Benaming van de storing
Open circuit/kortsluiting van
de uitlaattemperatuursensor
(buitenunit)
Compressor-stroomfasebe-
veiliging
Beveiliging van de module
tegen hoge temperatuur
Beveiliging tegen overbelas-
ting compressor
Ventilatormotor(binnenunit)
draait niet
Storing van de ventilatormo-
tor (buitenunit)
Stroomzekering
Binnen- en buitenunit passen
niet bij elkaar
Niet gedefinieerde storing
van de buitenunit
Storing van de stroomdetec-
tie van de complete unit
De 4-weg-omschakelklep
werkt niet normaal
8000011839_02 Installatie- en onderhoudshandleiding
Display
Productstatus
Code
In koel- en droogmodus schakelt de com-
pressor na 3 minuten looptijd uit, terwijl de
ventilator van de binnenunit verder werkt..
F5
Tijdens CV-functie stopt de gehele installa-
tie nadat deze circa 3 minuten verder heeft
gewerkt.
In koel- en droogmodus stopt de compres-
sor, terwijl de ventilator van de binnenunit
verder werkt.
P5
Tijdens de CV-functie stopt de complete
installatie.
In koelmodus stopt de compressor, ter-
wijl de ventilator van de binnenunit verder
werkt.
P8
Tijdens de CV-functie stopt de complete
installatie.
In koel- en droogmodus stopt de compres-
sor, terwijl de ventilator van de binnenunit
verder werkt.
H3
Tijdens de CV-functie stopt de complete
installatie.
Ventilatormotor (binnenunit), ventilatormo-
tor (buitenunit), compressor en elektrische
H6
verwarming stoppen met werken, regellamel
blijft in de actuele stand.
Een storing van de ventilatorunit (buitenunit)
L3
veroorzaakt een stop van de compressor.
De compressor stopt met werken, de bui-
tenventilatormotor stopt 30 seconden later,
L9
3 minuten later worden de ventilatormotor
en de compressor opnieuw gestart.
Compressor en ventilatormotor van de bui-
LP
tenunit kunnen niet werken.
In koelmodus stoppen de compressor en de
ventilator van de buitenunit, terwijl de ven-
tilator van de binnenunit verder werkt. Tij-
oE
dens de CV-functie stoppen de compressor
en de ventilatoren van de buiten- en binnen-
unit.
In koel- en droogmodus stopt de compres-
sor, terwijl de ventilator van de binnenunit
U5
verder werkt. Tijdens de CV-functie stopt de
complete installatie.
Wanneer deze storing tijdens CV-functie
U7
optreedt, schakelt de complete installatie uit.
Mogelijke oorzaken
Buitentemperatuursensor is niet correct
aangesloten of defect (controleren aan de
hand van de sensor-weerstandstabel).
De kop van de temperatuursensor is niet in
de koperbuis geplaatst.
Zie de storingsanalyse (IPM-beveiliging,
verlies van de synchronisatiebeveiliging en
de overbelastingsbeveiliging van de fase-
stroom voor de compressor.
Nadat de gehele installatie gedurende 20
minuten spanningsloos is geweest: contro-
leer of de warmtegeleidende pasta op de
IPM-module van printplaat AP1 voldoend is
en of de radiator vast is aangesloten. Indien
dat geen oplossing biedt, vervang dan print-
plaat AP1.
Bedradingsklem OVC-COMP is losgeraakt.
In de normale toestand moet de weerstand
voor deze klem minder dan 1 Ω zijn.
Zie storingsanalyse (uitlaatbeveiliging, over-
belasting).
Slecht contact van de terugmeldklem DC-
motor.
Slecht contact van de stuurzijde DC-motor.
Storing van de motor.
Storing van het detectiecircuit van de hoofd-
printplaat.
Ventilatormotor defect.
Systeem geblokkeerd.
Stekker zit los.
Ter beveiliging van de elektronische compo-
nenten bij de detectie van hoge vermogens.
Binnen- en buitenunit passen niet bij elkaar
De buitentemperatuursensor overschrijdt het
bedrijfsbereik van de installatie (bijv. lager
dan -20 °C of hoger dan 60 °C voor koelen
of hoger dan 30 °C voor verwarmen.
Startfout van de compressor?
Zijn de kabels van de compressor niet goed
aangesloten?
Is de compressor defect?
Is de printplaat defect?
Er is een circuitstoring aanwezig op de
printplaat AP1 van de buitenunit. Vervang
de printplaat AP1 van de buitenunit.
De voedingsspanning is lager dan 175 V.
De bedradingsklem 4 V is los of gebroken.
Vervang de bedradingsklem 4 V.
165