Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Inbouwhandleiding
Plaatskeuze
De omvormer dient bij voorkeur in de buurt van de extra bat-
terij te worden gemonteerd om de 12 V-verbindingskabel kort
te houden.
De omvormer moet liggend (horizontaal) worden ingebouwd,
hij mag niet aan de wand van het voertuig (hangend) zijn
vastgeschroefd!
De inbouwruimte moet zo gekozen worden dat er voldoende
luchtcirculatie naar een grotere ruimte (binnenruimte van het
voertuig, garage etc..) is. Voor de koeling van de omvormer
loopt de luchttoevoer via de ventilatieopeningen op het deksel
van de luchtafvoer aan de voorkant (aansluitstrook). De vrije
ruimte boven de luchttoevoer en luchtafvoer dient minimaal
20 cm te bedragen.
De inbouwruimte mag niet door warmte-uitstraling van de
omvormer en andere warmtebronnen tot boven 55 °C verhit-
ten (gevaar van oververhitting, bedrijfsstoring).
De montage in nauwe en / of gesloten ruimten kan wegens
gebrekkige koeling tot oververhitting van de omvormer leiden.
Inbouwen
De inbouw van de omvormer moet volgens VDE 0100, deel 721
of prIEC 60364-7-721 worden uitgevoerd.
Let erop dat er bij het aansluiten van de omvormer geen
spanning aanwezig is!
De bevestiging vindt plaats aan de zijkant met beide meege-
leverde schroeven (afhankelijk van de ondergrond eventueel
andere meer geschikte schroeven gebruiken voor een goede
bevestiging)
Voor de elektrische aansluiting van de omvormer
TG 1000 sinus is de ElektricaSet altijd vereist. Afhankelijk van
het gebruiksdoel zijn een of meerdere kabelsets extra nodig
(zie tabel).
Combinatiemogelijkheden omvormer
TG 1000 sinus en de verschillende kabelsets
geen aansluitkabels meegeleverd
aansluiting van het elektrische
boordsysteem van het voertuig
intelligent gebruik van de
airconditioning Saphir vario resp.
Saphir compact
230 V afname via een stopcontact
Gebruik van Saphir vario of Saphir
compact of een verbruiker via een
stopcontact
* Voor voertuigen met negatieve, niet belastbaar D+ signaal
is eventueel ook de D+ InverterSet vereist.
Een aansluitschema en een beschrijving van de aansluiting
worden bij de sets meegeleverd.
Elektrische aansluiting
enz.) kan er oververhitting van de kabel of de contacten
optreden. Er bestaat brandgevaar!
Aan de aansluitbouten +12 V (h) en -12 V (l) van de omvormer
mag slechts één kabel met de gecrimpte zijde naar boven
worden aangesloten.
De aansluiting op de aansluitbout van de omvormer moet in
de volgorde – moer, schijf, ringoog batterijaansluiting, schijf,
borgplaat, moer – plaatsvinden. Het aandraaimoment van de
moer bedraagt 11...15 Nm.
Gevaar voor het aansluiten van de verkeerde polen:
Opletten dat de batterijkabels op de juiste polen worden
aangesloten!
De aansluiting van twee kabels evenals van de aansluiting met
de gecrimpte zijde naar onder is uit veiligheidsredenen niet
toegestaan.
De elektrische aansluiting 230 V mag alleen door een vakman
(in Duitsland bijv. volgens VDE 0100, deel 721 of
prIEC 60364-7-721) worden uitgevoerd. De hier afgedrukte
aanwijzingen zijn niet bestemd als een uitnodiging aan niet
deskundigen om de elektrische aansluiting uit te voeren, maar
dienen als extra informatie voor de vakman.
Aansluiting van de 230 V uitgang (c) aan de beschikbare
230 V verdeling in het voertuig is niet toegestaan! De
aansluiting moet apart worden uitgevoerd.
Er mag geen kracht worden uitgeoefend op de verbindingska-
bels en stekkers (trekontlasting). Alle leidingen moeten veilig
bevestigd worden en mogen niet door schokken los raken –
gevaar voor brand!
Alle leidingen moeten op een afstand van ca. 5 – 20 cm van
de aansluiting op de omvormer op het voertuig worden beves-
tigd (bijv. met kabelklemmen) om trillingen en trekbelastingen
uit te sluiten.
x
letten dat deze beschermd worden tegen schuren.
x
x*
x
x*
x
x
x*
x
x
x*
x
x
x
Bij ondeskundige installatie (bijv. 12 V kabel met
te kleine doorsnede, onvoldoende aansluitingen
De 12 V kabels gescheiden van de 230 V leidingen aan-
leggen (lege buis). Bij het aanleggen van de kabels erop
21
Publicité
Table des Matières
