Monacor STA-1004 Mode D'emploi page 22

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 12
5.5 Monobrugwerking
Bij monobrugwerking (fig . 7) zijn de kanalen 1
en 2 even als de kanalen 3 en 4 in brug gescha-
keld, waardoor ze telkens een groter vermogen
afgeven dan een afzonderlijk kanaal . Bovendien
ontvangen alle kanalen hetzelfde ingangssig-
naal . Stel de schakelaars (8) aan de achterzijde
van het toestel in als volgt:
SUBWOOFER /
LINK 2 + 4 MODE B LINK 1 + 3
CROSSOVER
BRIDGE 3+4
1
De schakelaarinstellingen voor de monobrugwerking
= schakelaar uitgeschakeld,
– = niet in werking
5.5.1 Ingangen
Sluit op de ingangsjack CH 1 een lijnsignaalbron
aan zoals een voorversterker, een mengpaneel
etc . Als ingang kunt u de XLR-jack (12) of de
stekkerbus (13) gebruiken .
De ingangen CH 2, CH 3 en CH 4 worden
niet aangesloten .
5.5.2 Uitgangen
De versterker kan twee luidsprekers resp . twee
luidsprekergroepen bedienen . Bij brugwerking
moet de impedantie van de luidsprekers resp .
de totale impedantie van de luidsprekergroe-
pen minstens 8 Ω be dragen en de belastbaarheid
minstens 500 W RMS . Sluit de luidsprekers resp .
luidsprekergroepen aan op de uitgangsjacks (14):
CH 1+ = positieve pool luidspreker 1
CH 2+ = negatieve pool luidspreker 1
CH 3+ = positieve pool luidspreker 2
CH 4+ = negatieve pool luidspreker 2
5.6 Bi-Amping
In de bedrijfsmodus Bi-Amping zijn de uitgangs-
trappen voor een actief 2-weg-stereosysteem
geconfigureerd (fig . 8) . De middentonenluid-
sprekers en tweeters en de basluidsprekers wor-
den daarbij ge scheiden op de uitgangstrappen
aangesloten . Stel voor deze bedrijfsmodus de
schakelaars (8) aan de achterzijde van het toestel
in als volgt:
SUBWOOFER /
LINK 2 + 4 MODE B LINK 1 + 3
CROSSOVER
CROSSOVER
De schakelaarinstellingen voor Bi-Amping
= schakelaar uitgeschakeld,
– = niet in werking
5.6.1 Ingangen
Verbind de uitgang van de lijnbron, bv . een
mengpaneel, voorversterker etc ., met de in-
gangen van de versterker:
Sluit het linker kanaal aan op de ingangsjack
CH 1 en het rechter kanaal op de ingangsjack
CH 2 . Als ingangen kunt u de XLR-jacks (12) of
de stekkerbussen (13) gebruiken . De ingangen
CH 3 en CH 4 worden niet gebruikt .
5.6.2 Uitgangen
De versterker kan vier luidsprekers resp . vier
luidsprekergroepen bedienen . Het grootste uit-
gangsvermogen wordt bereikt bij de aansluiting
van luidsprekers van 4 Ω en van luidsprekergroe-
pen met een totale impedantie van 4 Ω . U kunt
echter ook luidsprekers van 8 Ω resp . luidspre-
kergroepen met een totale impedantie van 8 Ω
aansluiten, waarbij het uitgangsvermogen wel
iets afneemt . De luidsprekers resp . luidspreker-
groepen moeten telkens een volgende minimale
RMS-belastbaarheid hebben:
22
luidsprekers van 4 Ω: 250 W
luidsprekers van 8 Ω: 160 W
Sluit de luidsprekers resp . luidsprekergroepen
aan op de uitgangsjacks (14):
CH 1+ = positieve pool middentonenluidspreker
CH 1− = negatieve pool middentonenluidspre-
CH 2+ = positieve pool middentonenluidspreker
LINK 1 + 2 MODE A
CH 2− = negatieve pool middentonenluidspre-
OTHER
BRIDGE 1+2
Tabel 7
CH 3+ = positieve pool basluidspreker links
= ingeschakeld,
CH 3− = negatieve pool basluidsprekers links
CH 4+ = positieve pool basluidspreker rechts
CH 4− = negatieve pool basluidspreker rechts
5.7 Tri-Mode
In Tri-Mode (fig . 9) kunnen een subwoofer in
brugwerking en twee middentonenluidsprekers
en tweeters worden bediend . Stel de schakelaars
(8) aan de achterzijde van het toestel in als volgt:
LINK 2 + 4 MODE B LINK 1 + 3
De schakelaarinstellingen voor de Tri-Mode
= schakelaar uitgeschakeld,
– = niet in werking
5.7.1 Ingangen
Verbind de uitgang van de lijnbron, bv . een
mengpaneel, voorversterker etc ., met de in-
gangen van de versterker:
Sluit het linker kanaal aan op de ingangsjack
CH 1 en het rechter kanaal op de ingangsjack
CH 2 . Als ingangen kunt u de XLR-jacks (12) of
de stekkerbussen (13) gebruiken . De ingangen
CH 3 en CH 4 worden niet gebruikt .
5.7.2 Uitgangen
De versterker kan twee middentonenluidsprekers
en tweeters resp . twee middentonenluidspreker-
en tweetergroepen bedienen en in brugwerking
een subwoofer resp . een subwoofergroep .
Voor de middentonenluidsprekers en tweeters
wordt bereikt het grootste uitgangsvermogen bij
LINK 1 + 2 MODE A
de aansluiting van luidsprekers van 4 Ω en van
luidsprekergroepen met een totale impedantie
van 4 Ω . U kunt echter ook luidsprekers van 8 Ω
Tabel 8
resp . luidsprekergroepen met een totale impe-
= ingeschakeld,
dantie van 8 Ω aansluiten, waarbij het uitgangs-
vermogen wel iets afneemt . De luidsprekers
resp . luidsprekergroepen moeten telkens een
volgende minimale RMS-belastbaarheid hebben:
luidsprekers van 4 Ω: 250 W
luidsprekers van 8 Ω: 160 W
Voor de subwoofer resp . de subwoofergroep
moet omwille van de brugwerking de impedan-
tie van de luidspreker resp . de totale impedantie
van de luidsprekergroep minstens 8 Ω bedragen
en de belastbaarheid minstens 500 W RMS .
Sluit de luidsprekers resp . luidsprekergroepen
aan op de uitgangsjacks (14):
CH 1+ = positieve pool middentonenluidspreker
CH 1− = negatieve pool middentonenluidspreker
CH 2+ = positieve pool middentonenluidspreker
CH 2− = negatieve pool middentonenluidspreker
CH 3+ = positieve pool subwoofer
CH 4+ = negatieve pool subwoofer
en tweeter links
ker en tweeter links
en tweeter rechts
ker en tweeter rechts
SUBWOOFER /
LINK 1 + 2 MODE A
CROSSOVER
CROSSOVER
= ingeschakeld,
en tweeter links
en tweeter links
en tweeter rechts
en tweeter rechts
5.8 Voedingsspanning
Nadat alle andere aansluitingen zijn tot stand
ge bracht, plugt u de netstekker van het aan-
sluitsnoer (11) in een stopcontact (230 V/ 50 Hz) .
6 Bediening
6.1 Volumebegrenzer (limiter)
De vier uitgangstrappen van de versterker zijn
elk met een limiter uitgerust . Deze zorgt ervoor
dat bij het openen van de niveauregelaars (6)
het geluidsvolume na bereiken van de maximale,
onvervormd niveau niet blijft toenemen . Zo ver-
mijdt u vervormingen bij hoge geluidsvolumes
en beschermt u de aangesloten luidsprekers .
De limiter kan voor elke uitgangstrap
afzonderlijk worden uit- resp . ingeschakeld . Stel
hiervoor de DIP-schakelaars PEAK LIMITER (10)
bij uitgeschakelde versterker correct in .
6.2 In- en uitschakelen
Om luide schakelploppen te vermijden, scha-
kelt u de versterker steeds als laatste onderdeel
van de geluidsinstallatie in . Op dezelfde manier
schakelt u na gebruik altijd eerst de eindver-
sterker uit .
Tabel 9
1) Alvorens in te schakelen, plaatst u de rege-
laars CH 1 tot CH 4 (6) in de stand "0" .
2) Schakel de versterker in met de schakelaar
POWER (7) . Na het inschakelen lichten de
gele LED's POWER (5) op .
Opgelet!
Draai na gebruik eerst alle niveauregelaars (6) in
de stand "0" en wacht ongeveer 3 minuten om
het toestel uit te schakelen, zodat de interne
ventilator de uitgangstrappen kan afkoelen .
Anders kan het toestel schade oplopen .
6.3 Het volume instellen
Naargelang de ingestelde bedrijfsmodus wordt
met de niveauregelaars CH 1 tot CH 4 (6) het
volume van de aangesloten luidsprekers inge-
steld:
Regelaar
Fig.
Modus
CH 1
3
Indiv. bedrijf
Kanaal 1
4
Kanaalgroep Kanaal 1
Stereo,
Luid-
5
parallel
spreker L 1
Linker
6
Stereobrug
Kanaal
Luid-
7
Monobrug
spreker 1
Midden-
tonenluid-
8
Bi-Amping
spreker en
tweeter L
Midden-
tonenluid-
9
Tri-Mode
spreker en
tweeter L
De werking van de niveauregelaars
– = regelaar niet in gebruik
Opgelet!
Stel het volume op de versterker nooit te hoog
in . Langdurige blootstelling aan hoge volumes
kan het gehoor beschadigen! Het gehoor raakt
aan gepast aan hoge volumes die na een tijdje
niet meer zo hoog lijken . Verhoog daarom het
volume niet nog meer, nadat u er gewoon aan
bent ge raakt .
Stel met de betreffende niveauregelaars het
gewenste geluidsvolume in . Indien het uit-
gangsvermogen groter is dan 100 mW, licht de
Regelaar
Regelaar
Regelaar
CH 2
CH 3
CH 4
Kanaal 2
Kanaal 3
Kanaal 4
Kanaal 2
Kanaal 3
Kanaal 4
Luid-
Luid-
Luid-
spreker R 1
spreker L 2
spreker R 2
Rechter
Kanaal
Luid-
spreker 2
Midden-
Basluid-
Basluid-
tonenluid-
spreker
spreker
spreker en
links
rechts
tweeter R
Midden-
tonenluid-
Subwoofer
spreker en
tweeter R
Tabel 10

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

24.3160

Table des Matières