Gasfilter
Vervang de gasfilter wanneer hij vuil is.
Verbranding
Als de waarden van verbranding, gemeten bij het begin van de
ingreep, niet voldoen aan de van kracht zijnde normen, of in ieder
geval niet de waarden van een goede verbranding zijn, raad-
pleeg dan Tab. T op pag. 35 en neem indien nodig contact op
met de Technisch Hulpdienst om de nodige regelingen uit te voe-
ren.
7.3
Opening van de brander
Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander
met de hoofdschakelaar van de inrichting.
GEVAAR
Sluit de blokkeerkraan van de brandstof.
GEVAAR
Wacht totdat de bestanddelen in contact met
warmtebronnen helemaal afgekoeld zijn.
Indien het onderhoud van de branderkop moet worden uitge-
voerd , wordt verwezen naar de aanwijzingen die worden aange-
duid in het hoofdstuk "Werkingspositie" op pag. 16.
Om de interne delen van de brander te bereiken, moeten de
schroeven losgedraaid worden die de kap bevestigen zodat de
onderhoudshandelingen kunnen uitgevoerd worden.
Gevaren voor de werkveiligheid
Herstellingen van de volgende onderdelen mogen
uitsluitend uitgevoerd worden door de respectie-
GEVAAR
velijke constructeur of door een bevoegde van die
constructeur:
–
motor ventilator
–
luchtklep
–
elektromagnetische kleppen
–
programmeereenheid brander
Controle van de werking
–
Start van de brander met sequentie van de functies
–
Ontstekingssysteem
–
Luchtdrukschakelaar
–
Vlamcontrole
–
Dichtingstest van de onderdelen voor de passage van de
brandstof
Verricht het onderhoud, de reiniging of de contro-
le, hermonteer de kap en alle beschermingen en
veiligheidsinrichtingen van de brander.
20140263
Onderhoud
Laat de brander ongeveer tien minuten aan het volle regime wer-
ken, en controleer de ijkingen van de 1° en 2° vlamgang van alle
elementen die aangeduid worden in deze handleiding:
–
Percentage CO
–
Gehalte CO (ppm)
–
Gehalte NOx (ppm)
–
Ionisatiestroom (µA)
–
Temperatuur van de rook naar het kanaal
38
NL
(%)
2