Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Calista Condens 1 CH/V 25 BN, code 026 623
2.11 Aansluiting van de brandstoftoevoer
Zie de gebruiksaanwijzingen van de brander.
2.12 Ruimtevoeler
Zie de montage instructies op de verpakking van de
voeler.
De voeler moet worden geïnstalleerd in de zone van de
woonkamer op ongeveer 1,5 m boven de grond, op een
vrije muur. Vermijdt directe warmtebronnen (open
h a a r d , t e l e v i s i e , f o r n u i z e n ) , z o n e s m e t f r i s s e
luchtstromen (ventilatie, deur) en buiten muren.
2.13 Buitenvoeler
Zie de montage instructies op de verpakking van de
voeler.
De voeler op de minst gunstig gelegen gevel plaatsen,
gewoonlijk de noord- of noordoostgevel.
Ze mag in geen geval blootgesteld zijn aan de
ochtendzon.
Z e wo r dt z o d a n i g g e ï n s ta l l e e r d d a t z e
gemakkelijk bereikbaar is, maar op minstens
2,5 meter boven de grond.
Warmtebronnen zoals schoorstenen, bovenste
delen van deuren en vensters, de nabijheid van
afzuigmonden, onderzijden van balkons en
dakuitstekken... moeten absoluut vermeden
w o r d e n o m d a t z e d e s o n d e z o u d e n
afschermen van de schommelingen van de
temperatuur van de buitenlucht.
2.14 Vertrekvoeler verwarming
Bevestig de temperatuursvoeler vertrek
verwarming met de klemring op de buizen na
de verwarmingspomp.
F
Belangrijk !
Plaats ze bij voorkeur op een buis van
koper, en bij gebrek daaraan op een
stalen buis.
Het is nodig om voor een goed contact
tussen de vertrekvoeler en de leiding te
zorgen.
Het contactoppervlak tussen de leiding
en de voeler moet vrij zijn van roest en
verf en de bevestigingsbeugel moet
goed aangespannen zijn.
18
Calista Condens 1 CH/V 35 BN, code 026 624
2.15 Sluit de voelers en het modem aan
De lijnen van de voelers verdragen de zwakke
beschermingsspanning.
De toegestane lengte van de lijnen van de voeler is :
- 20 m voor kabel CU van 0,3 mm
- 80 m voor kabel CU van 1 mm
- 120 m voor kabel CU van 1,5 mm
F
Men moet vermijden de lijnen van de voelers en
het net niet parallel te plaatsen om ongewenste
interferenties door spanningspieken op het
stroomnet te vermijden.
A 6
M D
B 9
M
B 3
B 2
H 1
1
6
M
M
2
M
4
5
7
8
9
1 0 1 1 1 2 1 3 1 4
B 3
M
B 2
M
B 1 2
S A N I T A I R E
C H A U D I E R E
D E P A R T 2
Fig. 28 - Bekabeling van de laagspanningsbundel
2.16 Elektrische aansluitingen
De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden
volgens de voorschriften van het Algemene Reglement
voor de Elektrische Installaties (A.R.E.I.).
De elektrische aansluitingen zullen uitgevoerd worden
wanneer alle andere montageoperaties uitgevoerd zijn
(vasthechten, aansluiten,....enz.).
De elektrische uitrusting van de ketel moet op de
aarding aangesloten worden.
Het is aanbevolen van de elektrische installatie uit te
rusten met een differentiële bescherming van 30 mA
(fig. 29).
Een tweepolige schakelaar buiten de ketel voorzien.
2
2
2
B 3 1
M
B 1
B 8
M
B 1 2
H 2
3
4
M
1
M
1
3
1 5 1 6
1 7 1 8 1 9 2 0 2 1 2 2
M
B 1
M
B 9
M
A 7
M D
A 6
D E P A R T 1
E X T E R I E U R
A M B I A N C E
A M B I A N C E
2
2
1
Gebruiksaanwijzing "1310"
A 7
M D
4
M
M D
H 1
M
1
Publicité
Table des Matières
