Om nauwkeurige hoeken te bereiken beschikt de
hoekfreeskorf (25) over vergrendelstanden in stappen van
7,5°. Het totale instelbereik bedraagt 75° (45° naar voren en
30° naar achter).
Draai de beide vleugelschroeven (26) los.
Stel de gewenste hoek met behulp van de
verdeelschaal (27) in en schroef de vleugelschroeven (26)
weer vast.
Frezen met invaleenheid (zie afbeelding R)
Met de invaleenheid (28) kunnen met vaste steun groeven,
kanten, profielen en slobgaten worden gefreesd.
Maak de spanhendel (35) op de invaleenheid (28) los. Zet
de dubbele pijlen op de aandrijfeenheid (1) en de invaleen-
heid (28) met elkaar in één lijn. Schuif de aandrijfeenheid
tot aan de aanslag in de invaleenheid. Draai de aandrijfeen-
heid rechtsom tot aan de aanslag en sluit de spanhendel
(35).
Voor het laten zakken van de aandrijfeenheid (1) maakt u de
ontgrendelingshendel (36) los en duwt u deze omlaag tot u
de gewenste diepte hebt bereikt. Laat de
ontgrendelingshendel (36) los.
Monteer de stofafzuiging voor groeven frezen (37) of de
stofafzuiging voor kanten frezen (38).
Frezen met offset-eenheid (zie afbeelding S)
De offset-eenheid (29) is bestemd voor het frezen op krap-
pe plekken die met de ronde voetplaat (7) niet toegankelijk
zijn (bijv. frezen in de nabijheid van verticale vlakken).
Verwijder de spantang (15) van de aandrijfeenheid (1) en
monteer het aandrijfwiel (39). Plaats de aandrijfeenheid (1)
in de offset-eenheid (29). Leid een schroevendraaier door
de opening (40) in de voetplaat van de offset-eenheid om de
riem over de aandrijfschijf te leggen.
Bevestig de frees (zie „Frees bevestigen (zie
afbeeldingen C–D)", Pagina 66). Druk op de asvergrende-
lingsknop (41) op de offset-eenheid (29) en schroef de war-
telmoer (6) vast.
De rol-/busgeleiding (42) van de offset-eenheid (29) wordt
gebruikt wanneer u met accessoires zonder lagers kanten
freest. Bevestig de rol-/busgeleiding (42) met 2 schroeven.
De breedte van het weggenomen materiaal wordt bepaald
door de ingestelde afstand tussen de voorkant van de frees
en de voorkant van de rol/bus.
Frezen met kopieerhuls (zie afbeelding T)
Met behulp van de kopieerhuls (43) kunt u contouren van
modellen of sjablonen naar werkstukken overbrengen.
Kies afhankelijk van dikte van de sjabloon of het model de
geschikte kopieerhuls. Vanwege de uitstekende hoogte van
de kopieerhuls moet de sjabloon een minimumdikte van
8 mm hebben.
Gebruik voor het frezen met kopieerhulzen uitsluitend frezen
die 2 mm kleiner zijn dan de binnendiameter van de kopieer-
huls.
Bevestig de adapter voor de kopieerhuls (44) op de voet-
plaat (7). Breng de beide gaten aan de onderkant van de
adapter (44) in overeenstemming met de boorgaten in de
Bosch Power Tools
voetplaat (7). Bevestig de adapter (44) met de meegelever-
de schroeven.
De voetplaat (7) is in de fabriek gecentreerd. Daardoor
wordt de frees in het midden van de voetplaat en de kopieer-
huls (43) geplaatst. Om de voetplaat of de kopieerhuls zo
nauwkeurig mogelijk te centreren, gebruikt u een optionele
centreervoorziening.
Monteer de adapter (44) en de kopieerhuls (43). Draai de 4
schroeven op de voetplaat (7) los. Schuif de centreerstift
(45) door de voetplaat in de spantang (15) en bevestig deze
met de wartelmoer (6). Duw de centreerstift licht in de voet-
plaat of de kopieerhuls. Draai de schroeven op de voetplaat
(7) weer vast. Verwijder de centreerstift (45).
De centreerconus (46) kan worden gebruikt om de voetplaat
of brede kopieerhulzen te centreren.
Voetplaat verwisselen
Verwijder de 4 schroeven onder op de voetplaat (7) en ver-
wijder deze. Monteer de nieuwe voetplaat (accessoire) met
de 4 schroeven in de juiste positie.
Spanhendel bijstellen (zie afbeelding M)
Wanneer de aandrijfeenheid (1) niet meer stevig in de frees-
korf (2) zit, moet u de spankracht van de spanhendel (10)
bijstellen.
– Open de spanhendel (10).
– Draai de moer (31) met een steeksleutel (8 mm) ca. 45°
rechtsom.
– Sluit de spanhendel weer.
– Controleer of de aandrijfeenheid (1) goed wordt gespan-
nen. Draai de moer (31) niet te vast.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Neem de accu vóór alle werkzaamheden aan het elek-
u
trische gereedschap (bijv. onderhoud, wisselen van
accessoires, enz.) uit het elektrische gereedschap. Bij
per ongeluk bedienen van de aan/uit-schakelaar bestaat
gevaar voor letsel.
Houd het elektrische gereedschap en de ventilatie-
u
openingen altijd schoon om goed en veilig te werken.
Reinig regelmatig de aandrijfeenheid, de freesdiepte-fijnin-
stelling en de binnenkant van de freeskorf. Gebruik hiervoor
een schone doek of een borstel of perslucht
(zie afbeelding Q).
Klantenservice en gebruiksadvies
Onze klantenservice beantwoordt uw vragen over reparatie
en onderhoud van uw product en over vervangingsonderde-
len. Explosietekeningen en informatie over vervangingson-
derdelen vindt u ook op: www.bosch-pt.com
Het Bosch-gebruiksadviesteam helpt u graag bij vragen over
onze producten en accessoires.
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangingsonderde-
len altijd het uit tien cijfers bestaande productnummer vol-
gens het typeplaatje van het product.
Nederlands | 69
1 609 92A 9YL | (24.06.2024)