Groep Transmissie Achteraan; Groep Transmissie Vooraan (Model 4Wd); Regeling Van De Veer Van De Veerhaak Van De Opvangzak; Stalling - GGP ITALY SPA TC 102 Série Manuel D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

8.7 GROEP TRANSMISSIE ACHTERAAN

Deze bestaan uit een verzegelde eenheid
en vragen geen onderhoud.; de eenheid is 
voorzien van een permanente smering die 
geen vervanging of aanvulling behoeft.
8.8 GROEP TRANSMISSIE
VOORAAN(MODEL4WD)
Deze bestaan uit een verzegelde eenheid
en vragen geen onderhoud. De olie van
het hydraulische verbindindingscircuit 
moet regelmatig gecontroleerd, 
bijgevuld en ververst worden.
Controleer dat het oliepeil van het
hydraulische systeem zich tussen 
de referenties «MIN» en «MAX» 
op het reservoir bevindt.
Als het peil lager is dan de
referentie «MIN» (Afb. 56):
– demonteer de bescherming (afb. 56.A) 
die is bevestigd met de moer (afb. 56.B):
– draai de dop (afb. 56.C) los 
en voeg olie 10W30 toe tot de
referentie «MAX» wordt bereikt:
– hermonteer de dop (afb. 56.C) en 
de bescherming (afb. 56.A).
BELANGRIJK Indien regelmatig moet
bijgevuld worden, moet gecontroleerd
worden dat geen lekken aanwezig zijn in de
leidingen en het reservoir, en contacteer de
verkoper voor de noodzakelijke handelingen.
8.9 REGELING VAN DE VEER VAN DE
VEERHAAK VAN DE OPVANGZAK
Als de opvangzak neigt te hobbelen 
of te openen wanneer op hobbelige 
terreinen wordt gewerkt, of als de 
herkoppeling moeilijk is nadat de zak 
is leeggemaakt, moet de spanning van 
de veer geregeld worden (afb. 57.A).
Wijzig het koppelingspunt door een van 
de gaten (afb. 57.B) te gebruiken, tot het 
gewenste resultaat wordt verkregen.

9. STALLING

Wanneer de machine gedurende meer dan 
30 dagen opgeborgen moet worden:
1. Laat de motor afkoelen
2. Maak de kabels van de accu los en bewaar 
de accu op een frisse en droge plek.
3. Ledig de brandstoftank (par. 7.2.2) en volg de 
instructies van de handleiding van de motor.
4. Reinig de machine zorgvuldig.
5. Controleer of de machine geen schade 
vertoont. Contacteer, indien nodig,
het geautoriseerde dienstcentrum.
6. De machine opbergen:
– met de snijgroep omlaag
– in een droge ruimte
– beschermd tegen slechte 
weersomstandigheden
– indien mogelijk bedekt met 
een doek (par. 15.4)
– buiten bereik van kinderen.
– na zich ervan verzekerd te hebben 
de sleutels of werktuigen die voor 
het onderhoud gebruikt werden, 
verwijderd te hebben.
Wanneer de machine weer in 
werking gezet wordt:
• controleer of er uit de slang, de benzinekraan 
en de carburateur geen benzine lekt.
• bereid de machine voor zoals aangegeven 
in hoofdstuk "6. Gebruik van de machine".

10. HANTERING EN TRANSPORT

• Wanneer men de machine 
hanteert, moet men:
– ontkoppel de snijgroep;
– plaats de snijgroep op de maximale hoogte;
– de motor uitschakelen;
• Wanneer men de machine met een wagen 
of aanhangwagen vervoert, moet men:
– opritten gebruiken met geschikte 
weerstand, breedte en lengte;
– de machine laden met de motor 
uitgeschakeld, met de contactsleutel 
uit het stopcontact van de machine, 
zonder bediener, duwend, en met 
een geschikt aantal personen;
– de brandstofkraan sluiten (indien voorzien).
– de snijgroep omlaag brengen;
– trek de handrem aan;
– de machine zo plaatsen dat ze 
geen gevaar veroorzaakt;
– ze stevig aan het vervoersmiddel 
bevestigen met koorden of kettingen 
om te vermijden dat ze kantelt en zo 
eventueel beschadigd kan worden of 
dat er brandstof zou kunnen lekken.
NL - 26

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières