Instellingen; Instelling Van De Draadspanning; Regeling Van De Bovendraadspanning - Medion MD 15694 Mode D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour MD 15694:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

9. Instellingen

9.1. Instelling van de draadspanning

Als de draad tijdens het naaien breekt, is de draadspanning te
hoog.
Als zich bij het naaien kleine lussen vormen, is de draadspan-
ning te laag.
In beide gevallen moet de draadspanning worden ingesteld.
Daarbij moeten de boven- en onderdraadspanning de juiste
onderlinge verhouding hebben.
9.2. Regeling van de
bovendraadspanning
De spanning ontstaat door de schijven waar de draad door-
heen wordt geleid. De druk op deze schijven wordt geregeld
door de regelaar voor de bovendraadspanning (3).
Hoe hoger de waarde, des te groter de spanning.
Draadspanning
verlagen
OPMERKING
Voor het meeste naaiwerk is een bovendraadspanning van 3
tot 4 geschikt.
De bovendraadspanning wordt pas geactiveerd wanneer de
persvoet omlaag wordt gezet.
Er zijn meerdere redenen waarom de spanning moet worden
geregeld. Zo moet bijvoorbeeld bij verschillende stoffen een
verschillende spanning worden gebruikt.
De benodigde spanning is afhankelijk van de stevigheid en
dikte van de stof, het aantal lagen stof dat moet worden ge-
naaid en de gekozen steek.
Zorg ervoor dat de spanning van boven- en onderdraad gelijk-
matig is omdat de stof anders kan worden samengetrokken.
Wij adviseren u vóór elk naaiwerk een proefnaad te maken op
een lapje.
Draadspanning
verhogen
Instellingen
DE
FR
NL
IT
ES
125 van 260

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières