Télécharger Imprimer la page

DRESSER FLUXI 2000/TZ Mode D'emploi page 25

Masquer les pouces Voir aussi pour FLUXI 2000/TZ:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 8
Houdt dit installatie-voorschrift toegankelijk voor alle
gebruikers.
Respecteer alle nationale regels tav installatie, bedie-
ning en service van de gasmeters.
1 Kenmerken
De Fluxi 2000/TZ gasmeters zijn ontworpen voor het
meten van gassen zoals gespecificeerd in de EN 437
(1ste , 2de en 3de gas familie), daarnaast kunnen er
ook verschillende gefilterde en niet-corrosieve gassen
gemeten worden.
Turbinegasmeters zijn stromingsmeters. De gasstroom
drijft het turbinewiel aan en de rotatiesnelheid van het
turbinewiel is proportioneel met de lineaire snelheid
van het gas. Deze omwentelingen worden mechanisch
doorgegeven aan het telwerk door een magnetische
koppeling.
Voor gedetaileerde informatie, zie: Annex 5.
2 Ontvangst van de Fluxi 2000/TZ
2.1 Verpakking
Iedere meter, afhankelijk van het type, wordt geleverd
in een aparte doos of op een houten pallet. De verpak-
king bevat een contra connector voor de geinstal-
leerde reedcontacten en olie in geval dat een oliepomp
geinstalleerd is.
2.2 Opslag
Indien de meter niet direkt gebruikt wordt, moet deze
worden opgeslagen in een schone en droge omge-
ving. De afsluitdoppen op inlaat en uitlaatzijde van de
meter dienen pas bij installatie van de meter verwijderd
te worden. Opslag temperatuur: -40°C to +70°C.
2.3 Behandeling
De meters moeten met zorg worden behandeld. Ophij-
sen van de meter alleen met hijsbanden om de „body"
of aan de hijsogen.
3 Installatie
3.1 Algemene opmerkingen
Zie Annex 1 en de PED informatie in Annex 7.
• De standaard Fluxi 2000/TZ is ontworpen voor het
meten van schone en niet aggressieve gassoorten.
Voor het meten van aggressieve gassen gaarne
contact opnemen met Dresser Actaris Gas voor infor-
matie over speciale uitvoeringen.
• (1) Voor installatie de meter controleren op eventuele
beschadigingen, ontstaan tijdens transport.
• (2) Niet lassen aan het leidingwerk bij een geinstalle-
erde meter.
• (3) De meter moet te allen tijde, spanningsvrij geïn-
stalleerd worden. De flenzen moeten goed uitgelijnd
worden. Het max. aanhaalmoment van de bouten
mag de in tabel vermelde waarden niet overschrij-
den:
M16
M20
M24
120
200
300
Nm
Nm
Nm
Bouten gelijkmatig, bij voorkeur kruislings, aandraaien.
Flens pakkingen van voldoende kwaliteit moeten ge-
bruikt worden.
• (4) Om de nauwkeurigheid te waarborgen, dient de
meter geinstalleerd te worden met een recht inlaat
pijpstuk van 2ND, zonder uitlaatrestrictie. Zie detail
Annex 2.
• (5) Indien de meter is uitgevoerd met een oliepomp,
dient de positie van het oliereservoir aangepast te
zijn aan de installatie.
• (6) Impulsgever aansluiting: Gasmeters worden vaak
geinstalleerd in gebieden met een gasrisiko. Daarom
moet de elektrische verbinding met de gasmeter Ex
gemarkeerd zijn of voldoen aan een gelijkwaardige
toelating. De connector aansluiting en de pulswaar-
des staan op de telwerkplaat.
• (7) Vervuiling in het gas zoals bv zand en laskorrels
kunnen het turbinewiel beschadigen. Het gebruik
van een zeef of filter wordt dringend aanbevolen.
• (8) Drukpulsen moeten tijdens het opstarten voorko-
men worden, dit om het turbinewiel te beschermen.
Om schade bij het opstarten te voorkomen, dient de
drukverhoging langszaam met niet meer dan 0,3 bar
per seconde plaats te vinden.
3.2 Aanbevolen installatie
Turbinemeters zijn „stromingsmeters" dit betekend dat
de metrologie beinvloedt kan worden door verstorin-
gen, veroorzaakt door de gasstroom.
De Fluxi 2000/TZ is echter ontworpen met een lage
gevoeligheid voor deze stroomverstoring. Deze meter
kan geinstalleerd worden met een minmale rechte aan-
stroomlengte. Aan de uitlaatzijde is geen rechte lengte
vereist. Zie voor details Annex 2.
Een hogere meetnauwkeurigheid kan verkregen wor-
den door de volgende regels te hanteren:
• Gebruik bij voorkeur bochtstukken met een grote ra-
dius (≥ 5 DN) aan de inlaatzijde van de meter.
• Bij diameter variaties, svp altijd convigerend , divige-
rende pijpstukken gebruiken, voorkom het gebruik
van verschillende diameters.
• Obstakels, zoals zakbuizen, mogen niet uitsteken bin-
nen een afstand van 2 DN in de aanstroomzijde van
de meter.
• Pakkingen moeten moeten op de juiste wijze (cen-
trisch) worden gemonteerd en moeten niet uitsteken
in de leiding.
M27
M30
M33
≥M36
400
550
700
1200
Nm
Nm
Nm
Nm
25

Publicité

loading

Produits Connexes pour DRESSER FLUXI 2000/TZ