Zelftest; Diagnose Van De Afstandsbediening - Mitsubishi Electric PEH-P8MYA Manuel D'installation

2) Buitenapparaat
1) Te controleren onderdelen
• Na installatie van de binnen- en buitenapparaten, en van pijpen en elektrische
bedrading, controleer of de eenheid geen lekkage van koelvloeistof vertoont,
geen verbindingen zijn losgeraakt en of er geen sprake is van onjuiste polari-
teit.
• Controleer of er geen negatieve fase en open fase is. (Bij negatieve fase zal
"F1" worden weergegeven en bij open fase "F2" op LED 1 op het buitenapparaat.
Als dit zich voordoet dient u de bedrading te corrigeren.)
• Meet de impedantie tussen de stroomaansluitingen (Enkele fase: L, N,
drievoudige fase: L1, L2, L3, N,
controleer dat deze 1,0 MΩ is of meer. Gebruik het apparaat niet als de meting
lager uitvalt dan 1,0 MΩ. *Voer deze handeling nooit uit op de aansluitpanelen
van het buitenapparaat (S1, S2, S3) omdat dit schade zal veroorzaken.
• Als er geen fouten bij het buitenapparaat zijn.
(Als er een fout is bij het buitenapparaat geeft LED 1 [digitaal beeldscherm]
een indicatie van het probleem.)
• De stopventielen zijn beide open (vloeistof- en gaskant).
Nadat bovenstaande is gecontroleerd gaat u proefdraaien waarbij u het vol-
gende in acht neemt:
2) Starten en beëindigen van het proefdraaien
• Bediening vanaf het binnenapparaat
Voer het proefdraaien uit met de afstandsbediening van het binnenapparaat.
• Bediening vanaf het buitenapparaat
Voer de instellingen voor het starten, beëindigen en functioneringsmodus (koe-
len, verwarmen) van het proefdraaien uit met gebruik van de minischakelaar
SW 4 op het buitenapparaat.
[Fig. 11.2.2] (P.9)
A Stop
C In werking stellen
1 Stel de functioneringsmodus (koelen, verwarmen) in met SW 4-2
2 Schakel SW 4-1 in (ON); het proefdraaien zal beginnen waarbij de met
SW 4-2 gekozen functioneringsmodus aangehouden zal worden
3 Schakel SW 4-2 uit (OFF) om het proefdraaien te beëindigen
• Er kan een zacht kloppend geluid vanuit de buurt van de ventilator komen
gedurende het proefdraaien. Dit is koppelfluctuatie ten gevolge van het beheer
van de ventilatoromwentelingen. Er is geen probleem met het product.
Opmerking:
De functioneringsmodus SW 4-2 kan tijdens het proefdraaien niet gewijzigd
worden. (Om de proefdraaimodus te wijzigen stopt u het apparaat met SW 4-
1, wijzigt de functioneringsmodus en herstart het proefdraaien met SW 4-1.)
•
Als de twee-uurstimer wordt ingesteld, stopt het proefdraaien automatisch na
2 uur.
•
Gedurende het proefdraaien geeft het kamertemperatuurdisplay van het binnen-
apparaat de temperatuur van de pijpen van het binnenapparaat aan.

