Vervanging Van De Onderdelen - Bertos MACROS 700 Série Mode D'emploi

bij voorbeeld van methaan naar vloeibaar gas, moeten
voor de branders de geschikte branderkoppen gebruikt
worden, zoals aangeduid in de tabel van de branders.
De branderkoppen van de branders, waarvan voor
de verschillende gassoorten de relatieve diameter in
honderden van een mm is aangeduid, bevinden zich in
een zakje dat samen met het apparaat wordt geleverd.
Na de wijziging of aanpassing moeten de functies van
het apparaat opnieuw gecontroleerd worden, zoals
beschreven in de paragraaf "Controle functies".
Na het wijzigen van de toerusting moet op de typeplaat
het nieuwe gastype aangeduid worden.
Minimum afstelling (Fig. 7)
Raadpleeg de tabel "BRANDERS" om de regelschroef "B"
voor het minimum zoals volgt af te stellen:
- voor de werking met vloeibaar gas moet de regelschroef
voor het minimum vastgeschroefd worden tot in de
aanslag.
- voor de werking met methaan:
1. Spoor de knop op van de overeenstemmende kraan,
steek de brander aan en zet hem in de minimum
stand.
2. Regel het minimum vermogen via de schroef
"B" (Fig.7): door hem los te schroeven neemt
het vermogen toe, door hem vast te schroeven
vermindert het vermogen.
3. Wanneer voor het minimum een geschikte vlam
wordt bereikt, moet gecontroleerd worden of
ze overeenstemt met het minimum vermogen,
aangeduid in de tabel van de branders. De controle
moet uitgevoerd worden volgens de reeds eerder
beschreven "volumetrische methode", m.a.w.:
4. Lees de gasmeter
chronometer.
5. Na voldoende tijd, bij voorbeeld 10 minuten, moet u
de chronometer stoppen en opnieuw de gasmeter
aflezen.
6. Bereken hoeveel gas in 10 minuten is doorgegaan
(het verschil tussen de twee lezingen) bv. lezing1 -
lezing 2 = 30 liter (0,03m³).
7. Bereken nu het minimum vermogen door toepassing
van de formule van de volumetrische methode
(vorige paragraaf ). Vermogen (kw) = verbruik (m³/h)
voor de verbrandingswaarde van methaan.
8. Indien het vermogen kleiner is dan de waarde van
de tabel, moet de regelschroef voor het minimum
nog wat losser geschroefd worden en moet de
controle herhaald worden.
9. Indien het vermogen groter is dan de waarde van de
tabel, moet de regelschroef voor het minimum nog
wat vaster geschroefd worden en moet de controle
herhaald worden.

VERVANGING VAN DE ONDERDELEN

(RESERVEONDERDELEN)
gebruik enkel originele wisselstukken die door de fabrikant
en start gelijktijdig de
worden geleverd. De vervanging van de onderdelen moet
uitgevoerd worden door geautoriseerd personeel!
Spuitmond van de hoofdbrander (fig.4 - 4.1)
Men verkrijgt de toegang tot de spuitmonden van de
modellen G9BR8/I, G9BR8/I+RM, SG9BR8/I, SG9BR8/
I+RM , SG9BR8/I+CDP, SG9BR8/I+RM+CDP nadat men
de bak geheel omhoog heeft gebracht en nadat men de
beschermingskap van de spuitmond heeft verwijderd. Bij
de modellen G7BR8/I, G9BR12/I, G9BR12/I+RM, SG9BR12/I,
SG9BR12/I+RM, SG9BR12/I+CDP,
dient men het voorpaneel te verwijderen en de strip van
de spuitmondhouder. Met een steeksleutel SW11 de
spuitmonden "B" losschroeven en ze vervangen door de
geschikte.
Controleer in de "tabel branders" de juiste afstand "H" voor
de eerste lucht.
Afstelling van de waakvlam (fig.5 - 5.1 - 5.2)
De waakvlam bij de modellen G7BR8/I, G9BR8/I, G9BR8/
I+RM, SG9BR8/I, SG9BR8/I+RM, SG9BR8/I+CDP, SG9BR8/
I+RM+CDP werkt met spuitmonden en vaste lucht (afb.5
- 5.1). De enige vereiste handeling is de vervanging van de
spuitmonden afhankelijk van het type gas. Men gaat als
volgt te werk:
- verwijder het bedieningspaneel
- draai de bevestigingsschroef "E" los en vervang de
spuitmond "D" met de juiste.
Bij de modellen G9BR12/I, G9BR12/I+RM, SG9BR12/I,
SG9BR12/I+RM, SG9BR12/I+CDP, SG9BR12/I+RM+CDP is
de waakvlam af te stellen (Fig: 5.2). Ga als volgt te werk:
- verwijder het bedieningspaneel
- reguleer de gastoevoer van de waakbrander met
schroef "G" en de lucht met de ring "H"
Ontstekingsbougie (Fig. 5 - 5.1 - 5.2)
De bougie "C" kan langs onder verwijderd worden.
Ontkoppel de ontstekingskabel, schroef de bevestigende
moer los en voeg een nieuwe bougie in.
Gaskraan / gasklep
Draai de schroefkoppelingen van de gasleidingen en van
het thermokoppel los. Draai vervolgens de bevestigende
schroef van de toevoer naar de gasbuis los en voeg een
nieuwe kraan/klep in.
Thermokoppel (Fig. 5 - 5.1 - 5.2)
Draai de schroefkoppelingen los die het thermokoppel "A"
met de gasarmatuur (kranen, kleppen) en de branderkop
van de waakvlam "b" bevestigen; voeg het nieuwe
onderdeel in.
Hermonteer na de vervanging het bedieningspaneel en
de relatieve onderdelen in de correcte volgorde.
AANWIJZING
Nadat onderdelen voor de gastoevoer werden
vervangen, is het noodzakelijk de afdichting en
| 163
SG9BR12/I+RM+CDP,
NL