Publicité
INSTALLATIE
Beschrijving
3. Beschrijving
In een warmtepompcascade worden tot twee warmtepompen
aangesloten op een warmtepompmanager WPM. In combi-
natie met de warmtepompuitbreiding WPE kunnen tot zes
warmtepompen worden aangesloten. De verbinding tussen
de warmtepompmanager en de warmtepomp loopt via de
CAN-bus. De verbinding kan in lijn of in een stertopologie
worden uitgevoerd.
3.1
Voorwaarden
- Warmtepomp moet geschikt zijn voor cascadetoepassing
- Warmtepompen van hetzelfde type zonder ingebouwde
WPM (vermogens kunnen verschillend zijn)
- Geen hydraulische module aanwezig in het
verwarmingssysteem
- WPMsystem
3.2 Werkwijze
- In de verwarmingsmodus worden de warmtepompen
dusdanig aangestuurd dat de compressors ongeveer het-
zelfde aantal bedrijfsuren draaien.
- De warmtepomp die instaat voor de warmwaterbereiding,
is de eerste warmtepomp in de cascade. De warmwater-
bereiding wordt altijd door de eerste warmtepomp in de
cascade gestart en beëindigd. Andere warmtepompen
kunnen de warmwaterbereiding ondersteunen.
- Een in de warmtepomp geïntegreerde elektrische nood-/
bijverwarming (NHZ/DHC) heeft in een cascade geen
functie.
- Wanneer de voorrangswerking is geactiveerd en de eer-
ste warmtepomp uitvalt, wordt de warmtepompcascade
geblokkeerd.
Parameters
INSTELLINGEN/WARM WATER/BASISINSTELLING/WARM-
WATERBEDRIJF/VooRRANGSWERKING
Lucht-water-warmtepompen
- Wanneer het deelvoorrangsbedrijf is geactiveerd, kan een
gelijktijdige aanvraag van verwarmen of koelen en een
warmwateraanvraag worden bediend.
Parameters
INSTELLINGEN/WARM WATER/BASISINSTELLING/WARM-
WATERBEDRIJF/DEEL VooRRANG
4. Elektrische aansluiting
f Gebruik voor de busverbinding een afgeschermde kabel
(bijv. J-Y 2x2x0,8 mm²).
f Sluit de afscherming aan één zijde aan.
4.1
Aansluiting warmtepomp aan
warmtepompmanager WPM of
warmtepompuitbreiding WPE
f Sluit de BUS van de warmtepomp aan op een van de vol-
gende aansluitingen (zie hoofdstuk "Elektrisch schema").
Aansluiting
Toestel
X1.1
WPM
X1.19
WPM
X3.1
WPE
X3.19
WPE
Voorbeeld:
Warmtepomp
BUS
+
niet aansluiten
-
GND
L
Low
H
High
4.2 Aansluiting warmtepompuitbreiding WPE
aan warmtepompmanager WPM
f Verbind een vrije aansluiting op de WPM met een vrije
aansluiting op de WPE (zie hoofdstuk "Elektrisch schema").
Aansluiting
Toestel
X1.1
WPM
X1.19
WPM
X3.1
WPE
X3.19
WPE
Voorbeeld:
WPM
X1.19
+
niet aansluiten
-
GND
L
Low
H
High
4.3 Aansluiting afstandsbediening FET
aan warmtepompmanager WPM of
warmtepompuitbreiding WPE
4.3.1 Vereiste verbinding bij aansluiting
afstandsbediening FET aan
warmtepompuitbreiding WPE
f Verbind een vrije aansluiting op de WPM met een vrije
aansluiting op de WPE.
Aansluiting
Toestel
X1.2
WPM
X1.18
WPM
X3.2
WPE
X3.18
WPE
Voorbeeld:
WPM
X1.18
+
niet aansluiten
-
GND
L
Low
H
High
Overdracht
[kbit/s]
20
20
20
20
WPM
X1.1
+
niet aansluiten
-
GND
a
a
L
Low
H
High
a
Overdracht
[kbit/s]
20
20
20
20
WPE
X3.1
+
niet aansluiten
a
-
GND
L
Low
a
H
High
a
Overdracht
[kbit/s]
50
50
50
50
WPE
X3.2
+
niet aansluiten
-
GND
a
L
Low
a
a
H
High
| 29
Publicité
