Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
1. Deksel (43) verwijderen (bijv. met een schroevendraaier)
(pijl II).
2. Houder (2) aan het draagframe bevestigen en vergrendelen.
Voorzichtig
Moer (46) niet helemaal eraf draaien!
Ten minste één schroefdraad van de bout (47) moet uitsteken.
3. Klemkracht verhogen: Moer (46) (SW 13) een kwartslag
aandraaien.
of
Klemkracht verlagen: Moer (46) (SW 13) een kwartslag
losser draaien.
4. Klemkracht van de klem (42) controleren, indien nodig
stappen 2 tot 4 herhalen.
5. Deksel (43) in de draaigreep (29) steken.
De houder van de tweede fiets wordt op dezelfde wijze
afgesteld als de houder van de eerste fiets.
Fietsdrager kantelen/terugklappen
Voorzichtig
Fietsdrager langzaam kantelen en controleren of zich geen
personen of voorwerpen in het kantelbereik bevinden.
Er bestaat klemgevaar voor personen en voorwerpen in het
kantelbereik.
Opletten dat de fietsdrager tijdens het terugklappen met beide
haken volledig vergrendelt, anders kan de fietsdrager tijdens
het rijden kantelen en daardoor aan u of andere personen letsel
toebrengen en/of materiële schade tot gevolg hebben.
Fietsdrager kantelen
De fietsdrager kan voor het openen van de achterklep en het laden
en lossen van de wagen worden gekanteld.
32
Pedaal (32) bedienen en fietsdrager (1) kantelen door aan
draagframe (6) of bij gemonteerde fietsen aan het fietsframe te
trekken.
Voorzichtig
Bij de fietsendrager Uebler i21 best.-nr. 15920
(variant 90° neerklapbaar) kan het fietsstuur door de vergrote
neerklaphoek de grond raken. Hierdoor kan het fietsstuur worden
beschadigd. Eventueel de fiets bij het neerklappen demonteren.
Fietsdrager terugklappen
1
1. Fietsdrager (1) terugklappen tot beide haken (33) volledig in
het frame (34) vergrendelen.
2. Door schudden controleren of de fietsdrager (1) goed vastzit.
Indien nodig fietsdrager (1) opnieuw kantelen en opnieuw
terugklappen.
Voorbereiding voor de rit
Voorzichtig
Alle schroefverbindingen en bevestigingen van de fietsdrager
en de fietsen moeten na elke montage, voor elke rit en ook
tijdens een langere rit op goede bevestiging worden
gecontroleerd en eventueel worden vastgedraaid.
Door niet-inachtneming kan de fietsdrager samen met de
gemonteerde fietsen van de wagen losraken en daardoor
persoonlijk letsel en/of een ongeluk veroorzaken.
Deze controle moet, afhankelijk van de toestand van de weg,
regelmatig worden herhaald.
Voorzichtig
6
De verlichtingsinstallatie voor elke rit controleren op een goede
werking, anders kunnen er ongevallen gebeuren.
Aanwijzing
Het wettelijke kenteken en de verlichtingsinstallatie van de
fietsdrager mogen niet bedekt zijn.
1
Als de fietsdrager niet compleet beladen is, moeten:
•
niet-benodigde houders van het draagframe worden verwijderd
en veilig in de kofferbak worden opgeborgen.
•
alle sleutels worden uitgetrokken en opgeborgen.
•
de spanriemen van alle draagrails gesloten zijn.
M+P-25A-0257
- 56 -
33
34
33
34
M+P-25A-0219
Publicité
