Wilo Economy Notice De Montage Et De Mise En Service page 70

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 45
7.2 Montage
7.2.1 Fundatie/ondergrond
Door de bouwwijze kan de DEA op een vlak gebe-
tonneerde bodem opgesteld worden. Door de
lagering van het basisframe op in hoogte verstel-
bare trillingsdempers is de installatie geïsoleerd
tegen het geluid van het installatielichaam.
AANWIJZING:
Het is mogelijk dat de trillingsdempers om trans-
porttechnische redenen niet gemonteerd zijn bij
de levering. Zorg er vóór het opstellen van de DEA
voor dat alle trillingsdempers gemonteerd en met
behulp van de contramoeren geborgd zijn (zie ook
afbeelding 7a).
Als op de plaats van opstelling voor extra bodem-
bevestiging gezorgd wordt, dienen er geschikte
maatregelen voor de geluidsisolatie getroffen te
worden.
7.2.2 Hydraulische aansluiting en leidingen
• Bij aansluiting op het openbare tapwaternet die-
nen de vereisten van het plaatselijke waterbedrijf
in acht genomen te worden.
• De installatie mag pas aangesloten worden als
eerst alle las- en soldeerwerkzaamheden, de ver-
eiste spoeling en de eventuele desinfectie van het
leidingsysteem en de geleverde drukverhogings-
installatie uitgevoerd zijn (zie punt 5.2.3).
• De leidingen ter plaatse dienen absoluut span-
ningsvrij geïnstalleerd te worden. Hiervoor worden
compensatoren met lengtebegrenzers of flexibele
aansluitleidingen aanbevolen om te voorkomen
dat de leidingen gespannen worden en om de
overdracht van trillingen, veroorzaakt door de
installatie, op de gebouweninstallatie te minimali-
seren. De klemmen van de leidingen mogen niet
op het leidingssysteem van de DEA bevestigd
worden om te voorkomen dat contactgeluid over-
gedragen wordt op het bouwlichaam (voorbeeld,
zie afbeelding 7).
• De aansluiting hangt af van de plaatselijke
omstandigheden en kan naar keuze rechts of links
van de installatie uitgevoerd worden. Voorge-
monteerde blinde flenzen of draadkappen moeten
eventueel verplaatst worden.
• Bij drukverhogingsinstallaties met horizontale
pompen dient vooral de leiding aan de zuigzijde
zodanig afgesteund te worden dat de kantelmo-
menten, die door de verplaatsing van het zwaarte-
punt van de installatie kunnen ontstaan, goed
opgevangen worden (zie afbeelding 8).
• De stromingsweerstand van de aanzuigleiding
dient zo klein mogelijk gehouden te worden
(d.w.z. korte leiding, weinig bochten, afsluitarma-
turen die groot genoeg zijn). Anders wordt de
droogloopbeveiliging bij een groot debiet door de
hoge drukverliezen geactiveerd (NPSH van de
pomp in acht nemen, drukverliezen en cavitatie
voorkomen).
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-DEA
7.2.3 Hygiëne (TrinkwV 2001)
De ter beschikking gestelde DEA is in overeen-
stemming met de geldende regels van de tech-
niek, met name de DIN 1988. Zijn juiste werking is
in de fabriek gecontroleerd.
Bij gebruik voor tapwater dient het gehele tapwa-
tervoorzieningssysteem in hygiënisch correcte
toestand aan de exploitant gegeven te worden.
Let hierbij ook op de overeenkomstige voorschrif-
ten in de DIN 1988, deel 2, paragraaf 11.2 en het
commentaar bij de DIN.
Dit geldt volgens TwVO § 5, paragraaf 4, "microbi-
ologische vereisten", noodzakelijkerwijs voor het
spoelen en onder omstandigheden ook voor het
desinfecteren.
Raadpleeg TwVO § 5 voor de grenswaarden die
aangehouden moeten worden.
WAARSCHUWING!Vervuild tapwater is een
gevaar voor de gezondheid!
Het spoelen van de leidingen en de installatie
verkleint het risico op kwaliteitsvermindering
van het tapwater.
Als de installatie langere tijd stilstaat, dient het
water ververst te worden!
Voor een eenvoudige spoeling van de installatie
raden wij aan om aan de perszijde van de DEA (bij
een membraandrukvat aan de perszijde direct
erachter) vóór de volgende afsluitinrichting een
T-stuk te monteren. De aftakking hiervan, voor-
zien van een afsluitinrichting, dient tijdens de
spoeling voor het leegmaken in het afvalwatersy-
steem. Deze moet in overeenkomst met het maxi-
male debiet van een enkelpomp gedimensioneerd
zijn (zie afbeelding 10). Als een vrije uitloop niet
mogelijk is, dienen bijv. bij de aansluiting van een
slang de uitvoeringen van de DIN 1988, deel 5 in
acht genomen te worden.
7.2.4 Droogloopbeveiliging (toebehoren)
• Droogloopbeveiliging monteren:
• Bij directe aansluiting op het openbare water-
net: droogloopbeveiliging (WMS) in de daarvoor
bestemde aansluitstukken in de zuigverzamel-
leiding draaien en afdichten (bij montage ach-
teraf). Vervolgens elektrische verbinding in het
regelsysteem conform inbouw- en bedienings-
voorschriften en schakelschema van het regel-
systeem tot stand brengen.
• Bij indirecte aansluiting, d.w.z. voor het bedrijf
met lokaal beschikbare tanks: vlotterschakelaar
zodanig in de tank monteren dat het schakelsig-
naal "watergebrek" optreedt als de dalende
waterstand bij ca. 100 mm boven het aftappunt
komt (bij gebruik van breektanks uit het Wilo-
assortiment is de vlotterschakelaar al op deze
manier geïnstalleerd).
Alternatief: 3 dompelelektroden in de toevoer-
tank installeren.
De plaatsing dient als volgt uitgevoerd te wor-
den:
de eerste elektrode moet als massa-elektrode
vlak boven de bodem van de tank geplaatst
worden (moet altijd ondergedompeld zijn).
Nederlands
69

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Comfort vario

Table des Matières