K
L
F
M
N
G
1
120
34
1998 / 1999
R 125 E
Druk de ontstekingstoets C (Afb. L) in, maar niet te hard. Zodra een
vlammetje in de ver brandingskamer D zichtbaar wordt, kunt u de
ontstekingstoets loslaten.
Controleer na het ontsteken van de kachel altijd of de verbrandingskamer D
goed recht staat, door deze aan de handgreep E even naar links en rechts te
schuiven (fig. F). Dit moet soepel gaan. Als de verbrandingskamer ongelijk staat,
leidt dit tot rook- en roetontwikkeling.
D
HET BRANDEN VAN DE KACHEL
Na het ontsteken van de kachel duurt het 10 à 15 minuten voordat u kunt
controleren of de kachel goed brandt. In fig. Q kunt u zien hoe hoog uw kachel
minimaal en maximaal mag branden. Een te hoge vlam kan rook- en roetvorming
veroorzaken, terwijl een te lage verbranding tot geurontwikkeling leidt. U kunt
de vlam enigszins instellen met de vlamregelaar 2.
Een te lage verbranding kan ontstaan door:
E
te weinig brandstof
E
slechte brandstof
E
te weinig ventilatie
E
slijtage van de kous
E
HET UITZETTEN VAN DE KACHEL
Druk de UIT-toets A in. De vlam zal dan vanzelf na enige tijd doven (fig. N).
F
STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Als u een storing niet kunt oplossen met behulp van de onderstaande aanwijzin-
gen, dient u contact op te nemen met uw dealer.
HET AANMAKEN LUKT NIET.
E
De batterijen zitten niet goed in de houder.
Controleren (fig. G).
E
De batterijen zijn niet meer krachtig genoeg voor de ontsteking.
Vervangen (fig. G).
E
U hebt de kachel helemaal leeggestookt of de kous is vervangen.
Na het plaatsen van de gevulde wisseltank 180 minuten wachten met
ontsteken.
E
U duwt de ontstekingstoets C te krachtig in.
Minder hard indrukken (hoofdstuk C).
SLECHTE VERBRANDING EN/OF ROET/GEUR.
E
De verbrandingskamer D is niet goed geplaatst.
Zet deze recht met de handgreep E, tot u hem makkelijk wat naar links en
rechts kunt schuiven.
E
U gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
E
U gebruikt verkeerde brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk "Wat u vooraf moet weten").
E
Er is sprake van stofophoping onder in de kachel.
Raadpleeg uw dealer.
E
De koushoogte is niet goed.
Raadpleeg uw dealer.
DE KACHEL GAAT LANGZAAM UIT.
E
De wisseltank is leeg.
Zie hoofdstuk B.
(vul de tank)
(raadpleeg uw dealer)
(zet een raam of deur op een kier)
(raadpleeg uw dealer, of vervang de kous,
zie hoofdstuk L)