FOUTMELDINGEN
In geval van storingen wekt het zelfdiagnose-circuit van de
controller enkele foutmeldingen op die in de volgende tabel
zijn omschreven.
BOODSCHAP
CHECK CONNECTION TO
PUMP
PUMP WAITING
INTERLOCK
FAULT: OVERTIME SX
FAULT: PUMP OVERTEMP.
FAULT: CONTROLLER
OVERTEMPERATURE
FAULT: TOO HIGH L0AD
FAULT: SHORT CIRCUIT
SYSTEM OVERRIDE
OVERVOLTAGE
CONTROLLER FAILURE
OMSCHRIJVING
Foutieve verbinding tussen pomp en
controller.
Het interlock-signaal op connector P1 is actief
wegens onderbreking van de kortsluiting
tussen pin 3 en pin 8 van connector J1 of
wegens het openen van het externe interlock-
signaal.
Tijdens de "soft start" van de pomp, heeft de
pomp niet binnen 15 minuten de snelheid die
voor elke stap is voorzien bereikt (X kan
waarde tussen 0 en 9 aannemen en geeft de
niet overschreden stap aan).
De
temperatuur
van
pomplager bedraagt meer dan 60 °C.
De temperatuur van de transformator
van de controller bedraagt meer dan 90
°C.
Tijdens normale werking (na startfase)
ligt de door de pomp geabsorbeerde
stroom hoger dan de geprogrammeerde
waarde (1,5 A).
Tijdens normale werking (na startfase) is
de uitgangsverbinding in kortsluiting
(uitgangsstroom groter dan 2,2 A).
De
pomp
is
stilgelegd
noodsignaal
afkomstig
afstandscontact.
Er is een storing opgetreden in de
voedingssectie van de controller of de
controller
heeft
een
ontvangen.
Doorgebrande zekering in secondaire
hoofdstroomkring.
De foutmeldingen worden alleen getoond als de optie
"hand-held terminal" is geïnstalleerd.
Controleren of de verbindingskabel tussen pomp
en controller aan beide uiteinden goed bevestigd
is en geen onderbrekingen vertoond. Bedien
twee maal de START-knop om de pomp weer
op te starten.
Herstel de kortsluiting tussen pin 3 en pin 8
van connector J1 of sluit het externe
interlock-signaal.
Controleer of het systeem geen lekkage
vertoont.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
het
bovenste
Wacht tot de temperatuur weer onder de
drempelwaarde is gezakt.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
Wacht tot de temperatuur weer onder de
drempelwaarde is gezakt.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
Controleer of de
draaien.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
Controleer de verbindingen tussen pomp
en controller.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
door
een
Koppel de voedingskabel van de controller af en
van
een
elimineer de oorzaak van de noodstop. Sluit de
voedingskabel weer aan en bedien twee maal
de START-knop om de pomp weer op te starten.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten. Als de melding
stoorsignaal
weer verschijnt zich voor onderhoud tot
Varian wenden.
Zich
tot
wenden.
24
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
OPMERKING
REMEDIE
pomprotor
Varian
voor
het
onderhoud
87-900-908-01 (C)
vrij
kan