Tips bij het bereiden
Onderstaande tips zijn ter oriëntatie. De stand moet
verhoogd worden in geval van:
grote hoeveelheden vloeistof,
■
bereiding van grote gerechten,
■
pannen zonder deksel.
■
Bereidingswijze
Smelten: chocolade, boter, gelatine.
Koken: rijst, bechamel, ragout.
Koken: aardappelen, pasta, groente.
Smoren: stoofschotels, opgerold gebraad.
Stomen: vis.
Verwarmen, warm houden: kant-en-klaarge-
rechten.
Braden: schnitzels, steaks, omeletten.
Koken en goudbruin bakken
ÅKookpannen
Geschikte pannen
K o o k p a n n e n
Stand
1-2
2-3
4-5
4-5
Waarschuwingen voor het gebruik
5
Onderstaande raadgevingen helpen u energie te
2-3-4-5
besparen en schade vermijden aan de pannen:
6-7-8
9
Brander
Minimumdiameter
van de pan
Snelbrander
22 cm
Halfsnelbrander
14 cm
Hulpbrander
12 cm
Elektrische plaat
14 cm
Kookpannen
Maximumdiameter
van de pan
26 cm
20 cm
16 cm
18 cm
Gebruik pannen met een
geschikte maat voor elke
brander.
Gebruik geen kleine
pannen op grote
branders. De vlam mag de
zijkanten van de pan niet
raken.
Gebruik geen vervormde
pannen die onstabiel
staan op de kookplaat. De
pannen zouden kunnen
kantelen.
Gebruik altijd pannen met
een vlakke en dikke
bodem.
Kook niet zonder deksel of
met verschoven deksel.
Een deel van de energie
gaat verloren.
Plaats de pan op het
midden van de brander.
Zo niet, dan kan deze
omvallen.
Plaats geen grote pannen
op de branders naast de
knoppen. Deze kunnen
beschadigd worden
wegens te hoge
temperatuur.
Plaats de pannen op de
roosters, nooit
rechtstreeks op de
brander.
Controleer voor gebruik of
de roosters en de
branderdeksels op de
juiste wijze zijn geplaatst.
Hanteer de pannen
voorzichtig op de
kookplaat.
Stoot niet tegen de
kookplaat aan, noch
plaats hierop te hoge
gewichten.
nl
35