Gescheiden Leidingen; Elektrische Aansluitingen - REMEHA INITIA PLUS 24/28 C Notice D'emploi Et D'installation Destinée À L'usager Et À L'installateur

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

10.2 GESCHEIDEN LEIDINGEN

Dit type leiding maakt het mogelijk om de verbrandingsgassen
zowel buiten het gebouw als in enkele schoorsteenpijpen
af te voeren. De aanzuiging van de verbrandingslucht kan
op andere plaatsen dan die van de afvoer plaatsvinden.
Het splitsingstoebehoren, dat op aanvraag geleverd wordt,
bestaat uit een verloopafvoerkoppeling 80 (B) en een
luchtaanzuigkoppeling (A). De afdichting en de schroeven van
de luchtaanzuigkoppeling die gebruikt moeten worden zijn die
die daarvoor van de dop verwijderd zijn.
Met de bocht van 90° is het mogelijk om de ketel op afvoer- en
aanzuigleidingen aan te sluiten en deze aan de verschillende
eisen aan te passen. Deze bocht kan ook gebruikt worden als
extra bocht in combinatie met de leiding of de bocht van 45°.
• De plaatsing van een bocht van 90° vermindert de totale lengte van de leiding 0,5 meter.
• De plaatsing van een bocht van 45° vermindert de totale lengte van de leiding 0,25 meter.
• De eerste bocht van 90° valt niet onder de berekening van de maximale beschikbare lengte.
ENKELE SPLITSINGSSET (ALTERNATIEF TOEBEHOREN)
Voor bijzondere installaties van rookafvoer-/aanzuigleidingen
is het mogelijk om het enkele splitsingstoebehoren (C) dat
op aanvraag leverbaar is te gebruiken. Met dit toebehoren
is het namelijk mogelijk om de afvoer en de aanzuiging in
elke richting te draaien dankzij de mogelijkheid om dit 360°
te draaien. Dit type leiding maakt het mogelijk om de rook
zowel buiten het gebouw als in enkele schoorsteenpijpen
af te voeren. De aanzuiging van de verbrandingslucht kan
op andere plaatsen dan die van de afvoer plaatsvinden. De
splitingsset wordt op het bovenste gedeelte (100/60 mm)
van de ketel bevestigd en hiermee is het mogelijk om de
verbrandingslucht en de rook in/uit twee gescheiden leidingen
(80 mm) te laten stromen. Lees voor meer informatie de
montagevoorschriften die bij het betreffende toebehoren
gevoegd zijn.
ENKELE INSTALLATIEVOORBEELDEN VAN AFVOERLEIDINGEN EN DE BETREFFENDE TOEGESTANE LENGTEN ZIJN
BESCHIKBAAR AAN HET EINDE VAN DE HANDLEIDING IN DE BIJLAGE "SECTION" D.

11. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN

De elektrische veiligheid van het toestel wordt alleen bereikt als het toestel op de juiste manier aangesloten is op een doeltreffende
geaarde installatie, uitgevoerd zoals bepaald door de geldende veiligheidsvoorschriften. De ketel moet elektrisch aangesloten
worden op een voedingsnet van 230 V éénfase + aarde met de meegeleverde driedraads kabel waarbij de polariteit lijn-nul in acht
genomen moet worden.
De aansluiting moet tot stand gebracht worden met een tweepolige schakelaar met een opening tussen de contacten
van tenminste 3 mm.
Indien de voedingskabel vervangen wordt moet er een geharmoniseerde kabel "HAR H05 VV-F" 3x0,75 mm2 met een maximale
diameter van 8 mm gebruikt worden. De zekeringen, van het type snel van 2A zijn in het voedingsklemmenblok geïntegreerd (voor
controle en/of vervanging moet de zwarte zekeringhouder verwijderd worden).
De bedieningskast moet naar beneden gedraaid worden zodat de klemmenblokken M1 en M2 die bestemd zijn voor de elektrische
aansluitingen bereikbaar zijn door het beschermdeksel te verwijderen.
Controleer of de totale nominale stroomopname van de accessoires die op het toestel aangesloten zijn minder is dan 2A.
Wanneer dit meer is moet er een relais tussen de accessoires en de elektronische printplaat geplaatst worden.
Het klemmenblok M1 staat onder hoogspanning. Alvorens tot het aansluiten over te gaan moet gecontroleerd worden of het
toestel niet onder stroom staat.
KLEMMENBLOK M1
(L) = Lijn (bruin)
(N) = Nul (lichtblauw).
-
= Aarding (geel-groen).
(1) (2) = contact voor kamerthermostaat.
De draadbrug op de klemmen 1-2 van het klemmenblok
M1 van de ketel moet weer aangebracht worden
als de ruimtethermostaat niet gebruikt wordt of als
de Afstandsbediening die als accessoire leverbaar is niet
aangesloten is.
KLEMMENBLOK M2
Klemmen 1 - 2: aansluiting van de omgevingsvoeler (laagspanning) die als accessoire leverbaar is.
Klemmen 4 - 5: aansluiting buitenvoeler (als accessoire leverbaar)
Klemmen 3-6-7-8-9-10 : niet gebruikt.
Indien het toestel aangesloten is op een vloerverwarmingsinstallatie, moet er een beveiligingsthermostaat door de installateur
geïnstalleerd worden om de installatie tegen overtemperaturen te beschermen.
Voor de doorvoer van de aansluitkabeltjes van de klemmenblokken gebruikt u de speciale kabeldoorvoergaten die aan de
onderkant van de ketel aangebracht zijn.
7700014.01 (1-01/18)
30

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Initia plus 28/33 c

Table des Matières