HASE Bikes KETTWIESEL Manuel D'utilisation page 25

Annexe pour revendeurs / Bijlage voor dealers
7. À l'aide d'une clé plate de 17 mm, desserrez le contre-écrou
de la tige de réglage gauche (1) jusqu'à aligner le perçage
du contre-écrou avec le perçage de la vis de réglage du
parallélisme.
8. Répétez cette opération sur la seconde tige de réglage.
9. Utilisez un outil fin, par ex. un rayon de vélo (2), pour tour-
ner la vis de réglage du parallélisme.
10. Si la distance mesurée à l'arrière des roues est supérieure
à la distance mesurée devant, tournez les vis de réglage de
façon synchrone dans le sens antihoraire (cf. illustration du
bas). Si la distance mesurée à l'arrière des roues est infé-
rieure à celle mesurée devant, tournez les tiges de réglage
dans le sens horaire.
Remarque:
Tournez toujours les deux tiges de réglage de façon
synchrone,
par ex. : un tour sur la tige gauche puis un tour sur la tige
droite.
Remarque:
Un tour complet de la tige de réglage du parallélisme
correspond environ à un millimètre de variation du pince-
ment ou de l'ouverture.
11. Contrôlez les écarts entre les roues en
répétant les étapes 2 à 5.
12. Si les valeurs divergent de plus de 5 mm, répétez l'étape
autant de fois que nécessaire, jusqu'à avoir des valeurs
égales.
Remarque:
N'oubliez pas de bloquer les deux tiges de réglage du
parallélisme pour qu'elles ne se dérèglent pas.
13. Freinez-les une fois réglées à l'aide des contre-écrous ser-
rés avec une clé plate de 17 mm.
www.hasebikes.com
7. Gebruik een 17 mm steeksleutel om de tegenmoeren op de
linker spoorstang (1) los draaien totdat het gat in de tegen-
moer in lijn is met het gat in de spoorstang.
8. Herhaal deze procedure met de tweede spoorstang.
9. Steek een klein hulpmiddel, bijv. een spaak (2), door beide
gaten en gebruik het om de bout binnenin de spoorstang de
draaien.
1
10. Als de gemeten afstand tussen de achtermarkeringen van
de velgen groter was dan de afstand tussen de voormarke-
ringen, draai dan de bouten in beide spoorstangen evenveel
linksom (zoals weergegeven in onderstaande afbeelding).
Als de gemeten afstand tussen de achtermarkeringen van
de velgen kleiner was dan de afstand tussen de voormarke-
ringen, draai dan de bouten in beide spoorstangen evenveel
rechtsom.
Opmerking:
2
Draai altijd de bouten in de twee spoorstang evenveel in de-
zelfde richting. Wanneer u bijvoorbeeld de bout in de linker
spoorstang een keer helemaal rechtsom draait, dan moet
u ook de bout in de rechter spoorstang een keer helemaal
rechtsom draaien.
Opmerking:
Een keer helemaal omdraaien van de bout in een spoor Een keer helemaal omdraaien van de bout in een spoor- Een keer helemaal omdraaien van de bout in een spoor-
stang komt ongeveer overeen met 1 millimeter verandering
in de gelijkloop.
11. Controleer de afstand tussen de voor- en achterranden van
de wielen nogmaals door stap 2 tot 5 te herhalen.
12. Indien de waarden meer dan 5 mm verschillen, herhaal dan
stap 10 totdat de twee waardes gelijk zijn.
Opmerking:
Wanneer u klaar bent met de aanpassing van de gelijkloop,
is het absoluut van belang dat u niet vergeet de tegenmoe-
ren op de spoorstang vast te draaien om te voorkomen dat
de aanpassing van de stangen teniet wordt gedaan.
13. Draai dan de tegenmoeren tegen de spoorstangen met een
17mm steeksleutel.
KETTWIESEL / LEPUS
23
KETTWIESEL / LEPUS 04/20