Vóór Inbedrijfstelling - EINHELL TC-MC 355 Mode D'emploi D'origine

5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
•
Metaalsnijmachine uitpakken en controleren
op eventuele transportschade.
•
De machine moet zo worden opgesteld, dat
hij veilig staat, d.w.z. hij moet op een werk-
bank of een vast onderstel worden vastge-
schroefd.
•
Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen
en veiligheidsinrichtingen naar behoren zijn
gemonteerd.
•
Het vonkenscherm moet in de richting van
de pijl zo ver uit de transportpositie worden
gedraaid, dat er een spleet tussen basisplaat
en vonkenscherm ontstaat (fig. 10).
•
De snijschijf moet vrij kunnen draaien.
•
Voordat u de AAN-/UIT schakelaar indrukt
dient u zich ervan te vergewissen dat de
doorslijpschijf correct is gemonteerd en be-
weegbare onderdelen gemakkelijk bewegen.
•
Vergrendeling (13) loszetten.
6. Montage
Let op! Voor alle onderhouds-, afstel- en
montagewerkzaamheden zeker de netstekker
uit het stopcontact trekken.
6.1 Transportbeveiliging / Draaggreep
(fi g. 1/2)
•
Zaagkop (1) aan de handgreep (2) naar
beneden duwen en vergrendeling (13) uitt-
rekken.
•
Zaagkop (1) langzaam naar boven bewegen.
Let op! Door de terughaalveer slaat de zaag-
kop (1) vanzelf omhoog, d.w.z. de greep (2)
na het snijden niet loslaten, maar de zaagkop
(1) langzaam en onder zachte tegendruk naar
boven bewegen.
•
Fig. 1 toont de zaagkop (1) in de bovenste
stand.
•
Voor het transport dient de zaagkop (1) terug
in zijn onderste stand te worden vastgezet
d.m.v. de vergrendeling (13).
•
Om het transport te vergemakkelijken is de
Anl_TC_MC_355_SPK2.indb 36 Anl_TC_MC_355_SPK2.indb 36
NL
zaagmachine voorzien van een draaggreep
(8).
6.2 Bankschroef (fi g. 3)
Elk werkstuk moet vóór de bewerking in de bank-
schroef (15) worden gefi xeerd.
•
Bovenste helft van de moer (a) omhoogklap-
pen.
•
Spil (5) uittrekken tot het werkstuk kan wor-
den ingespannen tussen de spanvlakken
(4/7) van de bankschroef (15).
Aanwijzing: De spil (5) moet niet worden
gedraaid als de halve moer (a) omhoog is
geklapt. De spil (5) kan traploos worden uit-
getrokken of ingestoken.
•
Spil (5) naar voren schuiven tot het spanvlak
(4) in contact komt met het werkstuk.
•
Bovenste helft van de moer (a) weer omlaag-
klappen zodat de spil (5) en de beide delen
van de moer in elkaar grijpen.
•
Door draaien van de kruk (6) wordt het
werkstuk veilig in de bankschroef (15) vast-
gespannen.
6.2.1 Spannen van grotere werkstukken
(fi g. 4)
Om grotere werkstukken te kunnen bewerken
moet u de beide schroeven (16/17) verwijderen
en het spanvlak (7) naar achter op de boringen b
en c zetten. Daarna moet het spanvlak (7) met de
schroeven (16/17) weer worden bevestigd.
6.3 Versteksneden (fi g. 4)
Teneinde versteksneden te kunnen uitvoeren kan
de bankschroef van -15° tot 45° worden versteld.
•
De beide schroeven (16/17) losdraaien.
•
Het spanvlak (7) van de bankschroef (15) op
de gewenste hoekmaat draaien.
•
Schroeven (16/17) opnieuw aanhalen.
•
Tijdens het vastspannen van het werkstuk
draait het voorste spanvlak (4) vanzelf naar
de vereiste stand en brengt zich in één lijn
met het werkstuk teneinde het veilig fixeren
van het werkstuk te verzekeren.
6.4 Aanslagschroef afstellen (fi g. 5)
Door de aanslagschroef (21) kan de neergaande
beweging van de schijf worden ingesteld. Dit is
noodzakelijk omdat de diameter van de doorsli-
jpschijf op grond van slijtage vermindert en die
daardoor het werkstuk niet meer helemaal zou
doorsnijden.
•
Contramoer (22) losdraaien.
•
Aanslagbout (21) indien nodig in- of uitdraai-
en.
- 36 -
16.01.2017 09:11:01 16.01.2017 09:11:01