Luchtdrukschakelaar; Min. Gasdrukschakelaar; Vlambewaking - Riello Burners RS 25/M BLU Manuel D'entretien

LUCHTDRUKSCHAKELAAR 4)(A)p. 3
(A)

MIN. GASDRUKSCHAKELAAR

(B)
(C)
1)
2)
D3951
D3855
µA
4 - LUCHTDRUKSCHAKELAAR (A)
De regeling van de luchtdrukschakelaar uitvoe-
ren nadat
gedaan zijn, met de luchtdrukschakelaar afge-
steld op het begin van de schaal (A).
Met de brander op zijn MIN. vermogen een ver-
brandingsanalysator in de schouw plaatsen,
langzaam de aanzuigopening van de ventilator
sluiten (bijvoorbeeld met een stuk karton) totdat
de CO waarde de 100 ppm niet overschrijdt.
Draai dan langzaam het daarvoor dienende
knopje in de richting van de klok totdat de bran-
der vergrendelt.
Controleer dan de inclinatie van de naar boven
gerichte pijl op de schaalverdeling (A). Draai het
knopje weer in de richting van de klok totdat de
op de schaalverdeling gemeten waarde over-
eenkomt met de naar beneden gerichte pijl (A),
waardoor de hysterese van de drukschakelaar
herwonnen wordt aangegeven door het witte
veld op blauwe ondergrond tussen de twee pij-
len.
Controleer nu of de brander goed start.
Als de brander opnieuw vergrendelt, de knop
nog iets tegen de richting van de klok in draaien.
D3842
De geïnstalleerde luchtdrukschakelaar kan op
"differentiële" wijze werken als hij aangesloten
wordt op twee leidingen, zie 1)(A). Als tijdens de
voorverntilatie de luchtdrukschakelaar door een
sterke tegendruk in de verbrandingskamer niet
omschakelt, dan kan de omschakeling worden
bewerkstelligd door een 2de leiding te installe-
ren tussen de luchtdrukschakelaar en de aan-
zuigopening van de ventilator. Op die manier zal
de luchtdrukschakelaar werken als een differen-
tieelschakelaar.
5 - MIN. GASDRUKSCHAKELAAR (B)
Met de brander in werking op max. vermogen, de
regeldruk verhogen door de daartoe voorziene
knop langzaam met de klok mee te draaien tot
de veiligheidsstop van de brander in werking
treedt.
Daarna 5 mbar terugdraaien en het starten van
de brander herhalen om de regelmatige werking
te controleren.
Als de veiligheidsstop van de brander opnieuw in
werking treedt, nogmaals 1 mbar terugdraaien.
VLAMBEWAKING (C)
De brander heeft een ionisatiesysteem om de
10
aanwezigheid van de vlam te controleren. De
goede werking van de branderautomaat vereist
een min. stroom van 6 µA. De brander levert
echter een veel hogere stroom op, zodat geen
RMG/M
enkele controle vereist is. Wil men de ionisatie-
stroom toch meten, ontkoppel de m/v stekker
24)(A)blz.3 op de kabel van de ionisatiesonde en
schakel
lijkstroom met 100 µA aan op het einde van de
D3843
schaal.
Let op de polariteit.
12
alle andere branderafstellingen
een microampèremeter voor ge-