Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 10
HET ONDERHOUD VAN DE DEUROPENER
Als de opener goed geïnstalleerd is, zal hij uitstekend werken met een
minimum aan onderhoud. De opener hoeft niet extra gesmeerd te
worden.
Het afstellen van de kracht en de eindstanden: Deze moeten
tijdens de installatie van de opener goed afgesteld en gecontroleerd
worden. Weersomstandigheden kunnen lichte veranderingen in de
werking van de deur teweegbrengen waardoor bijstelling nodig is,
vooral in het eerste jaar dat de opener in gebruik is.
Zie de instructies voor de afstelling van de kracht en de eindstanden
op pagina 4. Volg deze instructies zorgvuldig op en herhaal de
veiligheidstest na elke bijstelling.
Afstandsbediening: De draagbare afstandsbediening kan met de
bijgeleverde klem aan de zonneklep bevestigd worden. Extra
afstandsbedieningen kunnen te allen tijde aangeschaft worden voor de
andere auto's die de garage gebruiken. Zie het gedeelte Accessoires.
De ontvanger moet geprogrammeerd worden om met elke nieuwe
afstandbediening te werken.
Batterij van de afstandsbediening: De batterij moet minstens een
jaar meegaan. Als het licht zwak wordt of niet aangaat, moet de
batterij vervangen worden. Als het zendbereik van de
afstandsbediening kleiner wordt, controleer dan het
batterijcontrolelampje.
Gooi de oude batterij niet met het huisvuil weg. Breng gebruikte
batterijen naar een speciaal inzamelingspunt.
CONTROLE VAN DE DEUROPENER
Maandelijks onderhoud:
• Herhaal de veiligheidstest. Corrigeer zonodig de afstellingen.
• Bedien de deur met de hand. Als hij niet goed uitgebalanceerd is of
klemt, laat er dan een garagedeurspecialist naar kijken.
• Controleer of de deur volledig opent en sluit. Corrigeer zonodig de
afstellingen van de kracht en/of eindstanden.
Jaarlijks onderhoud:
Smeer de deurrollers, lagers en scharnieren. De geleiderails van de
deur niet invetten. De deur hoeft niet extra gesmeerd te worden.

