Table des Matières
Publicité
Réglage et manipulation des chicanes
Un bon réglage est fonction du tirage naturel de votre cheminée. Il
faudra adapter le réglage d'usine, si celui-ci ne permet pas d'obte-
nir un tirage correct et un bon rendement. Le Phénix comporte 3
chicanes réglables (C1, C2 et C3) et un déflecteur amovible en V
(D)
A la livraison, l'assemblage des chicanes est en position fermée
avec le déflecteur amovible en place.
Chaque chicane est constituée d'un support fixe sur lequel cou-
lissent deux panneaux.
Les chicanes étant simplement posées sur des supports intégrés
à l'appareil, il suffit pour les enlever de les soulever puis de les
faire pivoter légèrement pour les ramener vers le bas. Procédez à
l'inverse pour les replacer.
Position la plus ouverte (en cas de tirage très
faible)
Cette position permet un passage aisé des fumées. Lorsque les
deux panneaux sont ramenés vers le centre du support, le passage
sur les côtés est dégagé pour les fumées (
Lorsque le tirage de la cheminée est vraiment très faible, il est
possible d'augmenter encore le passage des fumées en enle-
vant le déflecteur amovible en V (après avoir retiré les 3 chicanes
C1 C2 C3, soulever le déflecteur D et le faire pivoter à 90° pour
le redescendre entre les 2 deux canaux)
Position intermédiaire
Si aucun refoulement à l'ouverture n'est observé, il est possible de fermer un peu les
chicanes pour augmenter le rendement. Il suffit de faire
coulisser les panneaux supérieurs d'une (ou plusieurs)
chicane(s) pour les écarter un peu.
Position la plus fermée
Si aucun refoulement en position intermédiaire, déployez
les chicanes ( -
- ) , pour obtenir le meilleur ren-
dement que le foyer peut donner par rapport à la
cheminée. Vous pouvez écarter les panneaux su-
périeurs des chicanes pour diminuer le passage
des fumées et garantir une combustion optimale
des gaz.
16
D
C3
C2
C1
+ +
).
Aanpassing en afstellen van de vlamplaten (rookafremmers)
De correcte afstelling hangt af van de natuurlijke trek van uw schoorsteen.
Het is noodzakelijk om de fabrieksinstelling aan te passen voor een juiste
trek en een goed rendement. De Phenix heeft 3 instelbare vlamplaten (C1,
C2 en C3) en een verwijderbaar V-vlamplaat (D).
Bij de levering van het toestel leveren we de 3 vlamplaten in de gesloten
positie en zit de V vormige vlamplaat op zijn plaats.
De 3 vlamplaten bestaan uit een vaste steun waarover twee zijdelingse
panelen glijden.
De vlamplaten worden geplaatst op steunen die in het toestel zijn geïnte-
greerd. Om de vlamplaten te verwijderen, dien je ze op te tillen en vervol-
gens te draaien om ze dan naar beneden te halen. Doe de omgekeerde
richting om ze terug te plaatsen.
Maximale open stand (in geval van zwakke schoorsteen-
trek)
Deze stand zorgt voor een vlotte rookdoorgang. Elke rookafremmer bes-
taat uit een vast dragend onderdeel waarin aan weerszijde twee panelen
kunnen verschuiven. Wanneer de twee zijdelingse panelen naar het mid-
den van het centrale paneel worden geschoven, wordt de doorgang aan
weerskanten vrijgemaakt voor de rook (
Bij een zeer zwakke schoorsteentrek is het mogelijk om de rookdoor-
gang te vergroten door de V-vormige vlamplaat (deflector) te verwijde-
ren. Hiervoor moet u eerst de 3 vlamplaten C1 C2 en C3 verwijderen,
daarna til je de deflector op om hem 90° te draaien en hem zo naar
onder te halen.
Tussenstand
Indien er geen rookterugslag wordt waargenomen, kunnen de
vlamplaten een beetje worden gesloten om het rendement te
verhogen. Daartoe dient u de panelen van één (of meerdere)
vlamplaat(en) een beetje uit elkaar te schuiven.
Meest gesloten stand
Als er in de tussenstand nog steeds geen terugslag is, schuif de
vlamplaten dan maximaal open ( -
best mogelijke rendement te verkrijgen t.o.v. het
taandrookkanaal Schuif daartoe de bovenste panelen
van de rookafremmers zo veel mogelijk naar de zijkan-
ten. Dit zal de rookdoorgang verminderen en een maxi-
male verbranding garanderen.
+ +
).
- ) , om het
bes-
Publicité
Table des Matières
