Wateraansluitingen - CIAT MELODY 2 Manuel D'installation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 35
Montage
Monteer nu eerst de waterleidingen.
Zie hoofdstuk "Wateraansluitingen".
Verwijder zo nodig de T-ligger zodat er meer
'bewegingsruimte' ontstaat
Til de unit (zonder frame) voorzichtig op aan
de vier hoekpunten. Til de unit niet op aan de
condensaatafvoerleiding of de waterzijdige aansluitingen.
Breng de unit in de plafondopening en haak hem in
de 4 ophangbeugels. Als de T-ligger niet kan worden
verwijderd kan het nodig zijn de unit schuin naar zijn
plaats te tillen (alleen bij plafonds met een minimale
hoogte van 300 mm)
Hang de unit waterpas en houd 25 tot 30 mm ruimte
tussen de omkasting en de onderzijde van het plafond.
Breng de unit in lijn met de T-liggers van het plafond, en
stel de unit waterpas met moeren en contramoeren. Na
de condensafvoerleiding en de waterleidingen te hebben
aangesloten, moet worden gecontroleerd of de eenheid
waterpas is

Wateraansluitingen

Voer de hydraulische aansluitingen uit op de wisselaar of
de kleppen met schroefdraadverbindingen en materiaal
dat een perfecte afdichting garandeert. De unit heeft
vrouwelijke koppelingen in ingang en uitgang, zowel voor
De unit is verder voorzien van een luchtafvoerklep
(zie afb. 31), die kan worden gesteld met een sleutel van
8 mm.
Typen
Afmetingen
aansluitingen (Ø)
61
62
63
61*
62*
63*
*Warmwatercircuit bij 4-pijps uitvoering
MELODY 2
.
.
.
Typen
Afmetingen
aansluitingen (Ø)
92
93
94
93*
94*
-
Condensaatafvoer
Voor een goede condensaatafvoer moet de
afvoerleiding vanaf de binnen-unit aflopend worden
aangelegd (2%). Bovendien moet een sifon van circa
50 mm worden aangebracht om nare geurtjes te
voorkomen.
Het condensaat mag maximaal 200 mm boven de unit
worden afgevoerd op voorwaarde dat de stijgleiding
verticaal is en in lijn ligt met de flens van de afvoer.
Als het condensaat meer dan 200 mm boven de unit
moet worden afgevoerd. Wij raden modellen met
veiligheidsvlotter aan die de eenheid uitschakelen in
geval van defecte hulppomp..
soleer de afvoerleiding met dampdichte isolatie (bijv.
neopreen, 5 tot 10 mm dik).
Indien meer units in een ruimte zijn geplaatst dient
de condensaatafvoer te worden uitgevoerd zoals
aangegeven in fig. 23.
Voor de volledige afvoer van de unit raadpleegt u de
paragraaf "INSTALLATIE LEGEN" onder Onderhoud.
Controle
Controleer bij het opstarten van de unit of de pomp het
water goed afvoert. Als dat niet het geval is, controleer
dan de helling van de leidingen en zoek naar eventuele
verstoppingen..
-
NL - 56

Hide quick links:

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières