Inwerkingstelling - FRANCO BELGE SUNAGAZ GXE 3000 V Notice De Référence

Chaudière gaz du type c12 et c32 à 90 c, au sol
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

2.6. Inwerkingstelling

BELGIE
De ketel wordt geregeld en verzegeld in de fabriek ove-
reenkomstig met de cat. I2E+ en vraagt dus geen
enkele regeling meer.
2.6.1.Gasombouw (Frankrijk alleen)
De hieronder beschreven operaties mogen maar alleen
door een vakman uitgevoerd worden.
Het toestel werd in de fabriek op aardgas geregeld. De
aanpassing van de stokketel van de gassen van de twee-
de familie (aardgas) naar de gassen van de derde fami-
lie (propaan-butaan) gebeurt door de vervanging van
de inspuitstukken van de brander en de waakvlam en
het verwijderen van het diafragma. Gebruik de
ombouwset die met de ketel geleverd wordt.
Eerst kontroleren dat de gaskraan die voor de ingang
van de ketel staat, goed gesloten is en dat het toestel
niet onder elektrische spanning staat.
Het voorfront demonteren (5 schroeven).
Monteren van de inspuitstukken van de brander:
de bestaande inspuitstukken losdraaien met een platte
sleutel van 12 en ze vervangen door deze die overenko-
men met het gewenste gas (zie bord met de kenmerken).
Niet vergeten de dichtingen van de inspuitstukken terg
te plaatsen.
Het diafragma vervangen dat aan de uitgang van de
gasregelblok staat door het overeenkomstige voor het
gewenste gas. (zie bord met de kenmerken). Om een
gemakkelijke toegang te hebben aan de gasregelblok, is
het noodzakelijk van het geheel brander-gasblok uit te
nemen ( 1 moer voor de gaslijn en 2 schroeven voor de
brander).
Alles weer terug op zijn plaats zetten en de dichtheid
van de gaslijn kontroleren.
Indien nodig de progressiviteit van de ontsteking rege-
len door de bediening van de schroef op de gasblok.
(Fig. 14) :
Druk aan de brander van 8 mbar bij de ontsteking op
Drukopnemingspunt
propaan.
In geval dat deze ketel weer opnieuw op aardgas moet
omgebouwd worden, zullen deze operaties opnieuw
moeten uitgevoerd worden rekening houdend met de
doorsnede van de spuitstukken en van het gasdiafragma
en dit volgens de gegevens van het technische bord.
De ontstekingsprogressiviteit zal dan geregeld moeten
worden volgens de waarden in het paragraaf 2.6.3 –
door de bediening van de schroef op de gasblok (fig.
14) :
2.6.2. Kontrole vóór inwerkingstelling
Radiatoren kringloop:
Gedurende het vullen van de installatie, niet de circula-
tiepomp laten draaien, alle afblaaskranen openen van de
installtie ten einde de lucht te verwijderen van de kana-
lisaties. De afblaaskranen sluiten en het water laten bij-
komen totdat de druk van de kringloop tussen 1,5 en 2
bar komt.
- De goede dichtheid van de radiatorenkringloop kon-
troleren.
Regelschroef progressieviteit van
Opgepast
de ontsteking
Fig.14
Gasleiding:
- Kontroleren dat de aansluitingen goed vastgedraaid
zijn.
- De gaskraan openen en de dichtheid van de leiding
kontroleren tot aan de gasregelblok.
- De druk van het gas op het distributienet kontroleren :
AARDGAS
AARDGAS
BUTAAN
PROPAAN
Luchtomloop:
- Kontroleren dat de luchtopnemingsbuisjes goed
geplaatst zijn en niet gebroken of verpletterd zijn.
- Kontroleren dat de concentrische pijpen op hun plaats
staan en goed dicht ineengestoken zijn en dat de tweede
luchtingang op de achterkant van de ketel verstopt is.
Elektrische leiding:
- De goede aansluiting kontroleren van alle elektrische
delen op de klemmenstrook.
2.6.3. Ontsteking van de ketel
- Zie instrukties voor de gebruiker op bladzijde 11.
- De druk van het gas aan de brander kontroleren.
- De grogressiviteit van de ontsteking kontroleren (Fig 14)
G 20
= 4 mbar
G25
= 5 mbar
G30/31 = 8 mbar
2.6.4. Werkingstest
Ketel thermostaat:
het uitschakelen en het inschakelen van de thermostaat
kontroleren.
Veiligheidsthermostaat:
kan maar alleen gekontroleerd worden door de rege-
lingsthermostaat kort te sluiten: de uitschakeling
moet op 110°C gebeuren; wees voorzichtig dat de
druk van de installatie niet de zekerheidsklep opent.
Branderveilgiheid :
De gaskraan sluiten ; de brander moet uitgaan . Na een
nieuwe poging tot starten moet het ontstekingssys-
teem zich in veiligheid blokkeren. De gaskraan ope-
nen en kontroleren dat er geen gas doorkomt aan de
brander.
Ionisatiestroom :
Deze stroom meten op de elektronische eenheid (fig
13) door de fiche van de ionisatieëlektrode uit te trek-
ken. Deze stroom moet van 5 mA zijn wanneer de bran-
der werkt.
2.7. Onderhoud
De stookketel en de brander zullen ten minste een keer
per jaar gereinigd worden.
De goede dichtheid van de radiatorenkringloop en de
elektrische omloop kontroleren.
2.7.1. Reiniging van de warmtewisselaar
- De elektrische voeding uitschakelen.
- De gaskraan sluiten.
- Het voorfront van de verbrandingskamer afnemen (5
schroeven) evenals de brander met zijn steunplaat
- Het deksel en het bovendeel van de ketel wegnemen
(4 schroeven)
- De ventilator elektrisch uitschakelen
- De steunplaat van de ventilator (4 schroeven) verwij-
deren door deze laatste uit de achterrookvertrekbuis
te trekken
- De bovenisolatie verwijderen.
- Met de reinigingsborstel tussen de elementen vegen.
- De residus verwijderen langs de verbrandingskamer
met een stofzuiger.
G 20
20 mbar
G 25
25 mbar
G 30
28 mbar
G 31
37 mbar
22

Hide quick links:

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

951.23.85951.27.85951.32.85951.27.84

Table des Matières