Let op: Voordat de motor voor het eerst wordt gestart, dient u olie en benzine bij te vullen zoals beschreven in de
bovenstaande sectie Olie en benzine.
Als u met een warme motor start, is het gebruik van de opvoerpomp gewoonlijk overbodig. Bij koudere
temperaturen moet de pomp soms wel worden gebruikt.
Briggs en Stratton motoren
1. Duw de gasinstelling in de stand FAST of RUN,
zoals wordt beschreven in de sectie Gashendel.
2. Duw de opvoerknop (fig. K) vijf keer diep in.
3. Volg de instructies in de sectie Gebruik - aan- en afzetten.
4. Als de motor na drie pogingen met het starterkoord
niet loopt, dient u de opvoerknop nog eens drie keer
in te drukken en vervolgens het bovenstaande punt
3 te herhalen.
Tecumseh motoren
1. Duw de gashendel in de stand FAST of RUN.
DUWMACHINES
Let op Het is mogelijk dat de bovenste handgrepen er danders uitzien; de procedure blijft echter hetzelfde.
DUWMACHINES
1. Sluit de bougiekabel aan.
2. Schuif de gashendel in de stand FAST.
3. Knijp de OPC-hendel in op de handgreep (L1) om
de rem los te zetten.
WIELAANDRIJVING
1. Volg de bovenstaande instructies voor
duwmachines.
2. Met gebruik van de hendel van de Powerdrive, die
zich bovenop de handgreep bevindt (N3), wordt de
aandrijving in- en uitgeschakeld.
2 SNELHEIDSSTANDEN
Voordat u de motor de eerste keer start, dient u ervoor
te zorgen dat de achterwielen vrij kunnen bewegen
door de machine een paar keer naar voren en naar
achteren te bewegen zonder de aandrijvingshendel (N1)
te gebruiken. Terwijl u de machine naar voren en naar
achteren beweegt, zet u de schakelaarhendel (N2)
STARTEN MET CONTACTSLEUTEL
Let op: De machine kan met de hand worden gestart door stap 1 t/m 5 uit de sectie DUWEN uit te voeren.
Alleen voor machines met contactsleutel - de accu wordt tijdens gebruik opgeladen door de motor.
Volg stap 2 en 3 uit de sectie Powerdrive als u de Powerdrive wilt inschakelen.
1. Volg stap 1 t/m 3 voor duwmachines.
2. Draai de sleutel om en houd hem in deze stand
totdat de motor start (O1 en O2). Als u de sleutel
loslaat, keert deze weer in de normale positie terug.
GASHENDEL (indien aanwezig) (P)
1.
wordt de stand FAST (lopen) getoond.
2.
wordt de stand SLOW (stationnair) getoond.
STARTEN - VOORINSPUITEN
GEBRUIK
STARTEN EN UITSCHAKELEN
2. Duw de opvoerknop drie keer in, ongeveer 2
seconden na elkaar. Bij koude temperaturen (13ºC
of lager) drukt u de knop vijf keer in.
3. Volg de instructies in de sectie Gebruik - aan- en
afzetten.
• BIJ EEN WARME MOTOR WORDT DE
OPVOERKNOP NIET GEBRUIKT
De motor starten in het vervolg
1. Duw de gashendel in de stand FAST of RUN en duw
de opvoerknop drie keer stevig in voordat u de
motor start. (Als de machine zonder benzine is
komen te staan, dient u de tank bij te vullen en de
opvoerknop drie keer in te drukken.)
4. Trek de terugloopstarter helemaal naar u toe tot het
verste punt, duw de hendel dan langzaam terug en
trek de hendel vervolgens helemaal uit (L2).
5. Laat de motor eerst 30 seconden lopen voordat u
de machine gebruikt.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de OPC-
hendel los.
3. Door de Powerdrive-hendel los te laten, wordt de
aandrijving automatisch uitgeschakeld.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de
Powerdrive-hendel los en vervolgens de OPC-hendel.
afwisselend op hoge of lage snelheid. Als de
achterwielen blokkeren, dient de kabel te worden
bijgesteld. Het bijstellen van de kabel geschiedt door
het naar links of naar rechts draaien van de stelschroef
(N3) totdat de machine naar achteren kan worden
getrokken zonder dat de wielen geblokkeerd zijn.
3. Als de motor niet aanslaat met de sleutel, kan het
zijn dat de accu moet worden opgeladen.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de
Powerdrive-hendel los en vervolgens de OPC-hendel.
NEDERLANDS - 4