Werkingsvolgorde Van De Brander; Uitdoven Van De Brander Tijdens De Werking; Stillegen Van De Brander - Riello RS 70/M Manuel D'entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
5
5.6

Werkingsvolgorde van de brander

Starten van de brander
• 0s:
Sluiten TL.
• 5s:
Het programma van de elektrische installatie is begon-
nen. Start servomotor: draai 130° naar rechts, dat
betekent totdat het contact op de nok I in werking
treedt (Afb. 7).
• 35s:
De luchtklep gaat naar de stand MAX. vermogen.
Start van ventilatormotor.
Nu begint de fase voorventilatie.
• 75s:
De servomotor draait naar links met de hoek ingesteld
op de nok III (Afb. 7) voor het MIN. vermogen.
• 95s:
De luchtklep en de gassmoorklep gaan naar de
stand MIN. vermogen (met nok III, Afb. 7 op 65°).
• 105s: De vonk springt over van de ontstekingselektrode.
De veiligheidsventielen VS en VR gaan open, snelle
opening. De vlam ontvlamt bij een laag vermogen,
punt A.
Het debiet neemt vervolgens geleidelijk toe, trage
opening van het ventiel VR, tot het MIN. vermogen,
punt B.
• 108s: Doven van de vonk.
• 115s: Het startprogramma eindigt.
NORMALE ONTSTEKING
M
105
108
105
35
75
M AX
95
M
115
M I N
0
5
M AX
B
C
M I N
A
0
95
115
0 sec
Tijdens de werking
Brander zonder de kit voor variërende werking
Na de startfase gaat de bediening van de servomotor over op de
TR die de druk of de temperatuur in de ketel controleert, punt C.
(De elektrische controledoos zet in ieder geval de controle van
de vlamaanwezigheid en van de correcte stand van de maxi-
mum lucht- en gasdrukschakelaar voort).
• Als de temperatuur of de druk laag is zodat de TR gesloten is,
verhoogt de brander geleidelijk het vermogen tot de MAX.
waarde (deel C-D).
• Als dan de temperatuur of de druk verhoogt zodat de TR
opengaat, verlaagt de brander geleidelijk het vermogen tot de
MIN. waarde (deel E-F). Enzovoort.
135
D
E
F
• De brander valt stil als er minder warmte gevraagd wordt dan
de brander levert bij MIN. vermogen, deel G-H. De TL gaat
open, de servomotor gaat terug naar de hoek 0°. De luchtklep
sluit volledig, om zoveel mogelijk thermische dispersie te voor-
komen.
Brander met de kit voor variërende werking
Zie de handleiding van de regelaar.
Geen ontsteking
Als de brander niet ontstoken wordt, wordt hij vergrendeld bin-
nen 3 s na de elektrische voeding van het gasventiel.
Het kan gebeuren dat het gas de branderkop niet bereikt binnen
de veiligheidstijd van 3 s.
Verhoog dan het gasdebiet bij de ontsteking.
De manometer op Afb. 36 geeft aan wanneer het gas de mof
bereikt.
M
M AX
M
M I N
0
5
0 sec
G
5.7
Uitdoving van de brander tijdens de werking
H
Als de vlam per ongeluk tijdens het in werking zijn dooft, treedt
de vergrendeling van de brander binnen 1 sec. in werking.
D3815
5.8
Stilleggen van de brander
Afb. 33
Het brander kan op de volgende wijzen stilgelegd worden:
met de stroomonderbreker van de stroomtoevoerleiding op
het schakelbord van de ketel;
na verwijdering van de kap met de schakelaar "AUT/MAN"
van Afb. 27.
OPGELET
23
NL
108
105
108
105
108
35
75
108
95
108
Indien de brander uitvalt, mag deze niet meer dan
twee maal achtereenvolgens ontgrendeld worden
om schade aan de installatie te vermijden. Als de
brander de derde maal vergrendeld wordt, moet
de assistentiedienst gecontacteerd worden.
Indien de brander nog wordt vergrendeld of
andere defecten vertoont, mogen de ingrepen uit-
sluitend uitgevoerd worden door bevoegd ver-
klaard en gespecialiseerd personeel, volgens de
aanduidingen in deze aanwijzingen en in overeen-
stemming met de normen en de wetsbepalingen.
D3816
Afb. 34
6460

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières