5
1
3
4
Het zaagblad over de bout (3) en de
N
fixeerboring (4) over de tap op de
spanschuif plaatsen – gelijktijdig de
zaagketting over het
kettingtandwiel (5) leggen
Bout (1) linksom draaien, totdat de
N
zaagketting aan de onderzijde nog
maar iets doorhangt en de nokken
van de aandrijfschakels in de groef
van het zaagblad liggen
Het kettingtandwieldeksel weer
N
aanbrengen en de moer handvast
draaien
Verder met "Zaagketting spannen"
N
HT 102, HT 103, HT 132, HT 133
Zaagketting spannen
Voor het naspannen tijdens het werk:
Motor afzetten
N
Moer losdraaien
N
Zaagblad bij de neus optillen
N
Met behulp van een
N
schroevendraaier de bout (1)
linksom draaien, tot de zaagketting
tegen de onderzijde van het
zaagblad ligt
Het zaagblad verder oplichten en de
N
moer vastdraaien
Verder: zie "Zaagkettingspanning
N
controleren"
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait!
Kettingspanning vaker controleren –
N
zie "Gebruiksvoorschriften"
Zaagkettingspanning
controleren
1
Motor afzetten
N
Veiligheidshandschoenen
N
aantrekken
De zaagketting moet tegen de
N
onderzijde van de zaagbladgroef
aan liggen – en met de hand over
het zaagblad kunnen worden
getrokken
Indien nodig, zaagketting
N
naspannen
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
Kettingspanning vaker controleren –
N
zie "Gebruiksvoorschriften"
Nederlands
89