Gebruikskenmerken Met Betrekking Tot Het Bijvullen Van Koelvloeistof; Gebruikscontrole - Mitsubishi Electric PUHY-P-YNW-A Série Manuel D'installation

11-3. Gebruikskenmerken met betrekking tot het bijvullen van
koelvloeistof
Het is belangrijk om u een duidelijk inzicht te vormen van de kenmerken van de koelvloeistof en de
gebruikskenmerken van airconditioners voordat u probeert het bijvullen van de koelvloeistof aan te passen in een
bepaald systeem.
・Tijdens het koelen is de hoeveelheid koelvloeistof het kleinst in de accumulator wanneer alle binnenunits in gebruik
zijn.
・Tijdens het verwarmen is de hoeveelheid koelvloeistof het grootst in de accumulator wanneer alle binnenunits in
gebruik zijn.
・Te weinig bijvullen van koelvloeistof creëert een tendens waarbij de temperatuur bij het ontladen stijgt.
・Wijzigen van de hoeveelheid koelvloeistof in het systeem terwijl er koelvloeistof in de accumulator is, heeft weinig
invloed op de ontladingstemperatuur.
・Hoe hoger het hogedrukniveau, hoe waarschijnlijker het is dat de ontlaadtemperatuur stijgt.
・Hoe lager het lagedrukniveau, hoe waarschijnlijker het is dat de ontlaadtemperatuur stijgt.
・Wanneer de hoeveelheid koelvloeistof in het systeem voldoende is, bedraagt de compressorhoestemperatuur 10
tot 60 ºC (50 tot 140 ºF) meer dan de lagedrukverzadigingstemperatuur. Als het temperatuurverschil tussen de
compressorhoestemperatuur en de lagedrukverzadigingstemperatuur 5 ºC (41 ºF) of minder is, is er vermoedelijk
teveel koelvloeistof bijgevuld.

11-4. Gebruikscontrole

De volgende symptomen zijn normaal en wijzen niet op een probleem.
Situaties
Een bepaalde binnenunit koelt of
verwarmt niet.
De waaier verandert automatisch de
luchtstroomrichting.
Tijdens het verwarmen verandert de
ventilatorsnelheid automatisch.
De ventilator stopt tijdens het verwarmen.
De ventilator blijft draaien nadat de unit is
gestopt.
Bij het begin van het verwarmen, kan de
ventilator niet handmatig worden
ingesteld.
Wanneer de hoofdvoeding is
ingeschakeld, verschijnt het display
ongeveer vijf minuten op de
afstandsbediening, zoals rechts
weergegeven.
De afvoerpomp blijft draaien nadat de unit
is gestopt.
De binnenunit maakt lawaai wanneer van
verwarmen op koelen wordt
overgeschakeld (en omgekeerd).
Direct na het opstarten is het stromen van
de koelvloeistof hoorbaar.
Er komt warme lucht uit een binnenunit
die niet aan het verwarmen is.
Afvoerwater komt uit de buitenunit vanaf
het bodemgedeelte van de
warmtewisselaar.
KJ79F137H01
Display op Oorzaak
afstandsbediening
"Cool" of "Heat" Andere binnenunits in hetzelfde koelsysteem worden al gebruikt in een andere
knippert. modus.
Normale display Het is mogelijk dat de waaier in de koelstand overschakelt van de positie voor het
verticaal uitblazen van lucht naar de positie voor het horizontaal uitblazen van
lucht, als het apparaat 1 uur lang het verticaal lucht uitgeblazen heeft. Bij ontdooien
in de verwarmingsstand of direct na het starten/stoppen van de verwarmingsstand,
schakelt de waaier automatisch voor korte tijd naar de positie voor het horizontaal
uitblazen van lucht.
Normale display De ventilator werkt aan zeer lage snelheid wanneer de thermostaat wordt
uitgeschakeld en schakelt automatisch naar de vooraf ingestelde snelheid volgens
de timerinstelling of de koeltemperatuur wanneer de thermostaat is ingeschakeld.
"Defrost" De ventilator blijft stilstaan tijdens de ontdooiingsscyclus.
Geen display Nadat de unit is gestopt tijdens het verwarmen, werkt de ventilator nog één minuut
om warmte uit te blazen.
"Stand-by" De ventilator werkt aan zeer lage snelheid gedurende vijf minuten nadat het
verwarmen is gestart of tot de temperatuur van de koelvloeistof 35 °C (95 °F) is.
Daarna werkt de ventilator gedurende twee minuten aan lage snelheid en tot slot
werkt de ventilator aan de vooraf ingestelde snelheid.
"HO" of Het systeem start op. Wacht tot "HO" of "PLEASE WAIT" niet meer knippert en
"PLEASE WAIT" dooft en probeer het daarna opnieuw.
knippert.
Geen display De afvoerpomp blijft in gebruik gedurende drie minuten nadat de unit in de
koelmodus is gestopt.
De afvoerpomp begint te draaien wanneer afvoerwater is gedetecteerd, zelfs
wanneer de unit is gestopt.
Normale display Dit geluid is normaal en duidt erop dat het koelcircuit correct werkt.
Normale display De ongelijke doorstroming van de koelvloeistof produceert een geluid. Het is
slechts tijdelijk en vormt geen probleem.
Normale display De LEV is een beetje geopend om te voorkomen dat de koelvloeistof in de
binnenunit die niet aan het verwarmen is, te zwaar wordt. Dit vormt geen probleem.
Geen display Dit zorgt voor goede afvoer van het afvoerwater in het geval dat het afvoerwater
bevriest en bij lage omgevingstemperatuur in de buitenunit blijft.
NL-56