Mitsubishi Electric PAC-IF013B-E Manuel D'installation page 85

7. Vereisten voor lokale toepassingen
(3) Gespecificeerde druk
Ontworpen druk van buitenapparaat is 4,15 MPa. Voorkom het barsten van eenheden en verbindingen en let derhalve op het volgende.
Grens voor barsten: Meer dan 12,45 MPa (3 keer meer dan ontworpen druk)
(4) Voorkomen van vervuiling
1. Was de binnenkant van de warmtewisselaar om vervuiling te voorkomen. Spoel goed na zodat er geen resten achterblijven. Gebruik geen chloor-reinigingsmiddel.
2. Zorg dat de hoeveelheid vervuiling per apparaat per doorsnee van de warmteoverdrachtsleiding lager is dan de volgende hoeveelheid.
Voorbeeld) In geval van ø9,52mm
Residu water: 0,6 mg/m, Residu olie : 0,5 mg/m, Solide deeltes : 1,8 mg/m
7.3. Aanvullende benodigde hoeveelheid koelmiddel
Volg de onderstaande tabel voor de aanvullende benodigde hoeveelheid koelmiddel van de modellen PUZ-ZM100, 125, 140.
Raadpleeg voor andere modellen de installatiehandleiding voor elke buitenunit.
Toegelaten
Model
pijplengte
ZM100 - 140 - 85m
7.4. Plaats van thermistor
< Thermistor gewenste temperatuur (los verkrijgbaar) >
Plaats de thermistor daar waar de gemiddelde temperatuur van de toevoer- of retourlucht voor de
warmtewisselaar kan worden gedetecteerd.
Plaats de thermistor daar waar deze NIET onderhevig is aan de temperatuur van de warmtewis-
selaar.
<Thermistor vloeibare koelstofleiding (TH2) >
Plaats de thermistor waar de temperatuur van de vloeibare koelstofleiding kan worden gedetec-
teerd.
Bescherm de thermistor met hitte-isolatiemateriaal dat niet onderhevig is aan de omgevingstem-
peratuur, etc.
Indien de koelstof door een distributeur wordt gedistributeerd, moet de thermistor voor de distribu-
teur worden geplaatst.
<2-fase temperatuur thermistor (TH5)>
Plaats de thermistor daar waar de 2-fase temperatuur op de binnen HEX-leiding kan worden ge-
detecteerd.
De thermistor dient in het midden, tussen de in- en uitlaatpoorten te worden geplaatst.
Indien er extra paden zijn, plaats dan boven deze paden.
Bescherm de thermistor met hitte-isolatiemateriaal dat niet onderhevig is aan
de omgevingstemperatuur, etc.
<Thermistor voor gewenste temperatuur (TH1)>
Plaats de thermistor daar waar de gemiddelde temperatuur van de toevoer- of retourlucht voor de
warmtewisselaar kan worden gedetecteerd.
Plaats de thermistor daar waar deze NIET onderhevig is aan de temperatuur van de warmtewis-
selaar.
<HEX-inlaattemperatuur thermistor (TH11)>
Plaats de thermistor daar waar de gemiddelde temperatuur van de warmtewisselaarinvoer kan
worden gedetecteerd.
Plaats de thermistor daar waar deze NIET onderhevig is aan de temperatuur van de warmtewis-
selaar.
7.5. Beperkingen voor ingangssignalen naar het interface-apparaat
Volg de "Opmerking" in deel 3.1 en 3.2.
7.6. Bedieningsbereik binnen
Volg het bedieningsbereik dat is aangegeven in deel 3.3.
7.7. Methode voor het uitschakelen van de compressorbediening wanneer R32-koelmiddel wordt gebruikt
Als u de compressorbediening moet uitschakelen als maatregel om te voldoen aan de brandveiligheid (bijv. in het geval van lekkage van het koelmiddel), neemt u de
volgende methode.
• Voer STEP 0 in wanneer de handmatige stapmodus is geselecteerd.
• Zet IN1 AAN (Geforceerde comp. UIT) na het wijzigen van de bedieningsmodus voor het afkoelen wanneer de automatische stapmodus is geselecteerd.
Aanvullende benodigde hoeveelheid koelmiddel
Toegelaten verti-
caal verschil
31 - 40m 41 - 50m
- 30m 0,5kg 1,0kg
51 - 60m 61 - 70m 71 - 85m
1,5kg 2,0kg 2,8kg
Maximumhoeveelheid
koelmiddel
6,8kg
Distributeur
TH2
TH5
85