Bora Flex Vast; Plaatsen Toestel - Dik Geurts Bora Wall EA Instructions D'installation

IN S T A LLA TIE H A N DLE ID IN G

9.5.5 Bora Flex vast

9.5.5.1 Plaatsen toestel

Dit toestel dient hangend aan het plafond gemonteerd te worden.
De Bora Flex vast mag uitsluitend aan een horizontaal, onbrandbaar en solide plafond worden geplaatst.
!LET OP
Houten balkconstructie:
Indien er sprake is van een houten balkconstructie: bestel de speciaal hiervoor ontwikkelde kit en volg de
!Let op
aanwijzingen in de, bij die kit, meegeleverde handleiding. Onderstaande aanwijzingen zijn in dit geval niet meer
van toepassing.
Plafond van beton:
Ga bij het plaatsen van de haard in geval van een betonnen plafond als volgt te werk
(zie Bijlage 2, afb. 16, 17 en 18):
Ø
Bij het toestel is een schuifpijp (0,5 meter lengte) meegeleverd. Zorg ervoor dat deze pijp onderaan het
dubbelwandige kanaal begint en ongeveer 150 mm uit het plafond steekt (afb. 16-9).
Ø
Bepaal de positie van de rookgasafvoer aan de hand van Bijlage 2, afb. 18.
Ø
Schuif de plafondplaat (afb. 16-6) over de schuifpijp (afb. 16-9) tegen het plafond en teken de 4 (verzonken)
bevestigingsgaten af.
Ø
Boor de 4 gaten en druk de bijgeleverde keilhulzen (afb. 16-8) in het plafond.
Ø
Duw de draadstangen (afb. 16-4) door de buitenste gaten van de plafondplaat.
Ø
Schroef de 4 flensmoeren (afb. 16-7) over de draadstangen.
Ø
Pak het geheel op en bevestig het aan het plafond met de 4 inbusbouten (afb. 16-5).
Ø
Zet het toestel met behulp van een heftafeltje of schaarkrikje onder de draadstangen (afb. 16-4) en draai de 4
draadstangen in het toestel.
Zorg ervoor, dat de draadstangen tijdens het indraaien niet uit de flensmoeren worden gedraaid.
!Let op
Dit voorkom je door het geheel (toestel, draadstangen en flensmoeren) tijdens het indraaien van de draadstangen
iets op te tillen.
Ø
Controleer met een waterpas of het toestel horizontaal hangt.
Ø
Verwijder de vlamkeerplaat (zie paragraaf 9.2.2).
Ø
Plaats het verloopstuk (afb. 17-2) in de uitgang van het toestel en buig de strips om zodat het aansluitstuk goed
vastzit.
Zorg er bij het plaatsen van het verloopstuk voor, dat het gaatje in het verloopstuk aan de achterzijde zit.
!Tip
Ø
Buig bijgeleverde flexibele pijp (afb. 17-3) zodanig, dat een s-bocht ontstaat. De overlengte bedraagt ongeveer
20%.
Behandel de flexibele pijp voorzichtig zodat er geen deukjes ontstaan.
!Let op
Kort de flexibele pijp beslist niet in! Deze moet onder spanning tussen de bovenplaat en het toestel gemonteerd
!Let op
worden.
Ø
Schuif de flexibele pijp eerst boven over de aansluitpijp (afb. 17-9) en daarna in het verloop van het toestel.
De flexibele pijp zit nu klem en kan zowel boven- als onderaan aan de achterzijde met een parker worden
gefixeerd.
Ø
Plaats, indien van toepassing, de restrictiebak (zie paragraaf 9.1.2).
Ø
Plaats de vlamkeerplaat terug (zie bijlage 2, afb. 4 en 6)).
21