Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt.
Bedien het apparaat altijd in overeenstemming met de geldende veiligheidsinstructies en voor-
schriften.
Veiligheidsinformatie
- Gebruik de kachel alleen in goed geventileerde ruimtes om het risico op koolmonoxidever-
giftiging te voorkomen. Probeer de verwarming niet op vol vermogen te gebruiken in ruimtes
van minder dan 80 m³, aangezien dit kan leiden tot een risico op koolmonoxidevergiftiging. Een
ventilatieoppervlak van minimaal 105 cm2 wordt aanbevolen.
- Verplaats de kachel nooit wanneer deze in werking is.
- Plaats geen voorwerpen voor, tegen of op het fornuis.
- Houd kinderen uit de buurt van de kachel, sommige onderdelen kunnen heet worden en letsel
veroorzaken.
- Controleer altijd de dichtheid van de installatie met een lekdetectiespray of zeepsop. Dit moet
ook worden gedaan na het vervangen van de gasfles.
- Sluit altijd de gaskraan bij de gasfles als het kooktoestel niet in gebruik is.
- Plaats de kachel niet in de buurt van een muur of in de buurt van gordijnen of andere brand-
bare materialen. Respecteer altijd de minimale veiligheidsafstanden, 50 cm naar de zijkanten,
100 cm naar de voorkant. Richt de kachel altijd naar het midden van de kamer. Laat kinderen of
dieren niet in de buurt van het apparaat komen.
- Zorg ervoor dat de kachel op een vlakke ondergrond staat.
- Dit apparaat mag niet worden gebruikt in recreatieve voertuigen zoals caravans en campers.
- Installeer het apparaat niet in kelders, badkamers of slaapkamers.
- Gebruik geen andere soorten gas dan aangegeven.
- Voor dit apparaat zijn een slang en regelaar nodig. Neem hiervoor contact op met uw gasleve-
rancier.
- Neem bij pech, problemen tijdens montage of gebruik contact op met uw dealer.
- Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderde
fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten, of die gebrek aan ervaring en kennis hebben, tenzij
ze onder toezicht staan of geïnstrueerd zijn over het gebruik van het apparaat door een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid .
Veiligheidsvoorzieningen
De kachel is uitgerust met verschillende veiligheidsvoorzieningen om uw veiligheid te garande-
ren:
- Thermische veiligheid: Als de vlam van de kachel uitgaat, sluit de kachel automatisch de
gastoevoer af.
- Bescherming tegen zuurstoftekort: De kachel meet continu het zuurstofniveau in de lucht ron-
dom de kachel. Wanneer het zuurstofniveau te laag wordt, schakelt de kachel automatisch uit.
Dit voorkomt koolmonoxidevergiftiging.
- Valbeveiliging: Als de kachel valt, sluit een speciaal mechanisme onmiddellijk de gastoevoer af
om te voorkomen dat de kachel op een brandbaar oppervlak verbrandt.
Aandacht! Raak de kachel niet aan en verplaats deze niet terwijl deze brandt! Hierdoor kan de
kachel plotseling stoppen, omdat de omvalbeveiliging geactiveerd is. Zorg ervoor dat de kachel
altijd stabiel staat, op een vlakke ondergrond.
Faciliteit
- Verwijder het achterpaneel van de kachel nadat u deze uit de verpakking heeft gehaald.
- Plaats de gasfles in de kachel.
- Monteer de gasregelaar en de slang op de gasfleskraan. Draai de aansluitmoer met de hand
vast. Gebruik geen hefboomwerking, omdat hierdoor de rubberen afdichting kan vervormen,
wat kan resulteren in een gaslek. Draai de verbindingsmoer pas vast met een lichte tik nadat u
deze met de hand hebt vastgedraaid.
- Test de aansluiting op gasdichtheid in een goed geventileerde ruimte, vrij van open brand-
wonden of andere ontstekingsbronnen. Open de gaskraan één of twee slagen en controleer op
lekkage met een gaslekdetector of zeepsop (gaskraan, gasregelaar,
48