Serieopnamen; Automatische Belichtingsseries - Leica DIGITAL MODUL R Notice D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Serieopnamen

Met de LEICA DIGITAL-MODUL-R kunt u dankzij de ge-
ïntegreerde motor voor de sluiterspanning niet alleen
afzonderlijke opnamen - hendel 1.30 op (
maar ook opnameseries maken – hendel op (
ous]), bijv. om een bewegingsproces in meerdere stap-
pen vast te leggen.
Afgezien van de bediening van de ontspanner vinden
serieopnamen op dezelfde manier plaats als afzonder-
lijke opnamen: Wanneer u een ontspanner slechts kort
indrukt, worden steeds afzonderlijke opnamen
gemaakt. Er worden echter serieopnamen gemaakt
zolang u de ontspanner helemaal ingedrukt houdt (en
de capaciteit van de geheugenkaart voldoende is).
Afhankelijk van de ingestelde resolutie (zie pag. 89)
en het compressiepercentage/bestandsformaat (zie
pag. 89) kunnen maximaal ca. 2 beelden per seconde
en maximaal 10 stuks achterelkaar worden opgeno-
men. Precieze gegevens over het totaal aantal opna-
men dat op de meegeleverde geheugenkaart van
512 MB kan worden vastgelegd, vindt u in de tabel op
pag. 89.
Opmerkingen:
• De maximale beeldfrequentie van 2 b/s wordt uit-
1
sluitend met sluitertijden van
/
500
gehaald.
• Onafhankelijk van het aantal opnamen in een serie,
wordt met de functies
(zie pag. 81) en Auto
PLAY
Weergave (3.9, zie pag. 81) altijd de laatste opname
getoond. De overige opnamen van de serie kunnen
door indrukken van de rechter en/of linker kruis-
knop (1.14) worden gekozen.

Automatische belichtingsseries

Veel aantrekkelijke motieven zijn erg contrastrijk en
hebben zowel zeer lichte alsook zeer donkere gebie-
S
[single]),
den. Afhankelijk van het deel waarop u uw belichting
C
[continu-
afstemt, kan het beeldeffect verschillend zijn. In zulke
gevallen kunt u met de automatische belichtingsserie
meerdere alternatieven met een getrapte belichting
maken. Daarna kunt u de geschiktste opname voor
gebruik kiezen.
Bij de Digital-Modul-R bestaat een automatische
belichtingsserie (bracketing) uit telkens 3 opnamen.
Met de hendel 1.29 kunnen twee trappen worden
gekozen: De opnamen worden met
1 EV (±
) verschillend belicht. Afhankelijk van de
1
modus die op de Digital-Modul-R is ingesteld, worden
de verschillende belichtingen door wijziging van het
diafragma (bij
(bij
) gerealiseerd. De belichtingen vinden plaats in
P
de volgorde: correcte belichting, onderbelichting, over-
belichting.
De functie is niet beschikbaar als de hendel op
staat.
s en sneller
1
/
EV (±
0.5
), resp.
2
T
), de sluitertijd (bij
A
en
M
) of beide
0
Opmerkingen:
• Bij automatische belichtingsseries vinden de drie
opnamen – bij ingeklapte sneltransporthendel van
de camera (zie hiervoor "De ontspanners", pag. 82)
– steeds automatisch achterelkaar plaats en wel
onafhankelijk van de instelling op serieopnamen of
afzonderlijke opnamen (zie vorige gedeelte).
• Zolang de hendel in de betreffende standen staat,
worden door opnieuw bedienen of het ingedrukt
houden van een van de ontspanners en de instelling
op serieopnamen/C staat, meer belichtingsseries
gemaakt, d.w.z. de hendel moet worden teruggezet
als geen belichtingsseries meer moeten worden
gemaakt. Bij instelling op afzonderlijke opnamen/
wordt slechts één belichtingsserie gemaakt en voor
nog een serie moet de hendel 1.29 in dit geval eerst
op
0
en vervolgens weer op de gewenste trap wor-
den gezet.
• Afhankelijk van de beschikbare combinatie sluiter-
tijd/diafragma kan het werkgebied van de automati-
sche belichtingsserie beperkt zijn.
Uitvoerige handleiding / Instellingen / 83
S

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières