Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Afdichtring
12
Neerhouder filter
13
Netsnoer
14
Typeplaatje
15
Handgreep
16
Handgreep
17
Beugelgreep van het vuilreservoir
18
Duwbeugel
19
Filterring
20
Zuigopening aan de filterring
21
Zuigopening aan het vuilreservoir
22
Chassis
23
Symbolen op het apparaat
Het apparaat is geschikt voor het zuigen
van stof tot stofklasse H.
WAARSCHUWING: Dit apparaat bevat
stof dat gevaarlijk is voor de gezondheid.
Het legen en het onderhoud, inclusief het
verwijderen van de stofzak, mogen alleen
worden uitgevoerd door deskundige perso-
nen die geschikte persoonlijke bescher-
mingsmiddelen dragen. Niet inschakelen
voordat het volledige filtersysteem is geïn-
stalleerd en de functie van de controle van
de volumestroom werd gecontroleerd.
De sticker toont de waarden voor de max.
onderdruk in functie van de gebruikte
zuigslangdoorsnede. De actuele waarde
kan aan de manometer worden afgelezen.
Zie hoofdstuk De minimale volumestroom
aflezen voor de waarden die van toepas-
sing zijn voor dit apparaat. Wordt de waar-
de onderschreden, dan moet het filter
92
worden gereinigd (zie hoofdstuk Hoofdfil-
ter reinigen) of vervangen (zie hoofdstuk
Hoofdfilter vervangen). De verschillende
zuigslangdoorsnedes maken een aanpas-
sing aan de verschillende aansluitingsdoor-
snedes van het toebehoren mogelijk.
Geen ontstekingsbronnen inzui-
gen! Geschikt voor het opzuigen
van brandbaar stof van de stofex-
plosieklassen in zone 22.
Stofverzamelzak
(Bestel-nr. 9.989-606.0)
Veiligheidsfilterzak
(Bestel-nr. 6.904-420.0)
Hoofdfilter
(bestel-nr. 9.990-222.0)
H14-filter
(bestel-nr. 9.993-005.0)
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor de gezondheid door scha-
delijk stof
Ademhalingsaandoeningen door inade-
ming van stof.
Zuig niet zonder filterelement omdat er an-
ders gevaar voor de gezondheid is door de
verhoogde uitstoot van fijnstof.
LET OP
Ontbrekend filterelement
Beschadiging van de zuigmotor
Zuig niet zonder filterelement.
1. Het apparaat in de werkpositie plaatsen.
2. Het apparaat met de parkeerremmen
beveiligen.
3. Controleren of de zuigkop correct is ge-
plaatst.
4. De zuigslang (niet in de leveringsom-
vang inbegrepen) in de gekozen zui-
gaansluiting steken (zie hoofdstuk
Zuigslangaansluiting selecteren).
5. De andere zuigopening met de afsluit-
stop dicht afsluiten (zie hoofdstuk Zui-
gaansluiting afsluiten).
Nederlands
Publicité
