Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Controle van de waterdruk op de verwarmingsinstallatie
60
30
90
0
120
6
0
1
5
4
2
3
Verwarmingsketel inschakelen
(VK BE 15/K tot 35/K)
1
8
7
9
6
2
5
4
1
3
2
4
IN BEDRIJF NEMEN VAN DE VERWARMING
Of er voldoende water op de verwarmingsinstallatie is, ziet U aan de stand
van de manometer (1)!
• Waterstand van de verwarmingsinstallatie controleren:
De minimale druk mag bij gesloten installaties niet onder de 1,0 bar dalen.
Indien de waterdruk onvoldoende blijkt te zijn, dient de verwarminsinstallatie
bijgevuld te worden (zie pag. 25).
1
Bij gebrek aan waterdruk op de centrale verwarmingsinstallatie mag de
ketel uitsluitend bijgevuld worden wanneer hij volledig is afgekoeld!
Dit is belangrijk om schade door thermische spanningen in het gietijzer-
en verwarmingslichaam te voorkomen!
• De gasafsluitkraan op de gasleiding naar de verwarmingsketel openen.
Deze staat meestal in de nabijheid van de verwarmingsketel of de gasteller.
• Stel de ketelaquastaat (1) in op de gewenste vertrekwatertemperatuur.
• De hoofdschakelaar (2) op het bedieningsbord van de ketel indrukken.
Om de brander te doen starten ...
• Druk de bedieningsknop (3) op het gasblok in.
• De waakvlam aansteken d.m.v. de piezo-ontsteker (4) meermaals in te druk-
ken.
• Eenmaal de waakvlam aan, de bedieningsknop (3) gedurende 15 – 20
seconden ingedrukt houden.
Via het kijkvenster (5) vooraan kan u zien als de waakvlam brandt.
• De bedieningsknop (3) loslaten. Indien de waakvlam dooft, de vorige
handelingen herhalen.
3
Wanneer de brander tijdens de werking dooft, enkele minuten wachten
vooraleer de waakvlam opnieuw aan te steken. Dit om een gasopho-
5
ping in de verwarmingsketel te vermijden.
De gasverwarmingsketel mag uitsluitend werken met gesloten frontplaat!
21
Publicité
