Atlantic 10S/GTS+10 Notice D'instruction page 27

De elektrische installatie moet voorzien zijn van een omnipolaire
1.9
stroomonderbreker vóór het toestel (stroomonderbreker, zekering)
conform
(differentieelschakelaar van 30mA).
Als de kabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door een
1.10
nieuwe die verkrijgbaar is bij de fabrikant of bij een erkende
servicedienst.
Het is verplicht op de ingang van de boiler, een nieuwe
1.11
veiligheidsgroep van ½" of ¾" te monteren (of een drukregelaar)
van 0,7 of 0,9 MPa (7 of 9 bar) nominale druk. Deze
veiligheidsgroep moet conform de plaatselijk geldende normen
zijn. De veiligheidsgroep moet vorstvrij geplaatst worden. (zie tabel
p.2)
Er moet regelmatig gecontroleerd worden of de afvoer van de
1.12
drukregelaar goed functioneert. Kalkresten moeten verwijderd
worden en er moet geverifieerd worden of de afvoer niet
belemmerd is.
Er mag zich geen enkel hydraulisch component bevinden tussen
1.13
de veiligheidsgroep en de koudwateringang van het toestel. Er
moet een drukregelaar (niet meegeleverd) voorzien worden
wanneer de druk van het voedingswater hoger is dan 0,5 MPa (5
bar). Deze moet geplaatst worden op de hoofdtoevoer.
Bevestig een afvoerslang aan de veiligheidsgroep. Deze
1.14
afvoerslang moet vrij kunnen afvoeren, vorstvrij geplaatst zijn en
naar beneden aflopen om het dilatatiewater of, in geval van
lediging, het water uit de boiler te kunnen afvoeren.
De gebruikte leidingen moeten een druk van 1 MPa (10 bar) en
1.15
een temperatuur van 100°C kunnen weerstaan.
Sluit de aardleiding van de kabel altijd aan op de aarding of sluit
1.16
de aardleiding aan op de geschikte aansluiting met het symbool
Om het toestel leeg te maken, sluit u eerst de elektriciteitstoevoer
1.17
en de koudwatertoevoer af en opent u de warmwaterkranen.
Vervolgens maneuvreert u de aftapklep van de veiligheidsgroep.
Opmerking: voor boilers onder de gootsteen maakt u de
1.18
waterleidingen los en laat ze leeglopen.
De producten in deze handleiding kunnen op elk moment
1.19
gewijzigd worden om te blijven voldoen aan de technische
de plaatselijk geldende
-27-
installatienormen