieden.
Bij de keuze van de opstellingsplaats
dient rekening gehouden te worden
met het gewicht en de waterinhoud
van de ketel (zie hoofdstuk "
Technische gegevens ").
Een vloerplaat of een sokkel voor de
ketel is overbodig. Om voldoende
bewegingsvrijheid rond de ketel en de
brander te hebben zijn de volgende
afstanden te verzekeren:- vooraan de
ketel:
vooraan de ketel: 70 cm
+ diepte verbrandingskamer
-
achter de ketel: 60 cm
-
links en rechts van de ketel: 45 cm
Plaats de ketel (1) op een effen vloer
en breng hem waterpas d.m.v. de
1
verstelbare voetsteunen (2) met behulp
van een sleutel – SW 17 – bij te
stellen.
Naar rechts draaien = verhogen
Naar links draaien = verlagen
2