Table des Matières
Publicité
1.2
Werking en uitrusting
De gasvloerketels VK BE ...0-3 (T) serie zijn vervaardigd
uit gietijzeren verwarmingselementen en zijn beschikbaar
in vermogens van 18 tot 63 kW. De gasvloerketels
VK BE ... zijn laagtemperatuurketels en garanderen een
zeer hoog rendement.
De gasvloerketels VK BE worden als compleet geheel gele-
verd met de ommanteling gemonteerd.
De atmospherische ééntrapsbrander kan zowel op aard-
gas als voor vloeibaar gas werken.
De vertrekwatertemperatuur wordt d.m.v. de ketelaqua-
staat geregeld.
De verwarmingspomp wordt gestart bij warmtevraag van
de kamerthermostaat, indien aanwezig. Bij het bereiken
van de gewenste kamertemperatuur wordt de brander uit-
geschakeld en draait de pomp na. De nadraaischakeling
van de verwarmingspomp is instelbaar en temperatuursge-
stuurd.
Bij de VK BE 0-3 T-ketels wordt de brander d.m.v. een
waakvlam ontstoken. De waakvlam wordt met behulp van
een piezo-ontsteker aangestoken. De waakvlam wordt op
haar beurt via een thermokoppel waargenomen.
Bij de VK BE 0-3 ketels wordt de brander rechtstreeks
gestart d.m.v. een ontstekingselektrode. De vlam wordt
waargenomen met behulp van een ionisatie-elektrode.
Wanneer bij een onderbreking van de gasvoeding of het
in storing gaan van de brander, wordt automatische de
gastoevoer in de ketel afgesloten.
Indien een kamerthermostaat aangesloten wordt zal deze
de elektrische voeding van het gasblok in -of uitschakelen
bij warmtevraag of bij het bereiken van de gewenste
kamertemperatuur.
De VK BE ..0-3 ketels zijn uitgerust met een scheidings-
transformator op de elektrische voeding.
Temperatuurbegrenzer (STB)
Elke gasvloerketel VK BE 0-3 T is uitgerust met een tempe-
ratuurbegrenzer in serie met de waakvlam. Indien de
keteltemperatuur 110° overschrijdt wordt automatisch het
gasblok uitgeschakeld.
Bij de VK BE 0-3.. ketels met automatische ontsteking
wordt de elektrische voeding onderbroken.
Het ontgrendelen van de ketel kan pas gebeuren wanneer
de keteltemperatuur voldoende is gedaald. De temperatu-
urbegrenzer dient manueel ontgrendeld te worden.
Thermische terugslagbeveiliging (TTB)
Elke VK BE... ketel is uitgerust met een thermische terugs-
lagbeveiliging (TTB). Deze zal de ketel uitschakelen indien
er zich terugslag- of schouwproblemen voordoen. Voor de
controle en waarneming van de rookgastemperatuur is
aan de binnenkant van de trekonderbreker een voelersy-
steem bevestigd. Bij storing of terugslagproblemen neemt
dit voelersysteem een temperatuurstijging waar en wordt
automatisch de brander en de pomp uitgeschakeld. Het in
storing gaan bij schoorsteenproblemen wordt d.m.v. een
1 KETELOMSCHRIJVING
1 DESCRIPTION DE LA CHAUDIÈRE
1.2
Fonction et équipement
La série des chaudières VK BE ..0-3 (T) disponibles sont
équipées d'un corps de chauffe en fonte et sont disponible
de 18 à 63 kW. Elles sont des chaudières de chauffage à
basse température et garantissent un rendement maximal.
Les chaudières VK BE .. sont livrées avec habillage monté.
Elles sont également prévues d'un brûleur atmosphérique
à une allure, qui fonctionne aussi bien pour le gaz naturel
que le gaz liquide.
La température de chaudière se règle par l'aquastat de
chaudière.
La pompe chauffage est activee quand-t-il y a une deman-
de de chauffage par le thermostat d'ambinace (si pre-
sent). Si la temperature ambiante est atteinte automatique-
ment le bruleur s'arrete et le circulateur chauffage reste en
service par son arret différé. L'arrêt différé du circulateur
chauffage est réglage et fonctionne par une commande
de température.
Pour les chaudières VK BE ..0-3 T la veilleuse allume le
brûleur principal. La veilleuse même doit être allumée par
l'allumeur pïezo. La détection de la veilleuse se réalise
par un système de thermo-couple.
Pour les chaudières VK BE 0-3.. le brûleur est allumé auto-
matiquement par une électrode d'allumage. La détection
de la flamme se réalise par une électrode d'ionisation.
En cas d'interruption d'alimentation de gaz où une pertur-
bation au niveau du brûleur, automatiquement l'alimentati-
on générale du bloc de gaz est fermée.
Si un thermostat d'ambiance est raccordé, il commande
en cas de demande de chaleur le bloc de gaz.
Les chaudières VK BE ..0-3 sont équipées d'un transforma-
teur d'isolement électrique.
Sécurité de surchauffe (STB)
Chaque chaudière VK BE ..0-3 T est équipée d'un limita-
teur de température de sécurité qui contrôle la températu-
re de la chaudière (pour des systèmes sous pression jus-
qu'à 110 °C). L'alimentation électrique est interrompue en
cas de surchauffe pour les chaudières VK BE ..0-3 à allu-
mage automatique.
La chaudière peut seulement être réarmée si la températu-
re de chaudière est suffisament baissée. La sécurité de
surchauffe doit être réarmée manuellement par le bouton
(STB) situé sur le pupitre de commande de la chaudière.
Sécurité de refoulement (TTB)
En cas d'anomalie dans l'évacuation des gaz brûlés, la
sonde de débordement provoquera l'arret de la chaudière
s'il y a un refoulement des gaz brûlés dans le local d'in-
stallation. Une sonde de température est montée dans le
coupe-tirage pour mesurer et contrôler la température des
gaz brûlés. S'il y a une émanation des gaz brûlés dans le
local d'installation, les gaz brûlés très chaudes passent
par cette sonde de température. L'augmentation de la
température est enregistrée par la sonde qui provoque
l'arrêt automatique du brûleur et de la pompe de circulati-
11
Publicité
Table des Matières