11.3. Zelftest

Gebruik de afstandsbediening om de foutgeschiedenis van elke eenheid na te
kijken.
[Fig. 11.3.1] (P.9)
1 Schakel over naar zelftestmodus
Druk tweemaal binnen drie seconden op de knop CHECK om de volgende
weergave te krijgen.
2 Selecteer het koeleradresnummer dat u wilt zelftesten
Druk op de knoppen
te bladeren en selecteer het koeleradresnummer dat u wilt onderzoeken. Drie
seconden nadat u dit gewijzigd heeft zal het koeleradres gaan flikkeren en zal
het zelftesten beginnen.
3 Weergave van het resultaat van de zelftest
Zie het bovenstaande schema voor informatie over de betekenis van de fout-
codes.
(1) Als er een foutgeschiedenis is
(2) Als er geen foutgeschiedenis is
(3) Als het adres niet bestaat
a) Afwisselende weergave
c) Aanduiding van foutzoeken
96
) en de aarde met een 500 V Megger en
B koelen
D Verwarmen
om door de koeleradresnummers (00 t/m 15)
b) Foutcode
d) Eenheidnummer
4 De foutgeschiedenis wissen
Geef de foutgeschiedenis weer op het zelftestdiagnosescherm 3.
Het adres voor de zelftestdiagnose zal gaan flikkeren wanneer de knop
CLOCK ON OFF
tweemaal binnen drie seconden wordt ingedrukt.
De figuur links wordt weergegeven als de foutgeschiedenis is gewist. Merk op
dat de foutmeldingen opnieuw zullen verschijnen als het wissen van de fout-
geschiedenis mislukt.
a) Afwisselende weergave
5 De zelftest onderbreken
/ De zelftest kan op de volgende twee manieren worden onderbroken.
Druk tweemaal binnen drie seconden op de knop CHECK om de zelftest af te
breken. De weergave keert terug naar de situatie voordat de zelftest startte.
Druk op de knop I ON/OFF om de zelftest af te breken. Het binnenapparaat
zal stoppen.
(Deze handeling werkt niet wanneer bediening afgeschermd is.)

11.4. Diagnose van de afstandsbediening

Als bediening met de afstandsbediening niet mogelijk is gebruikt u de volgende
functie om de afstandsbediening te controleren.
[Fig. 11.4.1] (P.10)
1 Controleer eerst de stroomverklikker
Als de juiste spanning (12 V gelijkstroom) niet op de afstandsbediening wordt
weergegeven moet de stroomverklikker branden.
Als de stroomverklikker niet brandt moet u de bekabeling van de afstandsbe-
diening en de binnenapparaten controleren.
I Stroomverklikker
2 Schakel over op afstandsbedieningsmodus
Houdt de knop CHECK minstens vijf seconden lang ingedrukt zodat de figuur
links wordt weergegeven.
Druk op de knop FILTER om de diagnose van de afstandsbediening te starten.
3 Resultaten van de afstandsbedieningdiagnose
(1) De afstandsbediening functioneert correct.
Ga andere mogelijke oorzaken na aangezien er geen probleem is met de af-
standsbediening.
(2) De afstandsbediening vertoont fouten.
De afstandsbediening moet worden vervangen.
Foutweergave 1 ("NG") flikkert als er een fout zit in het verzend/ontvangcircuit.
Mogelijke problemen anders dan die van de afstandsbediening.
(1) Enkelvoudige verzending is niet mogelijk als foutweergave 2 ("E3") flikkert.
Er is "ruis" op de overdrachtslijn of misschien is er schade aan andere af-
standsbedieningen voor de binnenapparaten. Controleer het overdrachtskanaal
en andere besturingseenheden.
(2) Er zijn gegevensfouten opgetreden als foutweergave 3 "ERC" weergeeft, sa-
men met het aantal gegevensfouten.
Aantal gegenereerde gegevensfouten (maximaal 66 fouten).
Het aantal gegenereerde gegevensfouten staat voor het verschil in het aantal
door de afstandsbediening verzonden gegevensbits en het werkelijke aantal
gegevensbits dat het overdrachtskanaal is gepasseerd. Als deze fout optreedt
is er "ruis" enz. die interfereert met de overgedragen gegevens. Controleer het
overdrachtskanaal.
K Als het aantal gegevensfouten 02 is
L Door de afstandsbediening verzonden gegevens
M Door het overdrachtskanaal doorgezonden gegevens
4 Sluit de diagnose van de afstandsbediening af
Houdt de knop CHECK tenminste vijf seconden ingedrukt om de
afstandsbedieningsdiagnose te onderbreken. Het lampje "H0" zal gaan flikke-
ren en het weergavenscherm zal na ongeveer 30 seconden terugkeren naar
de situatie voor het starten van de diagnose van de afstandsbediening.