PROBLEMEN OPLOSSEN

1. Opener werkt niet, noch met de verlichte bedieningsknop, noch
met de afstandsbediening:
• Staat er stroom op de opener? Sluit een lamp aan op het
stopcontact. Als hij niet aangaat, controleer dan de zekeringskast of
de stroomonderbreker. (Bij sommige stopcontacten wordt de
stroomtoevoer door een muurschakelaar geregeld.)
• Heeft u alle deursloten buiten werking gesteld? Bekijk de
waarschuwingen met betrekking tot de installatieaanwijzingen op
pagina 1 opnieuw.
• Heeft er zich ijs of sneeuw onder de deur opgehoopt? Of misschien
is de deur vastgevroren. Verwijder eventuele belemmeringen.
• De veer van de garagedeur kan gebroken zijn. Laat deze vervangen.
2. Opener werkt op de afstandsbediening maar niet op de
verlichte bedieningsknop:
• Is de bedieningsknop op de muur verlicht? Zo niet, maak de beldraad
los van de contacten op de opener. Maak kortsluiting tussen de rode
en witte contacten door beide contacten tegelijkertijd met een stukje
draad aan te raken. Als de opener werkt, controleer dan of er een
bedradingsfout is gemaakt bij de verlichte bedieningsknop of een
kortsluiting bij de krammetjes.
• Is de bedrading goed aangesloten? Zie stap 20.
3. Deur werkt op de verlichte bedieningsknop maar niet op de
afstandsbediening:
• Controleer het batterijcontrolelampje. Vervang zonodig de batterij.
• Als u twee afstandsbedieningen heeft en er werkt er maar één, neem
dan de procedures voor het programmeren van de ontvanger op
stap 22 opnieuw door.
4. Afstandsbediening heeft maar een kort bereik:
• Is de batterij geïnstalleerd? Controleer het batterijcontrolelampje. Als
het licht zwak brandt, moet de batterij vervangen worden.
• Bewaar de afstandsbediening op een andere plaats in de auto.
• Het transmissiebereik is minder bij metalen garagedeuren, deuren
met een metalen isolatielaag of bij metalen wanden.
• Gebruik een co-axiale antenneadapter om de antenne te
verplaatsen. Zie stap 23.
5. De deur keert zonder aanwijsbare reden om en het lichtje op de
opener knippert niet:
• Wordt de deur ergens door belemmerd? Trek aan de
noodontkoppelingshandgreep. Bedien de deur met de hand. Als de
deur klemt of slecht uitgebalanceerd is, haal er dan een
garagedeurspecialist bij.
• Verwijder eventueel sneeuw of ijs van de garagevloer onder de deur.
• Neem de afstelling van de kracht opnieuw door.
• Als de deur omhoog gaat in de VOLLEDIG GESLOTEN stand,
moeten de leindstanden opnieuw worden ingesteld
Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest.
Het is normaal dat de kracht en de eindstanden af en toe bijgesteld
moeten worden. De werking van de deur kan met name door
weersomstandigheden beïnvloed worden.
6. De deur gaat zonder duidelijke reden omhoog en het lampje
van de bedieningsknop van de deur knippert 5 seconden na
het omhoog gaan:
Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire
geïnstalleerd heeft). Als het licht knippert, corrigeer dan de uitlijning. ?
7. De opener maakt een storend lawaai dat in de woning te horen is:
Als het geluid van de opener een probleem veroorzaakt doordat deze
zich vlakbij de woning bevindt, kunt u een Trillingisolatieset 41A3263
installeren. Dit pakket werd ontworpen om het "klankbordeffect" te
verminderen en is gemakkelijk te installeren.
8. De garagedeur gaat vanzelf open en dicht:
• (Alleen voor toetsenblok- of codeschakelaarzenders) Heeft u een
buurman met een garagedeuropener die dezelfde code gebruikt?
Verander uw code.
• Controleer of de afstandsdrukknop niet in de AAN-stand vastzit.
9. De deur gaat in de omgekeerde richting of sluit niet helemaal:
Als de deur weer omhoog gaat of binnen 50 mm van de vloer stopt,
neemt u AAfstellen van de kracht opnieuw door en vergroot u de
kracht. Herhaal zo nodig ADe eindstanden programmeren.
Herhaal de veiligheidstest na elke bijstelling van de lengte van de
deurarm, van de sluitkracht of van de eindstand omlaag.
10. De deur gaat open maar niet dicht:
• Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire
geïnstalleerd heeft). Als het licht knippert, moet de uitlijning
gecorrigeerd worden.
• Als het lichtje op de opener niet knippert en de installatie is nieuw,
controleer dan de neergaande kracht.
Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest.
11. Het licht van de opener gaat niet aan:
Vervang de lamp (maximaal 40 Watt). Vervang doorgebrande lampen
met lampen die geschikt zijn voor ruw gebruik (hamerlampen).
12. Het licht van de opener blijft branden:
De aarding van het stopcontact op het plafond of de muur kan defect
zijn. De opener moet geaard zijn.
13. De opener forceert of heeft maximale kracht nodig om de deur
in werking te stellen:
Het kan zijn dat de deur uit balans is of dat de veren gebroken zijn.
Sluit de deur en gebruik de noodontkoppelingshandgreep om de slede
los te koppelen. Open en sluit de deur met de hand. Een goed
uitgebalanceerde deur moet op elk willekeurig punt van de slag
kunnen blijven staan, terwijl hij uitsluitend door zijn veren in evenwicht
wordt gehouden. Is dit niet het geval, laat de deur dan bijstellen door
een garagedeurspecialist. Vermeerder de kracht niet om de opener
te bedienen.

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières