Bosch Rotak 37 LI Notice Originale page 81

Temperatuurbewaking van de accu
De rode LED 15 knippert, als de accu zich buiten
het optimale temperatuurbereik (–10 tot +60 °C) be-
vindt en u de drukknop 13 bedient of de aan/uit-
schakelaar 1 indrukt.
Bij een temperatuur boven 70 °C wordt de accu uit-
geschakeld tot deze zich weer in het optimale tem-
peratuurbereik bevindt.
Temperatuurbewaking van de elektronica van
het elektrische gereedschap
De rode LED 15 brandt permanent als de tempera-
tuur van de elektronica boven 75 °C ligt en u de aan/
uit-schakelaar 1 indrukt.
Bij een temperatuur boven 90 °C wordt het elektri-
sche gereedschap door de elektronica uitgescha-
keld tot de elektronica zich weer in het toegestane
bedrijfstemperatuurbereik bevindt.
Maaivermogen (gebruiksduur accu)
Het maaivermogen (de gebruiksduur van de accu) is
afhankelijk van de eigenschappen van het gazon, de
dichtheid van het gras, de vochtigheid, de lengte van
het gras en de maaihoogte.
Als de machine tijdens het maaien vaak in- en uitge-
schakeld wordt, neemt het maaivermogen (de ge-
bruiksduur van de accu) eveneens af.
Als u het maaivermogen (de gebruiksduur van de
accu) wilt optimaliseren, is het raadzaam om vaker
te maaien, de maaihoogte te beperken en met een
normaal tempo te lopen.
Het onderstaande voorbeeld toont de samenhang
tussen maaihoogte en maaivermogen voor één ac-
culading.
Maaiomstandigheden:
Zeer dun en Dun en droog
droog gazon
8cm
6cm
4cm 4cm
Maaicapaciteit (Rotak 37 LI)
2
tot 300 m tot 150 m
Maaicapaciteit (Rotak 43 LI)
2
tot 350 m tot 175 m
Om de gebruiksduur te verlengen, kunt u via een er-
kende klantenservice voor Bosch tuingereedschap-
pen een extra accu aanschaffen.
81 • F016 L70 447 • TMS • 04.06.08
Gazon met nor-
gazon male dichtheid
15cm
4cm
2
tot 100 m
2
tot 125 m
Onderhoud
Verwijder altijd de stroomkringonderbre-
ker, de accu en de grasvanger voordat u
de machine instelt of schoonmaakt.
Opmerking: Voer de volgende onderhoudswerk-
zaamheden regelmatig uit zodat u verzekerd bent
van een lang en probleemloos gebruik.
Controleer de gazonmaaier regelmatig op zichtbare
gebreken zoals losse of beschadigde messen, losse
verbindingen en versleten of beschadigde delen.
Controleer of afschermingen en veiligheidsvoorzie-
ningen niet beschadigd zijn en juist zijn aange-
bracht. Voer voor het gebruik eventueel noodzake-
lijke onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uit.
Mocht de gazonmaaier ondanks zorgvuldige fabri-
cage- en testmethoden toch defect raken dient de
reparatie door een erkende klantenservice voor
Bosch elektrische gereedschappen te worden uitge-
voerd.
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangings-
onderdelen altijd het bestelnummer van 10 cijfers
van de machine.
Onderhoud van mes
Verwijder altijd de stroomkringonderbre-
ker, de accu en de grasvanger voordat u
de machine instelt of schoonmaakt.
Leg de machine op de rechterzijkant en controleer
het mes. Vervang het mes wanneer het stomp of be-
schadigd is.
Ga als volgt te werk om het mes te vervangen.
Houd het mes vast 30 terwijl u tuinhandschoenen
(niet meegeleverd) draagt en verwijder met behulp
een steeksleutel (niet meegeleverd) de mes-
schroef 29, de mesring 28 en het mes. Zet het mes
vast met de messchroef en de mesring. Controleer
dat het mes in de juiste montagestand is gemon-
teerd (symbool
ding I) en draai vervolgens de messchroef vast.
Wanneer een mes moeilijk kan worden verwijderd of
gemonteerd, kan een schroevendraaier in het gat 26
worden gestoken om de aandrijving vast te zetten.
Controleer dat de schroevendraaier voor het inscha-
2
kelen van het apparaat weer wordt verwijderd.
Smeer het mes of de messenschroef bij de
montage niet met vet of olie.
2
Nederlands - 7
moet zichtbaar zijn, zie afbeel-