Elektrische aansluiting
(Fig.4-5)
Aarzel niet om de elektrische aansluiting te laten uitvoeren door een bevoegd electricien.
Controleer of de netspanning van uw machine overeenstemt met de spanning van uw werkplaats.
Open het aansluitkastje (fig.4), en sluit de 3 fasen aan op de klemmen gemerkt L1,L2,L3 (fig.5).
Indien de voedingskabel voorzien is van een nulleider (blauw), dan wordt die aangesloten op
de klem N.
Zorg steeds voor een goede aarding en sluit deze aan op de klem gemerkt met het symbool van de
aarding PE, ( de aardleider is geel-groen).
Overtuig u ervan dat alle assen vrij kunnen draaien, en dat alle op de machine voorziene
veiligheden gemonteerd zijn alvorens de machine op te starten.
Controleer de draairichting van de motoren. Deze test moet gebeuren zonder zaagblad op de
machine.
De draairichting van de hoofdzaagmotor is gelijk aan de draairichting van de wijzers van de klok.
Indien de draairichting verkeerd is dan moeten de draden L1 en L2 worden omgewisseld.
Als de draairichting juist is, dan draait ook de andere motor in de juiste richting.
Thermische beveiligingen
De machine is uitgerust met thermische beveiligingen op de zaag- en op de voorritsmotor.
Mocht één van deze veiligheden de machine uitschakelen, dan moet er voldoende lang gewacht
worden tot deze beveiliging afgekoeld is om de machine weer op te starten.
Fig.4
Fig.5
9
E300 / E2800 V0518
Français
Nederlands