Christopeit Sport AL 2 Notice De Montage Et D'utilisation page 48

Masquer les pouces Voir aussi pour AL 2:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 26
FOUTMELDINGEN:
Bij iedere nieuwe start voert de computer een sneltest op goede functione-
erbaarheid door. Indien dan toch eens niet alles in orde is, geeft de computer
drie verschillende foutmogelijkheden aan:
E 1 Dit symbool en een waarschuwingsgeluid verschijnen wanneer de
bedrading verkeerd aangesloten is.
Controleer al de kabelverbindingen, meer in het bijzonder aan de stekkers.
Na oplossing van de fout de toets „S" 2 seconden lang ingedrukt houden
om het systeem terug op 000 te zetten.
E 2 Dit symbool verschijnt wanneer de meetwaarden niet correct zijn of
wanneer de IC beschadigd is.
E 3 Dit symbool verschijnt wanneer er in het programma 8 bij de meting
geen signalen van de handpuls ontvangen worden
POLSSLAGMETING:
1. Handpulsmeting:
In het linkse en rechtse stuurgedeelte is telkens een metalen contactplaat,
de voelers, voorzien. Verbind de kabel met de aansluiting 4 op de computer.
Gelieve erop te letten dat steeds beide handpalmen gelijktijdig met normale
kracht op de voelers liggen. Zodra er een polsslag volgt, knippert er een
hart naast het polsslagdisplay.
(De handpulsmeting dient slechts ter oriëntatie omdat het door beweging,
wrijving, zweet etc. tot afwijkingen van de effectieve polsslag kan komen.
Bij een klein aantal personen kan het tot foutieve functies van de handpuls-
meting komen.
Indien u moeilijkheden met de handpulsmeting ondervindt, raden wij het
gebruik van een cardioborstgordel aan.
Toets „START" beslist indrukken, anders volgt er geen polsslagmeting.
FITNESSCIJFER / FUNCTIE „ONTSPANNINGSPOLSSLAG"
Uw ergometer biedt de mogelijkheid, een evaluatie van uw individuele fitness
in de vorm van een „fitnesscijfer" door te voeren.
Het meetprincipe is gebaseerd op het feit dat bij gezonde, goed getrainde
personen de polsslagfrequentie binnen een bepaalde tijdspanne na de trai-
ning sneller daalt dan bij gezonde, minder goed getrainde personen. Voor
de vaststelling van de fitnesstoestand wordt er daarom op het verschil van
de polsslagfrequentie op het einde van de training (beginpolsslag) en een
minuut na het einde van de training (eindpolsslag) beroep gedaan.
Start deze functie pas wanneer u een tijdje getraind hebt. Voor het begin van
de functie „Ontspanningspolsslag" moet u uw actuele polsslagfrequentie
laten weergeven doordat u uw handen op de handpulsvoelers legt of met
cardioborstgordel traint .
1. Druk de toets „Test" in en leg daarna beide handen voor de polsslagme-
ting tegen de voelers.
2. De computer gaat over naar de modus „STOP", in het midden van het
display wordt er een groot hartsymbool weergegeven en de automatische
meting „Ontspanningspolsslag" wordt geïntroduceerd.
3. De tijd, die op het display begint, wordt 0:60 aan achteruit geteld
4. In het veld „Beoogde polsslag „ wordt de beginpolsslag in het begin van
de meting weergegeven. Daarbij wordt er op het gemiddelde van de vier
hoogste polsslagwaarden tijdens de laatste 20 seconden voor het indrukken
van de toets „Fitness" beroep gedaan.
5. In het veld „Polsslag" wordt de op het gegeven moment gemeten pols-
slagwaarde weergegeven.
6. Na verloop van een minuut is de tijd terug naar 0:00 gegaan en weerklinkt
er een signaalgeluid. De motor keert terug. In het veld „Polsslag" wordt
de eindpolsslag op het tijdstip 0:00 aangegeven. U kunt nu uw handen
van de polsslagvoelers verwijderen. Na een aantal seconden verschijnt in
het midden van het display uw fitnesscijfer van F 1,0 - F 6,0 (systeem met
schoolcijfers).
7. Om verder te trainen, drukt u de START-toets S in.
Trainingshandleiding
