Problemen - Oorzaken - Oplossingen - Riello RS 70/M Manuel D'entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Problemen - Oorzaken - Oplossingen

6
De bijgeleverde controledoos heeft een diagnosefunctie zodat de mogelijke oorzaken van sommige problemen makkelijk kunnen
worden opgespoord (signalering: RODE LED).
Om deze functie te gebruiken moet u tenminste 10 seconden lang wachten nadat de controledoos in de veilige stand gezet werd
en tenminste drie seconden lang op de ontgrendelingsknop drukken.
Als de drukknop gelost wordt, begint de RODE LED te knipperen zoals uitgelegd wordt op de volgende afbeelding.
RODE LED brandt
ontgrendeling 10 sec. indrukken
De pulsen van de LED vormen een signaal met tussenpozen van ongeveer 3 seconden.
Het aantal pulsen geeft informatie over de mogelijke storingen volgens onderstaande tabel.
SIGNAAL
2 knipperingen
Na de voorventilatie
en de veiligheidstijd
gaat de brander in
vergrendeling zonder
vlamontsteking
3 knipperingen
De brander start niet
en de vergrendeling
verschijnt
De brander start en
gaat dan in
vergrendeling
Vergrendeling tijdens
de voorventilatie
4 knipperingen
De brander start en
gaat dan in
vergrendeling
De brander schakelt
na het uitgaan in ver-
grendeling
6 knipperingen
De brander start en gaat
dan in vergrendeling
7 knipperingen
De brander
vergrendelt meteen
na het verschijnen
van de vlam
Vergrendeling van
brander bij overgang
van minimumvermo-
gen naar maximumver-
mogen en omgekeerd
Tijdens de werking
schakelt de brander in
vergrendeling
Drukknop indrukken
voor > 3s
PROBLEEM
1 - De elektromagnetische klep voor werking laat . . . . . Verhoog de hoeveelheid
weinig gas door
2 - Een van de twee elektromagnetische kleppen gaat niet open Vervang ze
3 - Te lage gasdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verhoog hem met de regelaar
4 - Ontstekingselektrode slecht afgesteld . . . . . . . . . . . . Regel hem, zie afb. 12
5 - Elektrode aan de massa isolatie is defect . . . . . . . . . Vervang hem
6 - Hoogspanningskabel is defect . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vervang hem
7 - Hoogspanningskabel vervormd door hoge . . . . . . . . Vervang hem en scherm hem af
temperatuur
8 - Ontstekingstransformator is defect. . . . . . . . . . . . . . . Vervang hem
9 - Elektriciteitsaansluitingen van kleppen . . . . . . . . . . . Controleer ze
of transformator zijn fout
10 - Elektrische controledoos is defect . . . . . . . . . . . . . . . Vervang hem
11 - Een ventiel vóór de gasstraat blijft gesloten . . . . . . . . Open hem
12 - Lucht in de leidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ontlucht ze
13 - Gasventielen niet aangesloten of . . . . . . . . . . . . . . . Controleer aansluitingen of vervang spoel
spoel onderbroken
14 - Luchtdrukschakelaar staat in werkingsstand . . . . . . . Regel of vervang hem
Luchtdrukschakelaar schakelt niet
om door onvoldoende luchtdruk:
15 - Luchtdrukschakelaar is slecht afgesteld. . . . . . . . . . . Regel of vervang hem
16 - Het buisje van het drukafnamepunt van de . . . . . . . . Maak hem schoon
drukschakelaar is verstopt
17 - Kop is slecht afgesteld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Regel hem
18 - Hoge druk in de vuurhaard. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Sluit luchtdrukschakelaar aan op afzuiging
19 - Contactor van motorbediening is defect . . . . . . . . . . Vervang hem
(alleen driefasenuitvoering)
20 - Elektrische motor is defect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vervang hem
21 - Vergrendeling van motor (alleen driefasenuitvoering) . . Vervang hem
22 - Vlamsimulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Controledoos vervangen
23 - Constante aanwezigheid van vlam in branderkop . . . Elimineer constante aanwezigheid van vlam of
of vlamsimulatie
24 - Servomotor is defect of slecht afgesteld . . . . . . . . . . Vervang of regel hem
25 - De elektromagnetische klep voor werking laat . . . . . Verhoog de hoeveelheid
weinig gas door
26 - Ionisatiosonde is slecht afgesteld. . . . . . . . . . . . . . . . Regel hem, zie afb. 12
27 - Ionisatie is te zwak (minder dan 5 µA) . . . . . . . . . . . . Controleer stand van de sonde
28 - Sonde in verbinding met de aarding. . . . . . . . . . . . . . Verwijder of vervang de kabel
29 - Onvoldoende aarding van de brander . . . . . . . . . . . . Controleer aarding
30 - Fase en neutraalgeleider omgewisseld . . . . . . . . . . . Wissel ze om
31 - Defect in het circuit vlamdetectie . . . . . . . . . . . . . . . . Vervang de controledoos
32 - Te veel lucht of weinig gas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Regel lucht en gas
33 - Sonde of ionisatiekabel in verbinding met de aarding . . Vervang versleten delen
Signaal
MOGELIJKE OORZAAK
25
NL
Tussenpoos
Signaal
3s
AANGERADEN OPLOSSING
ventilator
vervang controledoos
6460

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières