Detax Detaseal hydroflow putty 1:1 Mode D'emploi page 67

werkwiJZe
lePel, hechtmiDDel
Een geschikte afdruklepel kiezen naargelang de gebruikte afdruktechniek. Om de hechting van het silicone te optima-
liseren, trayloc® A aanbrengen.
hanDmatig Doseren en mengen
putty – Het doseren gebeurt in de mengverhouding 1:1 met behulp van de bijgeleverde doseerlepels.
Detaseal® function – Uit de doseerspuiten toevoegen. De dosering 1:1 in acht nemen door even lange rupsen base en
katalysator toe te voegen. Met de hand kneden tot een homogeen mengsel resp. uniforme kleur wordt bereikt. Alleen
base- en katalysatorcomponenten van hetzelfde batchnummer mogen worden gebruikt. Na gebruik direct weer sluiten.
Deksels, sluitingen en doseerlepels niet verwisselen.
Dynamische mengaPParaten 5:1 – Patronen Putty, heaVy, mono
Jumbopack – De originaliteitssluiting van de patroon ontgrendelen door de vergrendelingshendel op te tillen (afb. 1) en
deze vervolgens aftrekken. De patroon in het doseerapparaat leggen. Het apparaat starten en materiaal uitpompen, tot dit
gelijkmatig is. De eerste, niet-homogene massa weggooien, dan de dynamische menger (geel) aanbrengen. De menger
vastzetten door de gele draairing aan te brengen en naar rechts te draaien (afb. 2).
Jumbo plus – Voor het eerste gebruik de blauwe sluitdop naar links draaien en uittrekken (afb. 3). De uitlaatopeningen
controleren. Vervolgens de dynamische menger (blauw) erop draaien (afb. 4). Erop letten dat de positioneerhulp zich boven
bevindt. Het eerste uitgepompte materiaal (ca. 3 cm) weggooien. Pas bij een homogeen mengsel de lepel vullen. De gevulde
menger als sluiting op de patroon laten tot het volgende gebruik. Vóór het volgende gebruik de gebruikte menger verwijderen
en de uitlaatopeningen van de patroon op verstoppingen controleren, vervolgens een nieuwe menger aanbrengen. Om
een betrouwbare toepassing te waarborgen, adviseren wij om uitsluitend de betreffende dynamische mengers van DETAX
te gebruiken. De instructies van de fabrikant van het mengapparaat in acht nemen.
automiX2 Patronen 1:1 – lite, Xlite, mono, monoPrint suPra, antilock
De patronen worden uitgeperst met het pistool van het Automix2 systeem (afb. 5). Na het aanbrengen van de patroon in
het mengpistool de patroonsluiting afdraaien. Een kleine hoeveelheid materiaal uitpersen, tot uit de beide uitlaatopeningen
gelijkmatig silicone wordt gepompt (afb. 6). De mengcanule overeenkomstig de geleidingen aan de canule en patroon
aanbrengen en vastzetten met een draai in tegengestelde richting (afb. 7). Met gelijkmatige druk materiaal uitpompen.
Voor gebruik eerst een kleine hoeveelheid materiaal uitpompen en visueel controleren of de base- en katalysatorpasta's
homogeen gemengd zijn (afb. 8). Pas dan kan de dosering individueel plaatsvinden. Na gebruik de mengcanule op de
patroon laten tot het volgende gebruik.
67