Gasdruk - Riello RS 34/M MZ Manuel D'entretien

RS 34/M MZ
kW 1 2
MB 407 S2
(Rp 3/4")
130 1,5 0,1 8,6
140 2,0 0,1 9,7
160 2,9 0,1 12,3
180 3,8 0,2 15,1
200 4,6 0,2 18,1
220 5,5 0,3 21,2
240 6,4 0,3 24,6
260 7,3 0,4 28,2
280 8,2 0,4 32,3
300 9,1 0,5 36,6
320 10,0 0,5 41,2
340 10,9 0,6 45,6
360 11,8 0,7 50,2
380 12,7 0,8 54,9
390 13,1 0,8 57,4
RS 44/M MZ
kW 1 2
MB 407 S2 MB 407 S5
(Rp 3/4") (Rp 3/4")
200 3,0 0,2 18,1
225 4,0 0,3 22,1
250 4,9 0,3 26,4
275 5,9 0,4 31,3
300 6,9 0,5 36,6
325 7,9 0,6 42,2
350 8,9 0,6 47,8
375 9,8 0,7 53,7
400 10,8 0,8
425 11,8 1,0
450 12,8 1,1
475 13,8 1,2
500 14,7 1,3
525 15,7 1,5
550 16,7 1,6
(A)
3
V S
F
(B)
∆p (mbar)
3
MB 410 S2 MB 412 S2
(Rp 1") (Rp 1.1/4")
4,4 2,3
5,0 2,6
6,2 3,2
7,6 3,8
9,0 4,5
10,6 5,3
12,3 6,1
14,1 6,9
16,0 7,8
18,0 8,7
20,0 9,6
22,0 10,7
23,9 11,8
26,0 13,0
27,0 13,5
∆p (mbar)
3
MB 410 S2 MB 412 S2
(Rp 1.1/4") (Rp 1.1/4")
18,1 9,0 4,5
22,1 11,0 5,5
26,4 13,2 6,5
31,3 15,5 7,6
36,6 18,0 8,7
42,2 20,5 9,9
47,8 22,9 11,2
53,7 25,4 12,7
59,9 28,1 14,0
66,4 30,8 15,4
73,2 33,6 16,8
80,3 36,5 18,3
87,6 39,5 19,8
95,1 42,6 21,4
103,0 45,8 23,1
R V R
MB 415 S2 MB 420 S2
(Rp 1.1/2") (Rp 2")
-- --
-- --
-- --
-- --
-- --
-- --
3,2 --
3,5 --
3,9 --
4,3 --
4,7 3,2
5,1 3,3
5,6 3,5
6,0 3,8
6,3 4,0
MB 415 S2 MB 420 S2
(Rp 1.1/2") (Rp 2")
-- --
3,2 --
3,3 --
3,8 --
4,3 --
4,8 3,2
5,4 3,4
5,9 3,8
6,5 4,1
7,1 4,5
7,7 4,9
8,3 5,3
9,0 5,7
9,6 6,1
10,2 6,6
1
D3790
2
6

GASDRUK

De tabellen hiernaast geven de minimale druk-
verliezen op de gastoevoerlijn in functie van het
maximum vermogen van de brander.
Kolom 1
Drukverlies verbrandingskop.
Gasdruk gemeten aan het meetpunt 1)(B), met
verbrandingskamer op 0 mbar.
Kolom 2
Drukverlies gassmoorklep 2)(B) met maximale
opening: 90°.
Kolom 3
Drukverlies van gasstraat 3)(B) omvat: regelklep
VR, veiligheidsklep VS (beiden met maximale
opening), drukregelaar R, filter F.
De in de tabellen aangegeven waarden hebben
betrekking op:
aardgas G20 PCI 9,45 kWh/Sm
Met:
aardgas G25 PCI 8,13 kWh/Sm
vermenigvuldig de waarden uit de tabel met:
- Kolom 1-2: met 1,5;
- Kolom 3: met 1,35.
Om het maximum vermogen (bij benadering) te
kennen waarop de brander werkt:
- Trek van de gasdruk aan het meetpunt 1)(B)
de druk in de verbrandingskamer af.
- Zoek in de bij de brander behorende tabel,
de drukwaarde die het dichtst bij het resultaat
van de aftrekking ligt.
- Lees aan de linkerkant het corresponderende
vermogen af.
Voorbeeld - RS 34/M MZ:
• Werking op maximum vermogen
• Aardgas G20 Hj 9,45 kWh/Sm
• Gasdruk op het gasmeetpunt 1)(B)= 9,3 mbar
• Druk in de verbrandingskamer
Een druk van 9,3 mbar, kolom 1, stemt in de ta-
bel RS 34/M MZ overeen met een vermogen
van 260 kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting.
Het werkelijke debiet wordt daarna gemeten op
de gasmeter.
Om de gasdruk te kennen die nodig is aan het
meetpunt 1)(B), na het vaststellen van het maxi-
mum vermogen waarop de brander moet wer-
ken:
- Zoek in de tabel die hoort bij de brander de
waarde voor het vermogen die het dichtst in
de buurt ligt bij de gewenste waarde.
- Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk aan
het meetpunt 1)(B) af.
- Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in
de verbrandingskamer op.
Voorbeeld - RS 34/M MZ:
• Gewenst maximum vermogen: 260 kW
• Aardgas G20 Hj 9,45 kWh/Sm
• Gasring 2)(B)blz.8 afgesteld zoals in diagram
(C)blz.8
• Gasdruk bij een vermogen van 260 kW,
uit tabel RS 34/M MZ, kolom 1A
• Druk in de verbrandingskamer
7,3 + 2 = 9,3 mbar
benodigde druk aan het meetpunt 1)(B).
3 3
(8,2 Mcal/Sm ).
3 3
(7,0 Mcal/Sm )
3
= 2 mbar
9,3 - 2= 7,3 mbar
3
= 7,3 mbar
= 2 mbar