2 Veiligheid en milieu
2.2.
Veiligheid garanderen
> Neem het apparaat niet in gebruik wanneer de behuizing, de
adapter of de kabels beschadigd zijn.
> Voer nooit contactmetingen uit aan niet geïsoleerde onderdelen
die onder spanning staan.
> Bewaar het product nooit samen met oplosmiddelen. Gebruik
geen droogmiddelen.
> Houdt u zich aan de onderhouds- en instandhoudings-
voorschriften voor dit apparaat zoals die in de documentatie
beschreven zijn. Houdt u zich daarbij aan de procedures.
Gebruik uitsluitend de originele vervangende onderdelen van
Testo.
> Ook van de te meten installaties resp. de omgeving van de
meting kunnen gevaren uitgaan: Neem bij de uitvoering van
metingen de ter plaatse geldige veiligheidsvoorschriften in acht.
2.2.1.
Veiligheid bij testo 510i/605i/915i
•
Magnetisch veld
•
Kan schadelijk zijn voor de gezondheid van dragers van
pacemakers.
> Minimum afstand van 10 cm tussen pacemaker en instrument
aanhouden.
2.2.2.
Veiligheid bij testo 605i
•
Niet voor bedauwende atmosfeer. Neem voor continue inzet in
hoge vochtigheid (> 80 %RV bij ≤ 30 °C voor > 12 h; > 60 %RV
bij > 30 °C voor > 12 h) contact op met www.testo.com.
•
De sensor mag niet voor langere tijd worden blootgesteld aan
vluchtige chemicaliën zoals oplosmiddelen (bijv. keteen,
ethanol, isopropylalcohol, tolueen) of organische verbindingen,
met name in hoge concentraties en overeenkomstige gassen.
2.2.3.
Veiligheid bij testo 549i/552i
•
Verwondingsgevaar door onder hoge druk staande, hete, koude
of giftige koelmiddelen / mediums!
> Gebruik alleen door gekwalificeerd personeel.
> Veiligheidsbril en werkhandschoenen dragen.
> Voordat het meetinstrument onder druk wordt gezet:
meetinstrument altijd vast verbinden met de drukaansluiting.
6