Voor Het Gebruik - Dirt Devil centrino SX3 Mode D'emploi

2 Gebruik

2.1 Voor het gebruik

2
A B C
3
2.2 Stofzuigen
4
5
4
3
1
6
1
7
2 Gebruik
1. Pak het apparaat en alle toebehoren uit.
2. Controleer de inhoud op volledigheid en intactheid. Voor de leveringsomvang
OPGELET:
Transporteer/verzend het apparaat steeds in de originele verpakking, zodat het niet beschadigd raakt.
Bewaar daarom de originele verpakking.
Gooi het niet meer benodigde verpakkingsmateriaal weg zoals voorgeschreven.
AANWIJZING:
Als u transportschade constateert, wend u dan onmiddellijk tot uw handelaar.
3. Steek het uiteinde van de zuigslang zoals afgebeeld in de adapteropening (afb. 2/A), totdat de
vergrendeling hoor- en voelbaar vastklikt. Let erop dat de ontgrendelingstoets hierbij naar boven wijst.
4. Steek de handgreep in het bovenste uiteinde van de telescoopbuis (afb. 3/A).
5. Steek het vloermondstuk in het onderste uiteinde van de telescoopbuis (afb. 3/B).
6. Stel de lengte van de telescoopbuis in. Druk hiervoor de telescoopbuisarrêtering naar beneden (afb. 3/C).
1
Trek de telescoopbuis dan op de gewenste lengte. Om te vergrendelen laat u de telescoopbuisarrêtering
terwijl u trekt los. U hoort een duidelijk klikgeluid.
7. Steek de meegeleverde extra mondstukken op de toebehorenhouder (afb. 3/C1). Als u de meubelborstel
(afb. 1/4) op de voegenborstel (afb. 1/3) steekt, zijn twee steekplaatsen voldoende voor 3 extra mondstukken.
Het kussenmondstuk (afb. 1/5) kan dan op de overgebleven steekplaats gestoken worden.
WAARSCHUWING:
Verwondingsgevaar! Een beschadigd apparaat mag niet worden gebruikt. Controleer de stofzuiger en de
stroomkabel telkens voor gebruik op intactheid.
WAARSCHUWING:
Verwondingsgevaar! Let er vooral bij het zuigen van trappen op dat u zich steeds boven het apparaat
bevindt.
OPGELET:
Gebruik de stofzuiger alleen als alle filters intact, droog en correct geplaatst zijn. Controleer of er geen
openingen verstopt zijn.
OPGELET:
Controleer eerst, voordat u begint met zuigen, of het aangebrachte mondstuk en het ingestelde
zuigvermogen geschikt zijn voor de te zuigen ondergrond. Neem de aanbevelingen van de fabrikant van de
vloerbedekking in acht. Onze turboborstel dient er uitsluitend toe om ongevoelige tapijten, lopers,
voetmatten en dergelijke te zuigen. Reinig geen voorwerpen met de turboborstel die u niet ook zonder
bedenken met een conventionele borstel zou reinigen. Reinig dus geen meubelen, stoffen met een
gevoelige textuur en geen andere hoogwaardige of zelfs gepolijste ondergronden met de turboborstel.
Anders kan dit materiële schade tot gevolg hebben. Gebruik de turboborstel in geval van twijfel niet.
1. Steek het gewenste mondstuk op de telescoopbuis of op de handgreep (afb. 4).
2. Als u het vloermondstuk gebruikt, stel de omschakelaar „Tapijt/Harde vloer" dan in op het soort
vloerbedekking (afb. 5):
- Stand „Tapijt" (afb. 5/A): voor hoog- en laagpolig tapijt, lopers
- Stand „Harde vloer" (afb. 5/B): voor harde vloeren, zoals laminaat, tegels, PVC enz.
3. Trek de stroomkabel aan de stekker uit de stofzuiger tot aan de gele markering (afb. 6/1).
WAARSCHUWING:
Gevaar voor een elektrische schok! Als de rode markering (afb. 6/2) zichtbaar is, trek de stroomkabel dan
weer tot de gele markering(afb. 6/1) in, door op de draaggreep met geïntegreerdekabeloproltoets (afb. 6/3)
te drukken. Anders kan de stroomkabel beschadigd raken.
2
4. Steek de stekker in een stopcontact met randaarde.
5. Schakel de stofzuiger in door op de Aan-/Uitschakelaar met geïntegreerde zuigvermogenregelaar (afb. 6/
4) te drukken.
6. Pas de zuigkracht aan de ondergrond aan, door aan de Aan-/Uitschakelaar met geïntegreerde
zuigvermogenregelaar(afb. 6/4) te draaien:
- Door de regelaar met de klok mee te draaien, verhoogt u de zuigkracht, b.v. om diepzittende vuildeeltjes
uit tapijten, lopers en naden enz. te zuigen.
- Door de regelaar tegen de klok in te draaien, vermindert u de zuigkracht, b.v. om gordijnen enz. te zuigen.
AANWIJZING:
Met de hulpluchtregelaar (afb. 7/1) kunt u de zuigkracht snel verlagen, om b.v. naar binnen gezogen
gordijnen weer eruit te krijgen.
afb. 1.
23