De onderstaande factoren moeten in acht worden genomen bij het bepalen
van de benodigde training voor het bereiken van een merkbare verbetering
van uw figuur en gezondheid:
1. Intensiteit:
De mate van lichamelijke belasting bij de training moet de normale
belasting overschrijden, zonder dat u daarbij buiten adem en/of uitgeput
raakt. De hartslag kan een geschikte richtwaarde voor een effectieve
training zijn. Tijdens de training moet deze tussen de 70% en 85% van de
maximale hartslag liggen (zie de tabel en formule om deze te bepalen en
te berekenen).
Tijdens de eerste weken moet de hartslag tijdens de training in het laagste
deel hiervan, rond 70% van de maximale hartslag liggen. In de loop van
de daaropvolgende weken en maanden zou de hartslag langzaam tot de
bovengrens van 85% van de maximale hartslag moeten stijgen. Hoe beter
de conditie van degene die traint is, des te meer moet het trainingsniveau
stijgen om tussen de 70% tot 85% van de maximale hartslag te komen. Dit
kan worden bereikt door langer te trainen en/of door de moeilijkheidsgraad
te verhogen.
Wanneer de hartslag niet op het display wordt weergegeven of wanneer u
voor de zekerheid uw hartslag wilt controleren, omdat deze door eventuele
gebruiksfouten enz. onjuist weergegeven kan zijn, kunt u het volgende doen:
De hartslag op de gebruikelijke wijze meten (bijv. de pols voelen en het
aantal slagen per minuut tellen).
De hartslag met een geschikt en geijkt meetapparaat meten (verkrijgbaar
bij gezondheidsinstellingen)
2. Frequentie:
De meeste experts adviseren een gezondheidsbewust dieet, dat op uw
trainingsdoel moet worden afgestemd en drie tot vijf maal per week een
lichamelijke training. Een normale volwassene moet tweemaal per week
trainen om zijn huidige conditie te behouden. Om zijn conditie te verbeteren
en zijn lichaamsgewicht te veranderen moet hij minimaal driemaal per week
trainen. Natuurlijk is de ideale trainingsfrequentie vijf maal per week.
3. Planning van de training
Iedere trainingssessie moet uit drie fasen bestaan: een "warming-up",
een "trainingsfase" en een "cooling down". In de "warming-up" moet de
lichaamstemperatuur en de zuurstoftoevoer langzaam toenemen. Dit kan
worden bereikt door vijf tot tien minuten lang gymnastiekoefeningen te doen.
Daarna moet de eigenlijke training ("trainingsfase") beginnen. De
trainingsbelasting moet de eerste minuten laag zijn en dan gedurende een
periode van 15 tot 30 minuten zo toenemen, dat de hartslag zich tussen de
70% en 85% van de maximale hartslag bevindt.
Om de bloedsomloop na de "trainingsfase" te ondersteunen en om
spierpijn of verrekte spieren te voorkomen, moet de trainingsfase door een
"cooling down" worden gevolgd. Hierbij moeten vijf tot tien minuten lang
stretchoefeningen en/of lichte gymnastiekoefeningen worden gedaan.
Voor meer informatie over uitoefening van warme up, oefening te rekken
of algemene gymnastische oefenen in onze downloadarea onder www.
christopeit-sport.com
4. Motivatie
De sleutel tot een succesvol programma is een regelmatige training. U kunt
het beste een vaste tijd en plaats per trainingsdag vaststellen en u ook
geestelijk op de training voorbereiden. Train alleen met een goed humeur
en houd uw doel voor ogen. Met een continue training zult u zien dat u per
dag vooruitgang boekt, dat u zich verder ontwikkelt en dat u uw persoonlijke
trainingsdoel beetje bij beetje nadert.
Berekeningsformules: Maximale hartslag (220 - leeftijd) = 220 - leeftijd
90% van de maximale hartslag
85% van de maximale hartslag
70% van de maximale hartslag
48
= (220 - leeftijd) x 0,9
= (220 - leeftijd) x 0,85
= (220 - leeftijd) x 0,7

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

1107110711107a

Table des Matières