Onderhoud En Opbergen - DS Produkte CM5013B-GS Manuel

6. Het stoomproces starten door de stoomregelaar ca. een kwartslag te draaien. Het
apparaat start de stoomafgifte, aanwezig condenswater wordt afgevoerd.
7. Zodra er continu stoom uit de stoom-spuitkop komt, de stoom-spuitkop in de op-
schuimkan richten en in de melk dopen.
8. De stoomregelaar verder naar links draaien, om meer stoom te ontnemen.
9. De stoom-spuitkop eerst net iets onder het oppervlak van de melk houden, om deze
te verwarmen. Wanneer de melk handwarm is, de stoom-spuitkop op de bodem van
de opschuimkan houden, zodat in de melk een draaikolk ontstaat.
10. Wanneer het melkschuim de gewenste consistentie heeft, de stoomregelaar volledig
naar rechts draaien en de opschuimkan naar onderen eruit trekken.
Na het uitschakelen van de stoomproductie leidt het apparaat overtollig water af.
Daarom de stoom-spuitkop weer op de afdruipschaal of in een lege kan richten.
11. De opschuimkan een- tot tweemaal op een vaste ondergrond kloppen, om het melk-
schuim te verdichten.
12. Het melkschuim in het kopje of glas gieten of met een lepel scheppen.
13. Is er geen stoom meer nodig, de
raat koelt weer af tot ca. 90 – 100 °C.
LET OP: wanneer u opnieuw espresso gaat maken, erop letten dat het water weer
de juiste temperatuur heeft en het stoomcontrolelampje niet meer brandt, anders
verbrandt het espressopoeder tijdens het zetten van de espresso en komen er te
veel bitterstoffen vrij.
14. Na gebruik de
bedrijfslampje
Wordt het apparaat niet handmatig uitgeschakeld, wordt het na 30 minuten in de
stand-by-modus automatisch uitgeschakeld.

Onderhoud en opbergen

LET OP!
■ Apparaat en toebehoren laten afkoelen, voordat ze worden gereinigd.
■ Gebruik voor het reinigen geen giftige, bijtende of schurende reinigingsmiddelen en
schuursponsjes. Deze kunnen het oppervlak beschadigen.
1. De zeefdrager (8) uit het apparaat nemen en legen (zie hoofdstuk 'Bediening en be-
drijf' – 'Zeefdrager uit het apparaat nemen' en 'Zeefdrager legen').
2. Het zeefi nzetstuk (14) uitnemen (zie hoofdstuk 'Bediening en bedrijf' | 'Zeefi nzetstuk
plaatsen / uitnemen').
3. De afdruipschaal (6) na elk gebruik legen (zie hoofdstuk 'Bediening en bedrijf' – 'Af-
druipschaal plaatsen / uitnemen').
4. Alle gebruikte toebehoren reinigen met mild afwasmiddel en warm water.
5. De behuizing afvegen met een vochtige doek. Indien nodig een beetje mild afwas-
middel gebruiken, om sterkere verontreinigingen te verwijderen.
6. Controleer het aansluitsnoer regelmatig op beschadigingen.
aan- / uitschakelaar indrukken, om het apparaat uit te schakelen. Het
gaat uit.
55
stoomknop indrukken. Het water in het appa-
NL